De oranje zoete aardappel, ook wel bataat genoemd, is rijk aan betacaroteen dat het lichaam omzet in vitamine A. Een essentiële voedingsstof die kinderen nodig hebben voor groei en ontwikkeling. Kinderen die lijden aan ondervoeding of chronische diarree – verschijnselen die met name voorkomen in ontwikkelingslanden – hebben dikwijls een tekort aan deze vitamine. En door dit vitaminegebrek, lopen kinderen een grotere kans om diarree op te lopen.
Zo'n 190 miljoen kinderen onder de vijf jaar lijden aan een vitamine A-tekort.
Zo'n 190 miljoen kinderen onder de vijf jaar lijden aan een vitamine A-tekort. Dit gezondheidsprobleem komt voor in 73 landen, vooral gelegen in Sub-Saharisch Afrika. Elk jaar sterven er 760.000 kinderen onder de vijf aan diarree. Hoofdoorzaak van deze aandoening bij deze kinderen is ondervoeding.
Volgens de VN-World Health Organization (WHO) worden jaarlijks pakweg 250.000 tot 500.000 kinderen onder de vijf jaar blind door een vitamine A-tekort. Geschat wordt dat de helft hiervan overlijdt binnen een jaar. Ook leidt een deficient mogelijkerwijs tot een toename van moedersterfte.
Onderzoeksresultaten
Het onderzoek Using Agriculture to Improve Child Health: Promoting Orange Sweet Potatoes Reduces Diarrhea van Kelly M. Jones en Alan de Brauw toont aan dat bij kinderen tot vijf jaar in Mozambique de kans op diarree in de week met 42 procent afneemt na het eten van bataat. En bij wie wel diarree krijgt, vermindert de duur van de aandoening met 10 procent bij kinderen tot vijf jaar en met meer dan een kwart bij kinderen tot drie jaar.
Voor het eerst toont een studie aan dat een landbouwgewas de gezondheid van kinderen kan verbeteren. Een vitamine A-tekort kun je opvangen door supplementen in te nemen, maar die zijn relatief duur. De oranje zoete aardappel is stukken goedkoper. Bovendien valt de zoete smaak van de aardappel dikwijls goed in de aarde bij jonge kinderen.
Overigens is een toename van vitamine A niet de enige remedie om diarree bij jonge kinderen te voorkomen. Ook schoon water, hygiënische sanitaire installaties en goede borstvoeding kunnen hieraan bijdragen.
