Mûchiri Njenga is een jonge Keniaanse animatietekenaar. Of beter gezegd: dat is het beroep waar hij mee bekend staat. Want Mûchiri – Bob voor vrienden – spendeert de helft van de dag in zijn smalle, ronde achtertuin in Riruta, een wijk gelegen in het westen van de hoofdstad Nairobi. Bob is namelijk ook stadsboer. Hij teelt zijn eigen groente en fruit en deelt die uit aan buurtbewoners.
Een derde van de huishoudens in Afrika ten zuiden van de Sahara is bezig met city farming
En 'Bob' is niet de enige. Een derde van de huishoudens in Afrika ten zuiden van de Sahara is bezig met city farming. Stadsboeren produceren gezamenlijk een vijfde van het wereldwijd geproduceerde voedsel. In het Afrika ten zuiden van de Sahara, waar 43 procent van de stedelingen in extreme armoede leven en steden in rap tempo groeien, voorziet met name tuinbouw bewoners van eten. Denk aan kiemen, planten, kruiden, bollen, zaden en andere eetbare soorten groente en fruit.
Voedseltekort: een bedreiging voor snelgroeiende stedenOnderzoek van International Fund for Africultural Development toont aan dat een groot aantal huishoudens in Kenia slechts 1 of 2 maaltijden per dag eet. Zo'n 1,5 miljoen mensen lijden aan voedseltekorten in de Keniaanse hoofdstad Nairobi.
Dankzij deze teelt, is de Afrikaanse burger veel minder afhankelijk van transport of infrastructuur. Evenmin van importproducten. Het verschaft werk en garandeert vers en gezond eten. Plus: de investering van een stadsboer hoeft niet groot te zijn. Kortom: het is interessante economische bedrijvigheid voor de Afrikaanse stedeling, die enkel wat kennis van zaken en groene vingers nodig heeft.
Geen grond? Gebruik een zak of waterbuis
Voor diegenen die bijvoorbeeld in de sloppenwijk wonen, zelf geen grond bezitten of die kunnen huren, bestaan er eveneens mogelijkheden. Zo is sack gardening bijvoorbeeld populair. In zakken die je vult met aarde, mest en stenen om het irrigatiewater te draineren, verbouw je bijvoorbeeld boerenkool, wortels, uien, tomaten of spinazie. City- of slum farming lijkt dan ook een succesvolle ontwikkelingsstrategie voor bewoners van arme, dichtbevolkte gebieden zoals de sloppenwijk Kibera. “Iedereen kan tuinieren, zelfs als je geen plaats hebt in of rond je huis, kun je nog aardappels, tomaten of kruiden laten groeien in een zak”, aldus Bob.
Sack gardening. Foto: Flickr/ Engineering for Chance
Wie geen bodem tot de beschikking heeft, kan ook denken aan hydroponic farming. Voor deze landbouwvorm heb je water, mineralen en eventueel andere voedingsstoffen nodig, een aantal pijpen of een bassin. Daarin laat je de gewassen groeien.
Met oog voor de eigen cultuur
Hoe dan ook, Bob’s tuin is groot genoeg voor bodemteelt. Hij oogst zoveel dat hij zichzelf en de buurt kan voorzien van groenten. Buurtbewoners krijgen regelmatig kool, spinazie, broccoli of sla van hem. Gratis. “In onze Kikuyu-cultuur gaat het traditioneel gezien zo: iemand met vee leent een koe uit aan de armste buur. Daar geeft die buurman melk voor terug aan de oorspronkelijke eigenaar. Als de koe een kalf krijgt, is die ook voor hem. Het tweede kalf mag de buurman houden. De mama-koe gaat dan weer terug naar de oorspronkelijke eigenaar. Het is een duurzaam en ontwikkelingsmodel binnen een gemeenschap. Met deze tuin probeer ik dezelfde logica te handhaven”, legt de stadsboer uit.
Om zijn grond vruchtbaar te houden, gebruikt hij mest van de koeien van buren. In ruil daarvoor geeft hij hen groente en fruit uit eigen tuin
In zijn tuin maakt hij gebruik van een permacultuur, een vorm van biologische landbouw die gebruik maakt van meerjarige planten in plaats van wisselteelt. Ook houdt permacultuur – net als de traditionele Kikuy-gedachte – er een holistische benadering op na. “Men zegt dat de Kikuyu het oude Egypte verliet aan het einde van de achttiende dynastie. Onze landbouw heeft altijd al een holistische benadering gehad. Met als filosofie; luister naar de planten, respecteer hun behoeften en experimenteer met hen”, zegt Bob. Hij probeert zo weinig mogelijk in te grijpen in zijn tuin en laat de natuur het liefst zijn gang gaan. Om zijn grond vruchtbaar te houden, gebruikt hij mest van de koeien van buren. In ruil daarvoor geeft hij hen groente en fruit uit eigen tuin.
Groentecirkels
Ook de opstelling van zijn gewassen in cirkelvorm is gebaseerd op de Kikuyu-cultuur. Daarin heeft elke plant zijn eigen energiebehoefte en habitat. “In het midden van de tuin heb ik tijm en salie geplant. Dat zijn twee superfoods die veel gebruikt door de oude Egyptenaren. Ook staat er munt, citroengras en basilicum. In de tweede ring van de sfeer verbouw ik voedsel dat je rauw kunt eten. Denk aan witte en rode bieten, lente-uien, aardbeien, chicorei en diverse slasoorten. In de derde ring staan diverse soorten spinazie, sukuma wiki – Swahili voor nagelkruid – watermeloenen, courgettes, zoete aardappels en komkommers. In de buitenste ring verbouwt hij lokale planten zoals het proteïne – en voedingsrijke amarant, of managa. Dat is een groene bladplant die een hoge dosis vitamine C, calcium en ijzer bevatten. Verder staat hier witte radijs en een van de heetste pepersoorten uit Afrika.