Achtergrond

Overheid als equity-verstrekker

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Volgens NOTS-oprichter Bart Hartman moet de overheid investeren in sociaal ondernemerschap. ‘Nu betaalt BuZa 60 tot 100 procent van een programma, dan 25 procent – waarvan een deel mogelijk nog wordt terugbetaald ook.’

Ontwikkelingsorganisatie Cordaid heeft recent aangekondigd dat ze haar traditionele aanpak van ontwikkelingssamenwerking gaat vervangen door een ondernemende,  zogenaamde ‘social business’-aanpak. Veel ontwikkelingsorganisaties zullen Cordaid volgen omdat ze de afgelopen jaren ervan overtuigd zijn geraakt dat de social business-aanpak effectiever is dan de traditionele OS-aanpak. De bezuinigingen van het kabinet Rutte op het budget voor ontwikkelingshulp hebben ontwikkelingsorganisaties het laatste zetje gegeven om deze drastische strategische koerswijziging door te voeren. Een belangrijk element van de social business-aanpak is financiering met kapitaal van beleggers, in plaats van met subsidies en donaties. Om de social business-aanpak op substantiële schaal van de grond te krijgen dient ook het ministerie van Buitenlandse Zaken haar aanpak te veranderen: van subsidie verstrekker naar equity-verstrekker.  (Nederlandse vertaling voor ‘equity’ is ‘eigen vermogen’ maar ook in Nederland wordt meestal ‘equity’ gebruikt, red.)

Sociaal ondernemen
Een social business is een onderneming die het realiseren van een positieve sociale of milieu-impact als belangrijkste doel heeft maar tegelijkertijd voldoende winst realiseert om beleggers hun inleg plus rendement terug te kunnen betalen. Voorbeelden van sociale impact zijn: verhoging van inkomens en creatie van banen. Voorbeelden van milieu-impact zijn: stoppen van ontbossing en vermindering van CO2-uitstoot.

Verschil met traditionele ontwikkelingssamenwerking
Een kenmerkend verschil tussen de social business-aanpak en de traditionele OS-aanpak, is dat het geld dat wordt besteed door de ontwikkelingsorganisatie terugkomt bij de organisatie en vervolgens bij de beleggers. Dit verschil is goed zichtbaar bij het verduurzamen van voedselketens. Een belangrijk element van het verduurzamen van dergelijke ketens is dat de boeren die bijvoorbeeld cacao of koffie produceren, betere kwaliteit gaan produceren of dat de opbrengst per hectare omhoog gaat. Uiteindelijk gaat het inkomen van de boeren omhoog.

In de traditionele OS-aanpak ontwikkelt een ontwikkelingsorganisatie in samenwerking met een lokale partnerorganisatie een programma om de boeren te trainen, om ze van kunstmest en goede kwaliteit zaden te voorzien, et cetera. Het programma wordt gefinancierd door de ontwikkelingsorganisatie. Als het programma is geïmplementeerd, is de keten hopelijk duurzaam en het geld van de ontwikkelingsorganisatie is op.
Bij de social business-aanpak betalen de betrokken boeren een deel van hun extra inkomsten terug aan de ontwikkelingsorganisatie. Of het hele bedrag dat de organisatie heeft geïnvesteerd, plus rente, terugkomt hangt in belangrijke mate af van de grootte van de inkomenstoename van de betrokken boeren. Uiteraard dienen ontwikkelingsorganisaties zich te focussen op programma’s die een relatief grote positieve sociale en milieu-impact hebben per geïnvesteerde euro en die tegelijkertijd voldoende winst genereren om de beleggers hun inleg plus rendement terug te betalen.

Risicobeperking door BuZa
De social business-aanpak is relatief nieuw in de ontwikkelingssector. Dit betekent dat de risico’s relatief groot zijn, ook voor de verstrekkers van kapitaal. Om de social business-aanpak op een substantiële schaal van de grond te krijgen is het noodzakelijk dat het ministerie van Buitenlandse Zaken (BuZa) een deel van het risico voor haar rekening neemt. Dit kan Buza doen door een deel (10 tot 25 procent) van het benodigde kapitaal  te verstrekken in de vorm van equity of door een garantie te stellen ter grootte van 10 tot 25 procent van het benodigde kapitaal. Het verstrekken van equity of garanties is aantrekkelijk voor BuZa omdat BuZa zo helpt om de social business-aanpak van de grond te krijgen. Maar het is ook aantrekkelijk voor BuZa omdat BuZa met veel minder geld hetzelfde kan bereiken. Immers in de traditionele OS-aanpak financiert BuZa, direct of via ontwikkelingsorganisaties, 60 tot 100 procent van de kosten van een programma. Het betreft hier subsidies waarvan BuZa niets terug ontvangt. In de social business-aanpak financiert BuZa maximaal 25 procent van de kosten van een programma. Bovendien is de kans groot dat BuZa (een deel van) deze 25 procent terug ontvangt. Ongetwijfeld levert het verstrekken van equity en het terugontvangen van gelden problemen op voor een ministerie dat tot op heden vooral subsidies verstrekt. Maar de voordelen van de social business-aanpak, inclusief het verstrekken van equity door BuZa, zijn zo groot dat BuZa zich in deze moeten laten leiden door het gezegde ‘waar een wil is, is een weg’.

Bart Hartman is medeoprichter van de Stichting NOTS Foundation. NOTS Foundation heeft zich ontwikkeld tot een maatschappelijke onderneming, gefinancierd met beleggingskapitaal, met een focus op microkredieten en duurzame energie. NOTS Foundation is mede-aandeelhouder, samen met ASN Bank en Oxfam Novib, van Triple Jump BV, een investeringsmanagement firma gericht op ontwikkelingslanden.

www.nots.nl

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons