Venezuela: van crisis naar crisis

Op zondag 15 oktober won de socialistische partij (PSUV) van president Nicolas Maduro de regionale verkiezingen met 17 van de 23 staten. Opvallend, aangezien het land onder zijn bewind in een ongekende crisis is gestort, schrijft Nienke Laan.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
De oppositie eist een onderzoek naar misbruik en fraude in de verkiezingen; denk aan meervoudig stemmen, voedsel uitdelen in ruil voor een stem, of moeten stemmen onder druk van een pistool. Indien er geen nieuwe verkiezingen komen zullen de protesten aanhouden, waarschuwen de leiders van de oppositie. Maar volgens Maduro beschikt Venezuela over de meest betrouwbare verkiezingsraad ter wereld.
De oppositie bestaat uit een coalitie van centraal-rechtse partijen, ook wel de Tafel van Democratische Eenheid (MUD).
Na de overwinning liet Maduro tijdens een persconferentie weten dat het Venezolaanse volk “een sterk signaal heeft afgegeven tegen het imperialisme, Trump en de rechtse bevolking”. En inderdaad, de roodgekleurde ideologie van oud-president Chávez zit diep bij de Venezolanen. Maar zo diep dat de bevolking bereid is akkoord te gaan met een economische, humanitaire en politieke crisis?

Na de dood van Chávez in 2013 won zijn partijgenoot Maduro de presidentsverkiezingen met een flinterdunne meerderheid (50.6%) van zijn opponent Capriles. Eerder dit jaar bleek uit een enquête van Venebarómetro dat zeventig procent van de Venezolanen een andere regering wenst. Ongeveer dertig procent noemde zichzelf nog Chavista, twintig procent was neutralist en de helft rekende zichzelf tot de oppositie. De kans is groot dat deze oppositie de afgelopen maanden is gegroeid, al zeggen de regionale verkiezingen anders. Waarom? Wat speelt er in Venezuela?

Van rijkdom naar inflatie

In de jaren zeventig was Venezuela een van de rijkste landen ter wereld vanwege haar oliereserves. Maar er is sprake van een monocultuur: het land is aangewezen op de opbrengst van één product. De economie van het land is daardoor sterk afhankelijk van de wereldmarkt. Gunstig als een land de marktprijs zelf kan bepalen, zoals Saoedi-Arabië. Ongunstig wanneer dit niet het geval is, zoals Venezuela – en een hoop andere Latijns-Amerikaanse landen.

Door in te teren op de nationale reserves kon president Chávez zijn sociale programma’s (misiones) financieren, maar de fluctuerende olieprijzen leidden ertoe dat het land sinds 2015 in een steeds ergere financiële crisis wegzakte. Indien de regering eerder maatregelen had genomen, had de uitzichtloze situatie van nu voorkomen kunnen worden, bijvoorbeeld door de economie te diversifiëren en een efficiënter, zuiniger beleid te voeren.

Maar dat is niet gebeurd. De regering begon geld bij te drukken, wat tot (hyper)inflatie leidde en probeert de prijzen van schaarse goederen en exportproducten kunstmatig laag te houden. Zelfs nu de jaarlijkse inflatie naar schatting 700% is en de valuta op instorten staat kan Maduro het niet over zijn anti-neoliberale hart krijgen hulp te vragen aan andere landen.

Veel Bolivar briefjes, weinig producten

Vandaag de dag zijn er alleen nog basisproducten voorhanden in Venezuela, maar ook die worden schaarser. In de afgelopen vijf jaar is de import met tachtig procent gedaald. Alles wordt daardoor steeds duurder, terwijl het gemiddelde salaris van een Venezolaan neerkomt op zo’n 31 euro per maand. De bevolking heeft het zodoende heel zwaar gekregen. Ze moeten elke dag hun eten op een of andere manier bij elkaar zien te scharrelen. De regering deelt voedselpakketten uit, maar daar maken alleen socialisten kans op.

De zwarte markt groeit. Onder het mom de armen te beschermen tegen woekerprijzen en inflatie, heeft de regering bepaalde producten gereguleerd, waaronder kaas, tonijn en melk. Dit betekent dat ze gebonden zijn aan een door de regering vastgestelde maximumprijs. Wie deze gereguleerde producten wil kopen, moet uren in een lange rij staan. Overige producten liggen gewoon in de supermarkt, maar zijn onbetaalbaar. Velen kopen gereguleerde producten om ze elders door te verkopen, wat de illegale markt juist in stand houdt. Wie al weinig had moet de straat op om eten te zoeken.

In dit licht is het niet vreemd dat ook de Venezolaanse gezondheid achteruit gaat. Eerder dit jaar ontsloeg Maduro de minister van Volksgezondheid, nadat zij een rapport met schokkende cijfers naar buiten bracht. Daaruit bleek dat in 2016 kindersterfte met 30% en moedersterfte met 66% is gestegen en dat er een malaria-epidemie gaande is. Hoe die bestreden kan worden is onduidelijk, want de bevolking komt moeilijk aan medicijnen. Vooral kinderen zijn daar de dupe van; ze zijn vaak ondervoed. Bovendien zijn veel artsen het land ontvlucht. Wie het zich kan veroorloven vertrekt immers naar de buurlanden.

Begin oktober kwamen foto’s naar buiten van vrouwen die op wachtkamerstoelen in een ziekenhuis bevielen. Na dit schandaal werden zeven mensen opgepakt door de regering.

Grondwetgevende vergadering

Er heerst veel corruptie in de ‘Bolivariaanse Republiek’ Venezuela. Maduro doet er namelijk alles aan om zijn macht te consolideren: hij snoert de oppositie zoveel mogelijk de mond en is royaal met censuurmaatregelen. Kritische media worden regelmatig het land uitgestuurd, waardoor de feiten voor de bevolking en de rest van de wereld kunnen worden verzwegen. Al eerder maakte de Venezolaanse regering deel uit van het corruptieschandaal Odebrecht.

Om aan de macht te blijven manipuleerde Maduro de verkiezingen en verving in juli het parlement – waarin de oppositie de meerderheid heeft – door een socialistische ‘Grondwetgevende vergadering’. Volgens de president moet deze vergadering, die de grondwet zal herschrijven, rust en vrede in het land herstellen. Ook al blijkt uit onderzoek dat 85% van de Venezolanen tegen verandering van de grondwet is. In de praktijk heeft de president via deze ingrepen zeggenschap gekregen over het hele ‘democratische’ systeem. Maduro heeft nu het parlement, de media, het leger en de politie in handen; het rechtssysteem functioneert slecht.

Geweld en straffeloosheid

Nadat het parlement buitenspel werd gezet, zijn de protesten alleen maar toegenomen. De oppositie eist stabiliteit, veiligheid en is klaar met de corruptie. Maar tot nu toe hebben de protesten alleen geleid tot meer geweld en repressie in plaats van verandering. Jonge demonstranten worden opgepakt en vervolgd in militaire rechtbanken. In de protesten tussen april en juli vielen minimaal 125 doden. Ook is het steeds slechter gesteld met de mensenrechten in Venezuela, laten Amnesty International en de Verenigde Naties weten.

Terwijl in Honduras – van oudsher het meest gevaarlijke land van Latijns-Amerika – het geweld de afgelopen jaren is afgenomen, nam in Venezuela het geweld juist toe. Beide landen hebben nu ongeveer dezelfde moordcijfers: zo’n 60 moorden per 100.000 mensen. Maar, net als in andere Latijns-Amerikaanse landen, faalt het rechtssysteem door budgettekorten. Daardoor worden veel moorden helemaal niet geregistreerd, laat staan bestraft. Volgens het Venezolaans Observatorium voor Geweld bleef in 2015 zelfs 98% van alle misdrijven ongestraft.

Socialistisch land in kapitalistische wereld

De situatie zal niet veranderen als Maduro alsmaar de geldpers aanzet, zijn eigen volk blijft onderdrukken en de hulp van andere landen afwijst, omdat dat tegen zijn ‘socialistische’ principes indruist. De regering zal rigoureus moeten bezuinigen en geld moeten lenen om uit de crisis te komen. Latijns-Amerika heeft een lange traditie van legeringrijpen bij nationale onrust, maar aangezien het leger niet langer onafhankelijk is in Venezuela zal dat ditmaal niet snel gebeuren.

De bevolking wordt nu steeds afhankelijker gemaakt van president Maduro en het land raakt steeds verder geïsoleerd. Het Latijns-Amerikaanse handelsblok Mercosur heeft Venezuela inmiddels geschorst. Van de Verenigde Staten, die in het verleden meerdere linkse regeringen in Latijns-Amerika omver hebben geworpen, moet Maduro uiteraard al helemaal niets weten. De nieuwe president van Peru wil samen met Chili, Colombia en Argentinië medicijnen en voedsel doneren, maar ook dat wijst Maduro af.

Ondanks de crisis heeft de regering wel geld vrijgemaakt om landen die de Revolución Bolivariana aanmoedigen (Bolivia, Nicaragua, Cuba) goederen cadeau te doen, wat de frustratie onder de eigen bevolking alleen maar versterkt.

Maduro verleent humanitaire hulp aan Cubanen die door orkaan Irma zijn getroffen. Bron: twitter.com
Daarom hebben veel mensen Venezuela al verlaten: ze willen geen tweede Cuba. Toen het goed ging met de economie, gedurende Chavéz presidentiële termijn, daalde het armoedecijfer en werd steeds meer gelijkheid gecreëerd. Sinds de economische crisis leeft minimaal 73 procent van de bevolking in armoede. Daarbovenop komt dat het staatsoliebedrijf PDSVA steeds slechtere olie produceert door gebrek aan investering, wanbeheer en misdaad. En zo blijft de economische crisis door banjeren.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons