Achtergrond

“Vredesonderhandelingen” tussen Shell en dorpbewoners Nigerdelta

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

De haat tegen de SPDC zit diep bij sommige dorpsbewoners van Bodo, een gemeenschap van 69.000 mensen in Ogoniland, in de Nigerdelta – in het zuidwesten van Nigeria. SPDC is een joint venture van Shell, het Nigeriaanse staatsoliebedrijf, Total en Agip, en boort al twintig jaar niet meer naar olie in Ogoniland. Maar de Trans Niger-pijplijn loopt dwars door het regenwoud waar tientallen gemeenschappen afhankelijk zijn van de visserij en landbouw. “Shell ziet ons niet als mensen”, zegt Veronica Adakobana, lid van de aan Boko grenzende Goi-gemeenschap in Ogoniland. “Ze hebben veel geld en macht, en ze gebruiken het om hun verantwoordelijkheden te ontlopen.”

Shell ziet ons niet als mensen

Minister Ploumen
Adakobana is naar Bodo gekomen omdat de Nederlandse minister Lilianne Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking een bezoek brengt aan het dorp. Ploumens bezoek zorgde voor de nodige aandacht: honderden bewoners van verschillende gemeenschappen uit Ogoniland verdrongen zich om de minister, terwijl een aantal haar vertelde over de problemen waarmee hun dorpen de laatste jaren geworsteld hebben. Problemen als: verlies van mangrovebossen, oppervlakte- en grondwatervervuiling, grote hoeveelheden olie op het land. Het staat uitgebreid beschreven in het rapport van UNEP (UN Environment Programme) dat in 2011 uitkwam, en dat door alle partijen, inclusief Shell, erkend werd.

Ik wilde de problemen eens met m’n eigen ogen zien

Opruimen olie
“Ik wilde de problemen eens met m’n eigen ogen zien, en zelf de verhalen horen”, zegt Ploumen na afloop van het bezoek. “Nederland heeft al langer aandacht voor de problemen in de Nigerdelta. Vorig jaar hebben we het initiatief genomen tot bemiddeling tussen de verschillende partijen in Bodo, onder leiding van oud-ambassadeur Bert Ronhaar”, zegt ze. Doel van de bemiddeling is de aanbevelingen uit het UNEP-rapport op te volgen. De olie moet opgeruimd worden, zodat de natuur herstelt – er zijn enorme stukken mangrovebos verdwenen, en daarmee de visgronden waar de gemeenschappen van leefden.

Oliediefstal
Het opruimen moet gebeuren door internationaal erkende bedrijven, maar ze moeten lokale jeugd opleiden om het te doen. “Dan kunnen die mensen zelf vervolgens in andere delen van Ogoniland helpen bij het schoonmaken”, zegt Ploumen. Het betrekken van de lokale jeugd is belangrijk, benadrukt dominee Edward Obi, voorzitter van NACGOND, een federatie van 20 milieu-ngo’s en partij in de bemiddeling “Nu zijn ze vaak de voetsoldaten van de grote kartels die olie stelen uit de pijplijn, maar als we ze een alternatief kunnen bieden, bieden we ze een toekomst”, zegt hij. En dat is een derde doel: het verbeteren van het beheer van de pijplijn en het tegengaan van oliediefstal. Dat moet leiden tot minder nieuwe olievervuiling.

Minister Ploumen bekijkt de Nigerdelta vanuit de lucht

Hoge verwachtingen
Het bezoek van minister Ploumen aan het gebied wordt gezien als bevestiging dat er nu, met de nieuwe bemiddeling, echt iets gaat veranderen. “Dat ze het risico neemt  om hier te komen, betekent dat ze de durf heeft om ons te helpen”, zegt chief Sylvester Zara-Kokpa van de Bodo-gemeenschap. “Shell zal naar haar luisteren”, voegt Mene Eric Dooh, van de aangrenzende Goi-gemeenschap toe. Ploumen zelf probeert de verwachtingen wat te temperen. “Geef me alsjeblieft de tijd om goed na te denken over hoe we verder kunnen helpen”, zei ze tegen de lokale ngo’s.

Voor de rechter
De “”vredesonderhandelingen” staan los van de rechtszaak die de Bodo-gemeenschap in Engeland voert tegen Shell om compensatie. “We hopen natuurlijk dat Shell en de gemeenschap buiten de rechtszaal om tot overeenstemming komen”, zegt dominee Obi, “maar dit proces staat daar los van. Het gebied moet weer schoon worden, zodat de bevolking in hun eigen levensonderhoud kan voorzien. En hopelijk kan het vertrouwen weer enigszins hersteld worden. Dan kan Bodo ook als voorbeeld voor de rest van Ogoniland, en misschien zelfs de hele Nigerdelta, dienen.”

Ook de gemeenschappen Goi, Oruma en Ikot Ada Udo voeren rechtszaken tegen Shell Nigeria. Die zaken dienen in Den Haag. De gemeeenschappen worden bijgestaan door Milieudefensie/Friends of the Earth. Over twee weken is er weer een zitting.

Wat Shell betreft is Ploumen positief over de belangrijke stap om aan de onderhandelingstafel te gaan zitten. Bovendien betaalt Shell voor de schoonmaakwerkzaamheden, ook als de vervuiling een gevolg is van sabotage of oliediefstal. “Shell is een makkelijke partij om aan de schandpaal te nagelen”, zegt Jurgen Janzen, verantwoordelijk voor pijplijnbeheer bij SPDC. “Maar zolang er illegaal van onze pijpen getapt wordt en direct uit de oliebronnen gestolen wordt, zal er olievervuiling blijven in de Nigerdelta.”

Waar is de Nigeriaanse overheid?
De olievervuiling in de Nigerdelta is een complex probleem dat al decennialang voortsleept. De ”vredesonderhandelingen” die nu onder Nederlands co-voorzitterschap plaatsvinden, zijn een stap in de goede richting, beamen alle partijen. Maar wat mist is leiderschap van de Nigeriaanse overheden, zowel op federaal als statelijk niveau. Volgens Ploumen, die gisteren in Abuja sprak met de Nigeriaanse ministers van Financiën en Buitenlandse Zaken, staat de problematiek in de Nigerdelta inmiddels wel op de agenda van de federale overheid. “Ik heb bij hen aangegeven dat het heel belangrijk is dat er uitvoering gegeven wordt aan het UNEP-rapport”, zegt ze. “Maar ik heb ook gezegd dat dat nog lang niet van een leien dakje gaat. Dat de lokale partijen moeilijk toegang krijgen tot de autoriteiten.”

Beeld: Marten van Dijl

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons