Kijk, hier zie je een lichte beschadiging”, wijst Frits van der Meulen. De druif heeft een kleine, lichtbruine oneffenheid op de schil. Van der Meulen is inspecteur bij het KCB (Kwaliteits-Controle-Bureau). De keuringsdienst controleert, onder toeziend oog van het ministerie van Economische Zaken en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, groente en fruit voor de import, export en interne markt op kwaliteit en uiterlijke kenmerken.
'Volkomen gaaf'
Deze partij Red Globe-druiven uit Chili, met die druif met het vlekje, en zojuist gearriveerd uit de Rotterdamse haven, mag zijn Klasse I-status behouden: minder dan 10 procent van de druiven heeft de lichtbruine vlekjes. Maar lang niet alle vrachten komen er zo gemakkelijk vanaf. Het KCB controleert volgens de handelsnormen van de Europese Unie, die naast kwaliteitseisen ook EU-standaarden voor het uiterlijk van groenten en fruit hanteert.
"Naar schatting komt 5 tot 10 procent van de groente- en fruitoogst niet in het schap terecht door uiterlijke gebreken”
Een eis aan Klasse I-appels luidt bijvoorbeeld: ‘Het vruchtvlees van de appelen moet volkomen gaaf zijn. Langwerpige afwijkingen mogen niet langer zijn dan twee centimeter en het steeltje van de appel mag ontbreken op voorwaarde dat het breukvlak netjes is en de schil eromheen onbeschadigd’. “Naar schatting komt 5 tot 10 procent van de groente- en fruitoogst niet in het schap terecht door uiterlijke gebreken”, zegt onderzoeker Toine Timmermans van Wageningen Universiteit.
Appel: 90 gramVoor de appel, citroen, kiwi, sla, (krul)andijvie, perzik, nectarine, peer, aardbei, paprika, tafeldruif en tomaat gelden specifieke kwaliteitsstandaarden, waaronder ook uiterlijke kenmerken vallen. Zo moet een appel minstens 90 gram wegen en een diameter hebben van 60 millimeter.
Verlies dat vooral hard aankomt bij boeren in zich ontwikkelende landen, zoals Kenia of Brazilië. Een voorbeeld: voor import naar de EU moeten sperziebonen in het daarvoor bestemde schaaltje passen. Doordat ze moeten worden bijgesneden om ze passend te maken, gaat zo’n 30 procent van de groente verloren. Ook sperziebonen die te dik, te dun of krom zijn, worden afgekeurd. Die partijen vinden ook geen aftrek op de plaatselijke markten. Kenianen bijvoorbeeld eten geen babymaïs of voorgesneden sperziebonen. Soms vinden de overschotten nog hun weg naar een buitenlandse markt, zoals Dubai, waar de eisen minder streng zijn. Maar deze Golfstaat is een kleine handelspartner, de vraag naar sperziebonen is er beperkt. Bovendien kunnen supermarkten bestellingen vaak op het laatste moment nog afzeggen.
Lastminute veranderingen van orders plus de hoge cosmetische standaarden vormen volgens Keniaanse boeren de belangrijkste oorzaken voor voedselverspilling in het land.
Zulke lastminute veranderingen van orders plus de hoge cosmetische standaarden vormen volgens Keniaanse boeren de belangrijkste oorzaken voor voedselverspilling in het land. Handel met Europese afnemers brengt financiële risico’s met zich mee die een onofficiële extra handelsbarrière opleveren en daarmee een zware last leggen op de schouders van telers, leveranciers en dagloners. Het Britse onderzoeksbureau Feedback vertelt het verhaal van een Keniaanse bonen teler die door deze gang van zaken wekelijks 40 ton bonen en andere groente verloor, 40 procent van wat hij verbouwt. Daarmee zou je wekelijks 250.000 mensen kunnen voeden in Kenia, waar drie miljoen mensen afhankelijk zijn van voedselhulp door internationale organisaties.
Schoonheidstest voor appels en bonen
Voor elke klasse zijn andere afwijkingen toegestaan. Fruit met een Klasse I aanduiding kan nog in aanmerking komen voor Klasse II, met minder hoge kwaliteitseisen. Zulke producten komen terecht op bijvoorbeeld de dagmarkt, waar de omloopsnelheid hoog is, de prijzen laag en de inkoopeisen minder streng zijn. “Eten weggooien is geldverspilling. Daarom zal een voedselbedrijf er alles aan doen om een bestemming te vinden voor zijn partij”, aldus KCB-inspecteur Van der Meulen. Vaak wordt voor afgekeurde Klasse I-producten een nieuwe afzetmarkt gevonden buiten de EU, waar de regels minder streng zijn, bijvoorbeeld in de niet-lidstaten in Oost-Europa of Rusland, maar dat hanteert sinds augustus 2014 een boycot op EU-groente en fruit.
Van een lading druiven die te veel rotte vruchten bevat, kun je natuurlijk de goede exemplaren selecteren, maar dat kost tijd en geld. Het is dan goedkoper om zo’n partij weg te gooien
De Haks en de Hero’s van deze wereld kopen afgedankte groente- en fruitpartijen op om moes en jams van te maken. Maar soms worden afgekeurde Klasse II-ladingen toch uiteindelijk weggegooid. Van der Meulen schat dat dit enkele tientallen keren per jaar gebeurt. Van een lading druiven die te veel rotte vruchten bevat, kun je natuurlijk de goede exemplaren selecteren, maar dat kost tijd en geld. Het is dan goedkoper om zo’n partij weg te gooien. “In zo'n geval verwijzen we de eigenaar door naar de Voedselbank. Maar wij beslissen daar niet over.”
Kalk of hagelschade
In 2014 keurde het KCB voor de import van groente en fruit 1,15 procent of wel 805 partijen af. Voor de interne markt 602 partijen en voor de export 328 ladingen. Daarbij zaten onzuivere mango’s uit Brazilië met kalk op de schil en partijen Hollandse appels met hagelschade. Deze afgekeurde partijen belanden niet automatisch op de afvalberg. De EU deelt groente en fruit in drie klassen in: Extra, Klasse I, Klasse II.
Alle supermarkten in Nederland willen bloemkolen met een diameter van 17 cm.
Alle bloemkolen even groot
Naast de inspecties die worden uitgevoerd door het Kwaliteits-Controle-Bureau worden groente en fruit onderworpen aan controles door bedrijven. De eisen van supermarkten aan groente en fruit zijn nog strenger dan die van de EU. Bloemkolen die bij Albert Heijn op de groenteafdeling liggen zijn allemaal even groot. Dat komt doordat ze per stuk zijn geprijsd, niet per gewicht. AH wil zo voorkomen dat kleine exemplaren overblijven in de winkel. Een natuurproduct met een standaardgrootte? Ja, dat is mogelijk door op het juiste moment te oogsten, vertelt een medewerker van Bakker Barendrecht, een Nederlands bedrijf dat groente en fruit keurt en levert aan Albert Heijn. Een Noord-Hollandse bloemkoolteler, die anoniem wil blijven, vertelt dat niet alleen zijn klant Albert Heijn een specifieke wenst heeft, maar dat alle supermarkten in Nederland bloemkolen met een diameter van 17 cm willen. De teler controleert elke dag of de kolen groot genoeg zijn om te oogsten. “Een bloemkool van 14 cm verkopen we door als Klasse II-product. Aan Engeland of Scandinavië bijvoorbeeld, daar eten ze wel kleinere exemplaren.”
Soms laat hij de te kleine kolen op het land staan. In het uiterste geval worden ze verwerkt tot koeienvoer. Dat aandeel bedraagt volgens hem maar enkele procenten van de hele oogst.
Wat kun je zelf doen?
- Koop groente en fruit direct bij de boer.
- Vraag supermarkten en telers om afgedankt voedsel. Maak er jam, sap, moes of puree van.
- Verwerk fruit in een smoothie en groente in soep of pastasaus.
- Organiseer een maaltijd voor vrienden met afgedankt, gezond eten.
- Sluit je aan bij de Krommunity, een netwerk van telers, consumenten: kromkommer.com
- Teken het pact tegen voedselverspilling: damnfoodwaste.com of doe mee met de internationale campagne Feeding5K: feedbackglobal.org
- Sluit je aan bij een van de Foodguerilla-initiatieven
Kinderappels
Appels moeten van de supermarkt een diameter van tussen de 75 en 80 millimeter hebben. Dat is een strengere eis dan die van de Europese Unie, die per appel een minimum van 60 millimeter rekent. Judith Appelhof, teler uit Zeewolde: “Onze kleinere appels worden onder de naam kinderappels verkocht, grotere appels gingen voorheen naar Rusland.” Ze vervolgt: “Supermarkten willen appels met het uiterlijk van een kleurplaat, mooi van vorm en zonder plekjes.”
“Ze willen aan de ene kant producten die er tiptop uitzien, aan de andere kant willen ze zo weinig mogelijk bestrijdingsmiddelen. Dat is tegenstrijdig.”
De misvormde exemplaren gaan naar schillerijen. Die leveren de appels aan bakkerijen om er appeltaart of appelflappen mee maken. Afgelopen jaar keurde de supermarkt een deel van Appelhofs peren af. Deze zogenaamde flesperen waren te lang en te slank en hadden dus niet de ideale ‘peervorm’. Onrealistisch, volgens Appelhof: “Net als op tv: daar zie het publiek alleen vrouwen met maatje 36, terwijl je op de Libelle Zomerweek vrouwen van heel ander formaat ziet.” Appelhof betreurt de strenge uiterlijke eisen van supermarkten. “Ze willen aan de ene kant producten die er tiptop uitzien, aan de andere kant willen ze zo weinig mogelijk bestrijdingsmiddelen. Dat is tegenstrijdig.”
Verwend
De supermarkt wil een oogstrelend aanbod op maat, omdat het beter verkoopt. De consument wil geen kat in de zak kopen. En de EU wil fraaie groente- en fruitsoorten, omdat dit de export ten goede komt. Maar de natuur levert geen pure perfectie en standaardmaten. Iedereen die een moestuin heeft, kan dit beamen. Met het oog op de groeiende wereldbevolking en de uitdaging om al die monden te voeden, is het cruciaal dat zo min mogelijk landbouwproducten al verloren gaan voor ze bij de consument belanden. Want je kunt nog zoveel koken met kliekjes: zolang imperfecte maar goed eetbare partijen groente en fruit bij het afval belanden, blijft voedselverspilling bestaan.
Dit artikel verscheen eerder in OneWorld magazine, nr. 5 2015.