Eind mei onderschepte Birma, ook wel bekend als Myanmar, een boot met 727 mensen aan boord, waaronder 74 vrouwen en 45 kinderen. Volgens de Birmese autoriteiten was de boot al vier weken op zee. Door ziekte en water- en voedselgebrek zijn vijftig mensen onderweg gestorven en overboord geworpen.
Grootschalige, irreguliere migratie was al langer een probleem in Zuidoost-Azië. Maar toen Thailand begin mei de smokkelroutes naar Maleisië afsloot, drong zich plots een grootschalige, regionale crisis op. Verschillende mensensmokkelaars lieten varende boten aan hun lot over, waardoor nu een mix van Birmese Rohingya-vluchtelingen en economische migranten uit Bangladesh op zee dobberen. Naar schatting hebben zo’n 3000 bootvluchtelingen dringend hulp nodig.
Kaart van de smokkelroutes van de bootvluchtelingen. (Bron: UNHCR)
‘Alarmerend niveau’
Reden voor Thailand, Maleisië, Indonesië, Birma en Bangladesh om op 29 mei bijeen te komen voor een spoedvergadering in Bangkok. Ook vertegenwoordigers van de Verenigde Naties (VN) en de Amerikaanse regering schoven aan. Dit was het eerste regionale overleg over de irreguliere migratie in Zuidoost-Azië.
“De toestroom van irreguliere migranten uit de Indische Oceaan heeft een alarmerend niveau bereikt”, sprak de Thaise minister van Buitenlandse Zaken tijdens de vergadering. “Deze situatie heeft effect op landen in de regio. Geen land kan dit probleem alleen oplossen.”
Gevaarlijke overtochtNet als in Europa kennen de bootreizen in Zuidoost-Azië veel gevaren. Schepen verblijven weken op zee, smokkelaars geven hun passagiers amper eten en drinken en veel van hen overlijden tijdens de tocht.
Eenmaal in zuid-Thailand worden de bootvluchtelingen in kampen vastgehouden voordat ze over de grens naar Maleisië werden gebracht. In de verlaten kampen in de jungle ontdekten de Thaise en Maleisische politie onlangs tientallen ongemarkeerde graven van migranten, vermoedelijk vermoord door smokkelaars omdat ze hen niet genoeg konden betalen. Mensenrechtenorganisaties claimen dat corrupte lokale autoriteiten in Thailand en Maleisië al lang wisten over het bestaan van de kampen, maar zich af lieten kopen door de smokkelaars.
Volgens schattingen van The Arakan Project vertrokken maakten in 2013-2014 zo’n 54.000 mensen in boten van de Golf van Bengalen richting Thailand en Maleisië. Dit aantal steeg in
2014-2015 naar 68.000 . De organisatie is een van de weinige die veldteams heeft in het grensgebied van Birma en Bangladesh, vanwaar de boten vertrekken. Ongeveer de helft van alle mensen op de boten zijn economische migranten uit Birma’s buurland.
In een gezamenlijke verklaring maken de verschillende landen afspraken om de grootschalige mensensmokkel beter te bestrijden en de vermiste boten te zoeken. Maleisië en Indonesië zullen de aangekomen vluchtelingen een jaar lang onderdak bieden in vluchtelingencentra. Daarna moet de VN het volgens hen overnemen, en de vluchtelingen elders onderbrengen. De economische migranten uit Bangladesh zullen worden teruggestuurd.
Een boot met 727 Rohingya-vluchtelingen en Bangladezen werd gevonden op 29 mei. (Foto: Birmese regering)
Rohingya vervolging
Internationale mensenrechtenorganisaties verwelkomen het overleg, maar zien ook dat er geen overeenstemming is bereikt over de hoofdoorzaak van de migratiestroom: de vervolging van de ongeveer 1 miljoen staatloze Rohingya-moslims die in schrijnende omstandigheden leven in west-Birma’s Rakhine Staat.
Tienduizenden hebben de afgelopen jaren met behulp van mensensmokkelaars op oude vissersboten de overtocht gemaakt naar zuid-Thailand. Vandaar trekken velen over land naar Maleisië, een relatief welvarend land met een moslimmeerderheid. Hier wacht hen veelal een onzeker bestaan als illegale arbeider.
“Birma liet het woord ‘mensenrechten’ toevoegen in de gezamenlijke verklaring, maar ze hebben geen echte concessies gedaan. Wat Birma wil is veel donorgeld voor Rakhine Staat, maar geen veranderingen in de rechtenschendingen en restricties voor de Rohingya,” zegt Phil Robertons, vicedirecteur van Human Rights Watch Azië, tegen OneWorld. “Zonder juridische veranderingen voor de Rohingya, zullen de boten blijven komen.”
Rohinya-vluchtelingenDe migratiestroom van Rohinya is niet nieuw. Deze kwam op gang nadat in juni 2012 een golf van geweld uitbarstte tussen boeddhisten en de Rohingya-moslim minderheid in Birma’s westelijke deelstaat Rakhine. Zo’n 140.000 mensen, voornamelijk Rohingya, werden uit hun huizen verdreven en leven in onhygiënische, overvolle kampen elders in het land.
Veel Rohingya’s wonen al generaties lang in Rakhine, maar de Birmese regering, gedomineerd door boeddhisten, weigert de Rohingya te erkennen als burgers en claimt dat ze illegale immigranten zijn uit buurland Bangladesh. De staatloze groep is ook in Bangladesh niet welkom. De Rohingya leven hierdoor in extreme armoede en lijden onder ernstige mensenrechtenschendingen door Birmese veiligheidstroepen. Ze kunnen niet vrij reizen en hebben nauwelijks toegang tot overheidsdiensten zoals medische zorg en scholing. Volgens Human Rights Watch steunt de Birmese regering het geweld tegen de Rohingya en draagt het bij aan etnische zuivering van de groep.
Ook de VN en de Amerikaanse regering willen dat Birma de Rohingya volledige burgerrechten geeft. “Een van de belangrijkste dingen is het beëindigen van discriminatie. De Rohingya worden gediscrimineerd, en dat is een van de redenen dat ze vluchten” zei President Obama vorige week tegen Amerikaanse media.
Repressie verscherpt
Het lijkt er niet op dat de situatie in Birma snel zal veranderen. Integendeel: in de afgelopen maanden is de situatie van de Rohingya juist verder verslechterd. Zo besloot de regering in februari om tijdelijke identificatiepapieren – de enige vorm van officiële documentatie die de staatloze groep nog had – te annuleren. Hierdoor wordt het leven van de Rohingya nog een stuk zwaarder. Ook kunnen ze niet stemmen in de verkiezingen in november.
De internationale gemeenschap probeert druk uit te oefenen op Birma om het lot van de Rohingya te verbeteren en belooft tientallen miljoenen hulpgeldgeld voor humanitaire projecten in Rakhine Staat. De regering heeft echter een controversieel humanitair actieplan opgesteld voor de regio waarin permanente segregatie van de Rohingya wordt voorgesteld.
Nu denken Rohingya slechts twee keuzes te hebben: of in Birma blijven en worden gedood, of de zee op met een boot
Robertson, van Human Rights Watch, waarschuwt dat de internationale gemeenschap meer moet doen om de Rohingya te helpen: “De bootvluchtelingen crisis biedt de mogelijkheid vom werkelijke veranderingen in Rakhine-Staat te eisen. Internationaal moeten we nu gezamenlijk Birma dwingen haar beleid te veranderen.”
“De juridische status van de Rohingya is het afgelopen jaar verslechterd,” bevestigt Abu Tahay, lid van de Union Nationals Development Party, een politieke partij van de Rohingya die niet door de overheid erkend wordt. “Nu denken de Rohingya dat ze slechts twee keuzes hebben: of ze blijven in Birma en worden gedood, of ze gaan in een boot de zee op.”
Rohingya kinderen leven in ermbarmelijke omstandigheden in een kamp in west-Birma. (Foto: Paul Vrieze)