“De Birmese Lente is niet hetzelfde als de Arabische”, legt de Nederlandse journalist Hans Hulst uit, uitkijkend over het modderige stadscentrum van Yangon. De regentijd is net losgebarsten, dus de riolen overstromen in de voormalige hoofdstad, ook wel bekend als Rangoon. “Dit land is écht aan het democratiseren, er mag gedemonstreerd worden, er zijn vakbonden en de pers is een stuk vrijer geworden, ook al is daar nog vanalles op aan te merken”.
Birma of Myanmar (beide kan) heeft geen bloedige en vervolgens mislukte revolutie meegemaakt, zoals in de Arabische wereld. Dit langzame democratiseringsproces is bedacht door de generaals. Hulst: “De grote vraag is of er nog een terugval komt, vooral met het oog op de verkiezingen eind 2015. Ik denk dat de komende anderhalf jaar ontzettend interessant gaan worden in Myanmar.”
Hans Hulst komt al sinds 2000 regelmatig in een van de meest onderdrukte en armste landen ter wereld. “Mijn boek gaat over de transitie waar Birma nu inzit, na 50 jaar dictatuur. Aanvankelijk raakte ik geïnteresseerd omdat ik met een Birmese was getrouwd en zodoende steeds dieper in dit land ben gezogen”. Na zijn persoonlijke betrokkenheid bij de desastreuze nasleep van de Nargis cycloon in 2008 (hij deelt zelf hulpgoederen uit in het rampgebied), begint hij aantekeningen te maken, die uitmonden in een degelijk journalistiek boekwerk dat sinds vorige week in de winkels ligt.
Explosief
“Ik denk niet dat het leger weer de macht zal grijpen, maar het land bevindt zich wel in een hele delicate periode, waarin het nog steeds alle kanten uit kan gaan. Er is instabiliteit, problemen met de Rohingya, racisme, ook onder de gewone Birmezen hier en de uitkomst van de volkstelling binnenkort is potentieel explosief”.
De Zuid-Oost Aziatische regio is momenteel instabiel te noemen, met de recentelijke militaire coup in buurland Thailand, religieuze spanningen in Maleisië en algehele angst voor militaire grootmacht China. Het maakt het herstel van Birma alleen maar van groter strategisch belang. De hamvraag die vele diplomaten, journalisten en investeerders mateloos interesseert is daarom of dit land er wel in gaat slagen om een functionerende democratie te worden met een open economie.
Aung San Suu Kyi
“Het ziet er niet naar uit dat Aung San Suu Kyi (de Nobelprijs winnares en oppositieleider van de NLD -red.) president kan worden bij de volgende verkiezingen, aangezien de huidige grondwet dat haar verhindert. Wel zou er na de verkiezingen een coalitie gevormd kunnen worden tussen de huidige regeringspartij en de NLD. Deze geleidelijke overgang lijkt me het beste scenario. Voor te snelle veranderingen is de NLD nog niet klaar en zou de kans op een militaire coup juist weer vergroten”.
Onlangs bezocht de Nederlandse minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) Birma. “De rol van Nederland is vrij bescheiden, in termen van investeringen. Wel domineert Nederland de wateragenda. Het viel me op tijdens het bezoek van de minister, dat de politieke context niet echt meer een rol speelt, het gaat echt om handel. Er werd geen begrip getoond voor bijvoorbeeld de spanningen met etnische minderheden die liever federalisme willen. Doet dat weer de burgeroorlog oplaaien? Ik had het idee dat deze minister daar niet veel oog voor had”.
's Werelds langstlopende burgeroorlog
Wie ‘Birmese Lente’ leest krijgt wel een genuanceerd beeld over de talloze mensenrechtenschendingen, moedeloos makende corruptie en ‘s werelds langstlopende burgeroorlog. Hulst zegt daar zelf over: “Het gaat om een unieke ommekeer van een van de oudste dictaturen naar een democratie. De manier waarop dat hier geregeld wordt, is heel anders dan bijvoorbeeld in Noord-Afrika na de omwentelingen. Birma is vooral zo complex door meer dan honderd etnische minderheden, door rijke grondstoffen en de democratische strijd en het leger”.
Het boek is goed leesbaar, maar de inhoud niet licht verteerbaar. Het verschaft een indringend beeld van de huidige politieke complexiteit, door een mix van interviews met verschillende maatschappelijke sleutelfiguren en eigen observaties. Wellicht dat sommige lezers ook een interview met Aung San Suu Kyi zelf verwachten, maar dat mist. De auteur merkt terecht op dat veel Westerse media altijd de focus op haar leggen, terwijl ze slechts een van de vele pionnen in dit strategisch schaakspel is. En ‘de Dame’ geeft tegenwoordig nog maar zelden interviews.
Hulst geeft blijk van grondig journalistiek onderzoek, wat juist in een land waar niets is wat het lijkt, van groot belang is. Voor wie ooit plannen heeft om dit prachtige land te bezoeken, is het lezen van ‘Birmese Lente’ zeker de moeite waard. Het zal helpen de bizarre tegenstellingen van arm en rijk en ontvlambare etnische spanningen beter te begrijpen.
Ole Chavannes werkt zelf voor Birmese media en woonde vorig jaar in Yangon.