De toekomst van de menselijke voedselvoorraad ligt op zee. Tenminste, als we Marc van Rijsselberghe mogen geloven. Deze dwarse Texelse landbouwer heeft een aardappel gevonden die gedijt op zilt water. Een klein wonder van een aardappel, die volgens de teler zilt maar tegelijk ook zoet smaakt. “Soorten die je op zeewater kweekt, maken in reactie daarop meer suikers aan.”
Wonder of niet, handig is zo’n pieper op zoutkracht wel. De Wereldbank noemt het wereldwijde gebrek aan zoet water als het grootste probleem waar de planeet mee te kampen krijgt. Door de stijging van de zeespiegel en slordig verbouwen raken bovendien steeds meer landbouwgronden, rivieren en meren verzilt, en dus als het ware onbruikbaar. “Het is zo gebeurd: er is maar een heel klein beetje besmetting met zout in je grondwater nodig om je bodem te verzilten.”
De aardappel – liefdevol Miss Mignonne genoemd – is het eerste succes van Het Zilt Proefbedrijf, dat meer dan 160 landbouwgewassen op zouttolerantie test. Hij wordt al naar landen als Pakistan geëxporteerd, waar de soort op verzilte gronden soelaas biedt. De uitvinding kwam er, benadrukt de teler, met vooral boerenverstand en zonder wetenschappelijke methode. “Wetenschappers zouden willen kijken naar de genen: hoe kan het dat een bepaalde soort het beter doet dan een andere? Dat interesseerde ons niet, we wilden snel weten welke soort overleeft zonder ons nog een minuut langer met de dooie aardappels bezig te houden.”
Een landje zeekool bij het Proefbedrijf op Texel.
Natuurlijke plantensoorten die verzilting het hoofd kunnen bieden zijn er volgens Van Rijsselberghe genoeg. “Veredelen was niet eens nodig. Mijn leveranciers halen in Bolivia en Peru steeds nieuwe aardappelrassen op. Dat zijn er duizenden.” De praktische aanpak van Zilt Proefboederij staat ondertussen wereldwijd in de belangstelling, met als klap op de vuurpijl de toekenning van de prestigieuze USAID grand challenge award. Fijn, vindt Van Rijsselberghe, die zich hier soms met zijn zilte landbouw een beetje een roepende in de woestijn voelde. Van onze landbouwuniversiteit Wageningen kon hij bijvoorbeeld geen steun verwachten . “Ook zo’n zoetwaterverslaafd instituut.”
Willen ze de wereld kunnen blijven voeden, dan zullen boeren volgens Van Rijsselberghe dat zilte water dus maar eens moeten omarmen. “We moeten kijken naar wat we juist in samenwerking met de zee kunnen uithalen. Iedereen probeert altijd van zout water zoet water te maken, maar dan bekijk je het probleem verkeerd om.”
Juist op de rafelige randen tussen zee en land staat heel veel te gebeuren
Nederland heeft zich lang achter de dijken teruggetrokken en de zee het domein van de vissers gelaten. “Maar ik geloof dat we ons niet meer moeten afsnijden. Juist op de rafelige randen tussen zee en land staat heel veel te gebeuren.” Dat zilte ecosysteem kan ons bijvoorbeeld meertjes met garnalen opleveren, of ‘poeltjes met eiwit’ zoals Van Rijsselberghe ze liefkozend noemt.
De zilte aardappel ligt binnenkort in natuurwinkels. De aardappels zijn met vijf euro de kilo goed aan de prijs, maar een deel van de opbrengst wordt gereserveerd om de aardappel en andere ziltresistente soorten naar arme landen te kunnen exporteren. Het verplaatsen van de aardappel blijkt nog lastig: ze wordt nogal eens als ‘onbekende soort’ bij de grens tegengehouden. “Dat soort hobbels kost enorm veel energie. Maar ik ben ondertussen wel gewend om tegen de stroom in te varen. Ik begon vijfendertig jaar geleden met biologisch boeren en toen kon ik op invallen van de VWA rekenen. Nu ligt biologische waar zelfs in de Albert Heijn.”