Tot het laatste moment hadden zich deelnemers aangemeld. Zij wilden óók tekenen. De ruime ontvangsthal van werkgeversorganisatie VNO-NCW, toevallig precies tegenover het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag, bleek gister te krap voor de vertegenwoordigers van ruim zestig Nederlandse bedrijven en maatschappelijke organisaties.
In een grote kring zat DSM hutjemutje naast minister Ploumen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingszaken, Oxfam Novib en Worldvision krap naast Philips, ABN Amro naast Icco. Allemaal ondertekenden zij een Charter ‘on the role of business, civil society and cross-sector partnerships in the post-2015 Development Agenda’. Dat wil zeggen dat de ondertekenaars beloven om zich in te zetten voor het behalen van nieuwe ontwikkelingsdoelen. ‘Nieuwe’, dat slaat op ná 2015, wanneer de acht VN-Millenniumdoelen aflopen.
Leeuwen
Aan de bedrijven ligt het niet, als je afging op de verklaringen. Feike Sijbesma, CEO van DSM nam het voortouw: “Het belangrijkste van de ontwikkelingsdoelen, zoals het bestrijden van armoede, is dat het geen doelen zijn van het Zuiden. Het zijn doelen van de wereld. Het gaat er niet om de problemen van het Zuiden op te lossen, van hún – het zijn ónze problemen die we moeten oplossen.”
Business, de zakenwereld, heeft daarin een grote verantwoordelijkheid, stelde Sijbesma. “We hebben slavernij afgeschaft, en we gooien niet langer mensen voor de leeuwen – in diezelfde lijn past het om honger de wereld uit te helpen.”
We zien dat onze klanten, voor wie we investeren, andere keuzes maken als ze alle informatie hebben
Na DSM volgden verklaringen en praktijkvoorbeelden van andere grote bedrijven. Zo vertelde ABN Amro-bestuurslid Caroline Princen vertelde hoe de bank ‘duurzaam bankieren’ in de afgelopen vijf jaar is gaan toepassen. Er wordt een ‘duurzaamheidsanalyse’ gemaakt. En met effect: “We zien dat onze klanten, voor wie we investeren, andere keuzes maken als ze alle informatie hebben in de waardeketen.” De bank traint zijn managers in het aankaarten van gevoelige kwesties als mensenrechten bij het afsluiten van een nieuwe zakendeal.
Namens Philips riep Jan-Willem Scheijgrond zijn collega’s om “veel meer ambitieus” te zijn. Als voorbeeld noemde hij de bouw van rurale klinieken in Afrika, waarin Philips sinds eind 2013 samenwerkt met Amref. “Tien procent groei zou een lachertje zijn, we moeten ons richten op duizend procent, en zelfs dan.”
Waakhond-functie
En de hulporganisaties? Ook zij roemden het “collectieve doel”, en plaatsten een paar kanttekeningen. Namens Oxfam Novib zei Aletta van der Woude dat het voor ngo’s belangrijk is om de waakhond-functie te vervullen. “We moeten kritisch blijven, dat heeft effect. Kijk maar naar onze Eerlijke Bankwijzer en onze campagne Behind the brands”. Daar waren de aanwezigen het over eens. Scheijgrond (Philips): “we moeten elkaar kunnen aanspreken op elkaars gedrag.”
Maar hoe doe je dat? Daar is vermoedelijk ook een rol weggelegd voor de neutrale derde: wetenschappelijk onderzoekers. Aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, één van de ondertekenaars, zijn “momenteel zo’n tachtig onderzoekers” betrokken bij het onderzoek rond duurzaamheid en de impact ervan, meldde Pauline van der Meer Mohr, voorzitter van EUR.
Poldermodel
De onverwacht grote opkomst maakte duidelijk dat het ondertekenen van dit Charter meer is dan een formaliteit. Minister Ploumen toonde zich tevreden. Ze keek naar de vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en de hulporganisaties: “Ik zie vrienden van mij gezamenlijk aan tafel zitten, die in het verleden alleen niet vrienden van elkaar waren. Fijn.” Kennelijk, concludeerde ze, werkt het oer-Hollandse poldermodel nog uitstekend. En zo hoort het ook, stelde ze. “Het kan alleen lukken als we samenwerken.”
[[{“fid”:”30246″,”view_mode”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:””,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:”ondertekening Charter door Ploumen, Rinnooy Kan, Sijbesma”},”type”:”media”,”link_text”:null,”attributes”:{“class”:”styles file-styles artikel_halve_breedte media-element file-file-styles-artikel-halve-breedte”,”id”:”styles-4-0″}}]]
Ploumen herinnerde de aanwezigen eraan dat er al veel gebeurt. Er zijn “mooie initiatieven” van bedrijven en hulporganisaties, denk aan WPF en DSM, Motorola en Philips.” Toch is dat niet voldoende: “We moeten de schaal vergroten.” En dat was meteen haar oproep voor de nabije toekomst: “Hoe kunnen we de bestaande projecten naar een hoger plan tillen.”
Post-2015 is een term die niet aanspreekt: we hebben een nieuwe naam nodig
De netwerkorganisatie Worldconnectors namen – samen met DSM, NCDO, True Price, VNO-NCW – het initiatief voor het Charter. Erik Thijs van Wedershoven (KPMG), gisteren gekozen om vanaf 2015 Worldconnectors voor te zitten, zei dat het de bedoeling is om begin volgend jaar een stap verder te gaan. “We willen graag dat de deelnemende bedrijven zich echt committeren aan twee of drie ontwikkelingsdoelen.”
En dat is wat Ploumen graag zou zien: “We hebben na 2015 concrete en tastbare resultaten nodig. De Millenniumdoelen lopen af. Post-2105 is een term die niet aanspreekt: we hebben een nieuwe naam nodig, we moeten elkaar opnieuw inspireren.”
En die inspiratie kan iedereen, wat de minister betreft, halen uit zijn eigen omgeving: “De nieuwe ontwikkelingsdoelen zijn inderdaad, zoals Feike Sijbesma zei, universeel. Je kunt ze in je eigen leven toepassen, op elk moment. Denk eraan als je een nieuwe auto aanschaft, of wanneer je nieuwe kleren koopt. Het eten dat je gisteravond weggooide, had je dat niet beter in de koelkast kunnen zetten zodat je zoon van 17 er vandaag na school van had kunnen eten?”