Een oorlogsdaad noemde president Hollande de aaslagen die Parijs hard troffen. De terreuraanslagen van 13/11 brachten 129 mensen om het leven en ruim 300 gewonden. Hiermee is het de grootste terreuraanslag in Frankrijk sinds de Tweede Wereldoorlog. Van alle kanten komen steunbetuigingen voor de slachtoffers en hun nabestaanden, maar ook kritiek op het selectieve medeleven circuleert.
Terreur creëert samenhorigheid
Steun en empathie kleuren de wereld en domineren de sociale media. Met #PorteOuverte openden Parijzenaren hun deuren voor de mensen die een schuilplek zochten. Monumenten als de Berlijnse Brandburger Tor, het Operahuis in Sydney en de Amsterdamse Dam zijn verlicht met de kleuren van de Franse vlag. Ook Mumbai – dat in 2008 getroffen werd door aanslagen – deelt haar steun met leuzen als “Terrorists versus Mumbai. Terrorists versus Paris. We can overcome. So will you!”
Nous sommes solidaires avec vous
“Nous sommes solidaires avec vous. Nous sommes tous ensemble. We stand with you. United”, sprak premier Cameron als reactie op de Parijse aanslagen. Waar IS doelt op polarisatie, lijkt de terreur ook de sociale cohesie te bevorderen binnen de Westerse samenleving. Mensen verzamelen zich op pleinen om samen hun steun te betuigen. Democratie en gedeelde waarden worden naar voren geschoven als tegenhanger van terreur. “We are reminded in this time of tragedy that the bonds of liberte, egalite, fraternite, are not just the values French people share, but we share,” stelt Amerikaanse president Obama. Hij roept nog luider dat de aanslagen van 13/11 niet alleen aanval zijn op de Fransen, maar “on all of humanity.”
Westerse bias
Terwijl burgers en wereldleiders zich verenigen en hun steun betuigen, speelt er ondertussen het idee van onrechtvaardigheid op. Hoezo zijn de Parijse aanslagen van betrekking “on all of humanity” en niet de bomaanslagen van IS op het Parijs van Midden-Oosten? Terwijl ook in Beirut zeker 43 doden vielen de dag voor het leed in Parijs. Waar in 2015 medeleven werd getoond met de 148 Keniaanse studenten die hun leven verloren als gevolg van de terreur van islamitische terreurgroepering Al-Shabaab, lijkt de hashtag #147notjustannumber (het dodenaantal was eerst op 147 gesteld) van weinig betekenis naast de actuele in vergelijking met de aandacht voor Parijs.
Het ene slachtoffer prevaleert boven het anderen. Dat voedt het gevoel van onrechtvaardigheid. Parijs laat zien dat terreur ons met name raakt als we ons kunnen identificeren met de slachtoffers en actie slechts wordt ondernomen als het in onze thuishaven is. Een Westerse bias stelt de ene ramp boven de andere.
De toekomst van solidariteit
In de kritiek op de steun aan de Parijse slachtoffers zit een kern van waarheid – de geografische en culturele nabijheid draagt bij aan het gevoel van urgentie. Maar dat is geen voorwaarde. In 2008 zijn er wereldwijd kaarsen aangestoken voor de slachtoffers van de Mumbai-aanslagen. De wereld uit haar medeleven in situaties van terreur, maar de deze uitingen verwateren snel genoeg weer.
Mooi hoor, die solidariteit, maar wat is ’t waard als we het zo weer vergeten zijn? Minister van Buitenlandse zaken, Bert Koenders, pleit voor solidariteit met het Franse volk. “We mogen ons niet uit elkaar laten spelen.” Solidariteit is echter niet de oplossing beargumenteert Koenders in de nasleep van 13/11. De strijd tegen terreur is een internationale uitdaging. “Daar moeten we samen een antwoord op vinden.”
De oplossing ligt in handen van de politiek, wiens acties in de strijd tegen terreur mede bepalen hoe we 13/11 zullen herinneren. In de tussentijd helpt solidariteit om de eenheid te bewaren.