In Singapore en Kuala Lumpur hebben ze nu echt schoon genoeg van de jaarlijks terugkerende bosbranden op de Indonesische Riau-eilanden en Sumatra. Ze veroorzaken zoveel rook dat het bijna niet meer verantwoord is om over straat te lopen of om de kinderen naar school te sturen. De regering in Jakarta heeft opnieuw beterschap beloofd. Maar de buurlanden geloven Indonesië niet meer.
Hoe lang woon ik nu in Indonesië? Meer dan tien jaar. Hoe vaak heb ik deze bijna nietszeggende kreet gehoord?
Ze houden momenteel hun hart vast. Door de enorme droogte in de Archipel wordt dit jaar op nog meer branden gerekend. Het komt allemaal door El Niño, beweren de eigenaren van de grote palmolieplantages. Die veroorzaakt de droogte en de branden. Zij wassen het liefst hun handen in onschuld.
"We gaan de brandstichters vervolgen", klinkt het ferm uit de mond van minister Siti Nurbaya van Milieu en Bosbouw. Ik luister niet eens meer naar haar. Hoe lang woon ik nu in Indonesië? Meer dan tien jaar. Hoe vaak heb ik deze bijna nietszeggende kreet gehoord?
Brandstichting
Ieder jaar rond deze tijd steken de plantage-eigenaren het bos moedwillig in brand. De oogst valt samen met het droge seizoen, waardoor de branden nog harder om zich heen grijpen. De buren klagen terecht over de wolken van rook en mist die vanuit Indonesië over het water aanwaaien. Een verstikkende rook die op je longen slaat en pijn in je ogen doet. Kantoren en scholen gaan dicht, vliegtuigen moeten uitwijken. Het is elk jaar hetzelfde liedje. Boze premiers uit de omliggende landen bellen dan maar eens weer naar de president in Jakarta. Die belooft natuurlijk beterschap. "De daders worden nu toch echt gepakt", is het standaard antwoord. Tot het regenseizoen weer in alle hevigheid losbarst en de moesson de laatste vieze rookstukjes uit de lucht de grond inspoelt. Dan keert de rust weer terug.
Ze kennen het ritueel. Het bos brandt. Singapore klaagt. Jakarta is vol begrip. Uiteindelijk komen ze toch weer goed weg
"Is er eigenlijk ooit een bedrijf vervolgd?", is de vraag aan de minister. Tegen drie bedrijven zou een rechtszaak lopen. Niemand kent de namen. De minister wil ze ook niet uit de doeken doen. Natuurlijk is er nog nooit een bedrijf gestraft. De regering dreigt ook ieder jaar met het intrekken van de verguningen. Ook dat gebeurt niet. Het gaat om grote jongens met veel geld. Hun advocaten kopen de rechters om. Zo gaat dat in Indonesië. Eigenaren van grote oliepalmplantages geven hun arbeiders al jaren ongestraft de opdracht stukken grond in de brand te steken. Daarop planten ze nieuwe oliepalmen. De grond afgraven of met scheppen schoonmaken is voor deze multinationals veel te ‘duur’. De fik er in steken gaat veel sneller. Ze kennen het ritueel. Het bos brandt. Singapore klaagt. Jakarta is vol begrip. Uiteindelijk komen ze toch weer goed weg.
Global Forest Watch
Neem vorig jaar. Op satellietfoto's waren de bosbranden exact te lokaliseren. De plek, de naam van het bedrijf. En weer waren die branden nog erger dan het jaar er voor. Global Forest Watch, een nieuw online systeem, dat het kappen van bomen en de bosbranden traceert, zag een geheel spoor van branden op de plantages. Er was in geen velden of wegen een brandweerdienst te bekennen. Dus het argument van een spontane fik die was uitgebroken ging hier niet op.
De palmolieplantages geven liever de kleine boertjes de schuld. Die handelen al eeuwen zo volgens de cultuur. Na de oogst verbranden de bewoners van het bos het stukje grond en verplaatsen zij zich naar een ander gebied waar ze opnieuw grond bewerken. In een cirkel reizen de boeren rond. Om na enkele jaren weer terug te keren op hun eerste stukje verbrande grond. Het systeem is bedoeld om de grond niet uit te putten en weer vruchtbaar te maken.
Meteorologische diensten voorspellen een extra lang droog seizoen door El Niño
Global Forest Watch legde vorig jaar 3101 branden vast. De meerderheid daarvan was op de Riau-eilanden die vlak onder Singapore liggen en waar de grootste palmolieplantages zich bevinden. Op deze ver afgelegen noordelijke eilanden komen ondanks het moratorium nog steeds nieuwe plantages bij. Een ander deel van de bosbranden vond plaats in Sumatra waar bomen, ook illegaal, worden gekapt voor de papierindustrie.
Dit jaar wordt er rekening gehouden met een record aantal branden. Meteorologische diensten voorspellen een extra lang droog seizoen door El Niño. Het complexe weersverschijnsel in de Stille Oceaan dat met tussenpozen van vijf tot zeven jaar opduikt en het klimaat sterk beinvloedt.
De regering weet dus wat haar te wachten staat. Maar in plaats van dat er extra boswachters naar de tropische regenwouden worden gestuurd, bedenken de verantwoorlijke ministers op voorhand plannen om bosbranden te doven. Is dat niet de omgekeerde wereld?
Als deze regens van vergif naar beneden komen, neem ik mijn astmatische kind onder de arm en ga op het verste oostelijk eiland zitten
Zo moeten vliegtuigen vanuit de lucht met zware chemicalien de branden te lijf gaan. Ik geloof als deze regens van vergif naar beneden komen ik mijn astmatische kind onder de arm neem en op het verste oostelijk eiland ga zitten. Waterbombardementen is nog zo'n voorstgesteld plan. Maar nogmaals, moet de regering niet beginnen de veroorzakers aan te pakken? Ze vragen de satellietfoto's van de milieuorganisaties op. Met dit bewijsmateriaal zijn de plantagehouders toch te arresteren?
Rijstvelden
De waterbommen kunnen beter worden gebruikt voor de 220.000 hectare rijstvelden die door El Niño volkomen droog liggen. Jakarta weet nu al dat er dit jaar niet voldoende wordt geproduceerd en er dure rijst moet worden geimporteerd.
Nog even en straks door de droogte is er geen rijstveld meer over en door de brand ligt het tropische woud nog verder aan gort. Wie krijgt dan de schuld? Niet de rijke plantagehouder, maar El Niño. Nu schrijven de kranten al dat er een relatie is tussen bosbranden en El Niño. Maar iemand moet toch eerst het vuur aansteken?