Even terug naar afgelopen augustus. Door droogte in het binnenland van Suriname kwam het land zonder stroom te zitten. Het merendeel van de elektriciteit wordt al sinds de jaren zestig opgewekt door een waterkrachtcentrale. Maar het waterpeil van het stuwmeer stond de laag. Een maand lang werden Surinamers op rantsoen gezet: om de beurt werden wijken afgesloten van stroom.
Onmiddellijk na de stroomschaarste haalde Orlando Olmberg, directeur van het zonnecellenbedrijf Guguplex, het Surinaamse nieuws. De vraag naar zonnepanelen zou explosief zijn toegenomen. Maar als we hem een paar maanden later spreken, blijkt de realiteit iets weerbarstiger.
Lastige afweging
Zowel voor particulieren als bedrijven blijft de overstap op groene energie een lastige afweging. Hoe kan dat? Suriname is toch een tropisch land? Waarom legt niet iedereen een zonnepaneeltje op het dak? Dat is dus nog niet zo simpel. Om te beginnen: groene stroom kan vaak niet uit. De stroomtarieven in Suriname zijn de laagste van het Caraïbisch gebied.
Bij zulke prijzen loont de investering niet
Voor een kilowattuur stroom betalen consumenten 6 eurocent. De overheid legt daar flink op toe. “Bij zulke prijzen loont de investering in zonnecellen niet”, zegt Olmberg. Wat zonne-energie extra duur maakt in Suriname: je kunt stroom niet terugleveren aan het net. Daardoor kun je niet verdienen aan je overtollige stroom.
Dat is een kwestie van wetgeving. Staatsenergiebedrijf EBS heeft het monopolie op de distributie van stroom. “Je moet nu batterijen kopen om de elektriciteit die je opwekt op te slaan”, legt Olmberg uit. “Dat maakt een installatie 40 procent duurder.”
Schaalprobleem
Met iets meer dan een half miljoen inwoners heeft Suriname bovendien een schaalprobleem, legt Sefton Lo uit. Zijn bedrijf Nextra Technologies begeleidt de bouw van een pilot-zonnecentrale in opdracht van nationale oliemaatschappij Staatsolie.
Zonne-energie heeft zijn ups en downs: bij bewolking en ‘s nachts leveren panelen minder stroom. “Als veel particulieren en bedrijven overstappen op zonne-energie wordt het kleine stroomnet instabiel”, zegt Lo. Verhoging van de stroomprijs is een heet politiek hangijzer. Zo’n impopulaire maatregel kost stemmen. Toch is het onontkoombaar, want nu komt de EBS geld tekort voor investeringen in de infrastructuur.
Je moet batterijen kopen om de elektriciteit die je opwekt op te slaan
President Desi Bouterse heeft aangekondigd dat, om te beginnen, grote bedrijven en buitenlandse ambassades 30 procent meer gaan betalen. Die meldden zich als eerste bij Olmberg, vertelt deze. Maar veel grote bedrijven en instellingen hebben al een generator op diesel staan, voor het geval de stroom uitvalt. “Bedrijven hikken tegen de extra investering van een zonne-installatie aan”, zegt Lo.
Mix
Lo ziet voor Suriname een toekomst met een mix van diverse duurzame technieken. Neem biocentrales: het oerwoud en de landbouw bieden genoeg plantenresten om te verstoken. “Op de rivieren in het binnenland zijn kleinschalige hydocentrales ook een optie”, zegt Lo.
Staatsbedrijf EBS maakte onlangs bekend met Nederlandse investeerders te praten over de opzet van kleine zonnecentrales. Kleinschaligheid is ook voor Olmberg het toverwoord. In het dunbevolkte Suriname hoeft dat niet te verbazen. Zijn bedrijf richt zich nu vooral op het diepe binnenland. Guguplex won een innovatieprijs voor de manier waarop het geïsoleerde dorpen van zonne-energie voorziet.
Vaak zijn die dorpen nog afhankelijk van oude generatoren, die een paar uur per dag draaien. De brandstof daarvoor wordt over korjalen over de rivier aangevoerd, waarbij er regelmatig ladingen in het rivierwater verdwijnen. Niet erg duurzaam, allemaal.
Olmberg zou best een zonnecentrale van een paar megawatt willen bouwen. Maar eerst maar eens die stroomprijs omhoog. “17 à 20 dollarcent zou ik een redelijke inkoopprijs vinden”, zegt Olmberg. Zelfs voor zijn eigen bedrijfspand houdt hij het voorlopig op goedkope stroom van de EBS.