[[{“fid”:”32653″,”view_mode”:”file_styles_artikel_kwart_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_kwart_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:”Het nieuwe feminisme met mannen Nikki van der Gaag “,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:”Feminism &Men Nikki “},”type”:”media”,”link_text”:null,”attributes”:{“class”:”styles file-styles artikel_kwart_breedte media-element file-file-styles-artikel-kwart-breedte”,”id”:”styles-5-0″}}]]
Wat is de belangrijkste boodschap van je boek?
“Ik wil mensen aan het denken zetten over wat feminisme betekent. Het gaat over vrouwen maar ik wil laten zien waarom mannen hierin betrokken moeten worden. De beweging kan op haar beurt ook mannen beïnvloeden. We moeten die dialoog starten en het van een andere kant bekijken. Het gaat ook om het leven van vrouwen én mannen. Het is 20 jaar geleden dat de grote vrouwenconferentie van de Verenigde Naties in Beijng plaats vond. De afgelopen periode is er in veel landen in de wereld veel verbeterd voor de positie van vrouwen. Maar in de afgelopen jaren is er ook heel veel niet veranderd. Zoals het geweld tegen vrouwen; dat is niet afgenomen.”
Je maakt een vergelijking tussen rijke en arme landen. Zie je vooral verschillen of ook veel overeenkomsten?
“Er zijn vooral ook veel verschillen binnen landen. Als je arm bent dan is de kans groter dat je het ook op gebied van gender-gelijkheid minder hebt getroffen. En dat geldt voor alle landen; rijk én arm. Er zijn veel overeenkomsten. De geweldskwestie is echt iets dat door alle landen heen loopt én het loopt dwars door alle standen en etnische groepen heen. Het geweld tegen vrouwen in Europa is net zo hoog als in arme landen. Een derde van de Europese vrouwen krijgt er mee te maken! En als je naar macht kijkt dan zie je dat wereldwijd 21,9% van de politici vrouw is. In het Verenigd Koninkrijk, waar ik woon, is het slechts 22,6%. De cijfers in Nederland liggen iets hoger; 38,7%. Sommige van die cijfers zijn wat gestegen, maar andere zijn weer gedaald. We zijn er nog lang niet.”
Er is sprake van een revivial in het feminisme
Nikki van der Gaag is consultant en schrijver. Ze richt zich vooral op feminisme en gender vraagstukken, vluchtelingen en armoede. Ze woont in Engeland en heeft een Nederlandse vader.
Je zegt dat geweld tegen vrouwen niet afneemt. Ken je voorbeelden van landen of gebieden waar geweld wel succesvol naar beneden is gebracht?
“Belangrijk is dat het van boven af én onderop moet komen. Veel landen hebben wel beleid. Maar beleid moet ook nageleefd worden. Het betekent dat mannen die zich schuldig maken aan geweld worden gestraft. Er zijn voorbeelden bekend waarbij politieagenten getraind worden om beter met vrouwen om te gaan. In veel landen maakt de politie het erger. Ze verkrachten vrouwen, behandelen ze slecht of ze nemen de vrouwen niet serieus. Zelf in een land als Nederland of Engeland worden vrouwen vaak niet geloofd. Ook hier is training dus belangrijk. En daarnaast is scholing met een duidelijkere focus op gender en seksualiteit van belang. Als jongens opgroeien en als voorbeeld meekrijgen dat het acceptabel is om vrouwen te slaan of als zij zelf met geweld opgroeien, dan is het risico groot dat geweld zich weer herhaalt.”
Mannen die zelf veel geweld gebruiken, dat zijn geen gelukkige maar verdrietige mannen
Kan je daar een voorbeeld van geven?
“In Engeland zijn er steeds meer jongens die meiden lastigvallen. Dat gebeurt ook op universiteiten. Er heerst een zogenaamde ‘lad culture’ (‘slang’ taal voor jonge man red.); het is stoer om vrouwen lastig te vallen. Er lopen nu projecten waarbij jongens een ‘Bystander’(te vertalen als ‘omstander’) training krijgen; als een jongen een vrouw lastig valt, dan spreekt een andere jongen de dader hier op aan. Dat gebeurt nu omdat de situatie erger wordt. Er is meer intimidatie op universiteiten. Je zou verwachten dat het beter gaat, dat mensen wijs genoeg zijn, maar dat is dus niet zo.
Programma’s die zich op mannen richten
Het MenCare+ en de Global MenCare Campaign van Rutgers WPF en Promundo stimuleert vaders om meer betrokken te zijn bij de zorg voor hun kinderen. Zo verenigen vaders in Nicaragua, Botswana, Namibië en Zuid-Afrika zich in groepen en wisselen ze informatie uit.
In Engeland heb je een programma ‘Great men value women’. De organisatie gaat bij scholen langs om met jongens te praten.
De organisatie Parivartan in India sluiten aan op de activiteiten die mannen sowieso al ondernemen. Ze bereiken mannen en jongens bijvoorbeeld via sport.
Geloof jij dat mannen ook echt betrokken willen worden?
Ik sprak eens met een groep mannen van de Dominicaanse Republiek die bij een project van Plan betrokken waren. Zij waren bezorgd om het geweld tegen vrouwen. Veel vrouwen migreren daar om elders te werken. Als ze thuis komen is hun zelfvertrouwen gegroeid, ze hebben veel geleerd en ze hebben een eigen inkomen. De thuisgebleven mannen voelen zich dan minderwaardig en uitten dat door middel van geweld. Als je deze mannen spreekt zijn ze zelf ook niet blij met de situatie. Veel mannen hebben nergens ruimte om over hun eigen situatie te spreken zonder gezichtsverlies te leiden. Veel mannen stellen dat ze betere vaders voor hun kinderen willen zijn. Ze moeten hun eigen mannelijkheid als het ware opnieuw uitvinden.
[[{“fid”:”32655″,”view_mode”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:”Feminisme symbool teken “,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:”Feminisme Foto: Flickr CC”},”type”:”media”,”link_text”:null,”attributes”:{“class”:”styles file-styles artikel_halve_breedte media-element file-file-styles-artikel-halve-breedte”,”id”:”styles-4-0″}}]]
Je stelt dat mannen kunnen leren van de feministische beweging maar ook van die van de LGTB beweging?
“Van de LGTB beweging kunnen ze leren dat er verschillende manieren zijn om man te zijn. Als je homoseksueel bent dan ben je altijd gewend om heersende beelden aan de kaak te stellen. Wat betreft de vrouwen-beweging gaat het meer om organiseren. Daar is de beweging heel succesvol in. Uiteindelijk gaat het er om dat mannen de voordelen inzien van een meer gelijkwaar-dige benadering. Er zijn genoeg mannen die dat pad van macht en geweld niet op willen, maar geen andere opties zien. Je moet ze dus een ander perspectief bieden.”
Hoe gaan we dit verkopen aan ‘de man’?
“We moeten ten eerste meer werk gaan maken van de verkoop. (Lachend) Uit onderzoek blijkt dat mannen die huishoudelijke taken doen betere seks hebben. Dat werkt misschien, al was dat onderzoek wat controversieel.” Maar vrouwen zijn bang om mannen te betrekken. Op de eerste plaats zijn vrouwen bezorgd om de budgetten. Kleine vrouwenorganisaties zijn bang dat ze hun budget kwijt raken of dat het geld meer versnipperd raakt en ook naar mannen- organisaties zal gaan. Er is overigens geen bewijs dat dit ook echt gebeurt. Het tweede zorgpunt gaat om gehoord te worden. Ook al doen er maar een paar mannen mee in een discussie, dan zijn ze toch vaak dominant.”
Mannen willen betrokken zijn
Wat was voor jou de belangrijkste aanleiding om het boek te schrijven?
“Ik had aan het rapport ‘State of the World Girls’ gewerkt van Plan International en andere vergelijkbare publicaties en ik kom regelmatig in andere landen. Het viel me op dat de jongens ook betrokken willen zijn. Ik heb toen voorgesteld om ook aandacht aan jongens te besteden. Dat leidde tot veel discussie maar uiteindelijk is er ook een rapport gekomen (State of the World’s 2011) dat in ging op de vraag hoe jongens en mannen gender-gelijkheid kunnen ondersteunen. Ik zag dat de discussies heel gescheiden verliepen en ik wilde ze graag bij elkaar brengen. Vrouwen die ik spreek willen er zelf ook mannen bij betrekken. Ze wonen samen met hun mannen en zonen. Er was ook een persoonlijke aanleiding om meer aandacht aan mannen te besteden. Ik heb mijn kinderen (een meisje en jongen) altijd zo willen opvoeden dat ze gelijkwaardige kansen kregen. Toen mijn zoontje acht was, vroeg hij op een keer in de supermarkt waarom ik toch zo geobsedeerd was door vrouwenrechten. Dat zette me wel aan het denken.”