Het publiek leeft met de Syriërs mee. De politiek steunt de Syrische oppositie. Maar net als bij de Palestijnen, blijft het vooral bij symboliek en retoriek.
De afgelopen tijd sprak ik meerdere Syriërs in het Midden-Oosten die me vertelden hoe moeilijk het voor hen is toegelaten te worden tot een van de Arabische buurlanden – omdat ze Syriërs zijn. De landen willen er niet aan en houden de mensen op zoek naar een veilig heenkomen buiten de landsgrenzen.
Dat is gezien de situatie en de politieke beloftes die worden gedaan opmerkelijk. Zo kon een Syrische vrouw alleen dankzij bemiddeling van bovenaf een heenkomen vinden in Qatar. Maar daar moest ze dan ook blijven: ze kreeg geen visum naar Abu Dhabi om daar haar familie te bezoeken en werd recent de toegang tot Egypte geweigerd waar ze voor haar werk heen moest.
Veel Syriërs die weg konden komen, zitten in Libanon of net voorbij de grens met Turkije, verder dan dat komen velen niet, omdat ze simpelweg niet welkom zijn, behalve dan in de opvangkampen. Daar heb je dan je fraaie Arabische broederschap.
Dat het op zijn kop staande Egypte vreemde beslissingen neemt, mag niet verbazen, maar dat landen als de Arabische Emiraten en Qatar, die zich op de borst kloppen vanwege hun multiculturaliteit en waar mensen uit de hele wereld naartoe komen voor een nieuwe toekomst, mensen weren die ze zeggen te steunen, is duizelingwekkend.
Wat dat betreft lijken de verschillende Arabische overheden verdacht veel op de Nederlandse: zoete broodjes bakken ze als de beste en meeleven doen ze het liefst op veilige afstand.
Foto: Manupa