“Het klimaatakkoord van Parijs was in feite een grondwet voor een nieuw regime, en nu was het tijd om de wetten aan te nemen
Een recent rapport van Corporate Accountability International (CAI) stelt dat lobbyisten uit de energiesector tot de meest krachtige behoren. “Grote vervuilers zoals olie-, gas-, en steenkoolbedrijven en transnationale agrarische bedrijven zijn niet alleen de grootste uitstoters van broeikasgassen, ze vormen ook de grootste hindernis voor een gezond klimaatbeleid op lokaal, nationaal en internationaal niveau”, staat in het rapport.
Bedrijfslogo's
Tijdens COP17 in Durban bijvoorbeeld gaf de Zuid-Afrikaanse regering bedrijven de mogelijkheid te kiezen wat ze wilden sponsoren: jazzconcerten, galadiners of een loungeruimte. Mijnbouwbedrijf Anglo American sponsorde een aantal belangrijke lezingen, inclusief de officiële openingsceremonie, en was gastheer bij een cocktailreceptie. De CEO van het bedrijf waarschuwde er dat een energietoekomst zonder steenkool geen optie is.
Het voetbalstadion waar de gesprekken plaatsvonden tijdens COP19 in Warschau hing dan weer vol met logo’s van bedrijven, waaronder steenkool- en oliebedrijven zoals PGE en Lotus. Niet alleen organiseerde de Poolse regering een “Internationale Steenkool- en Klimaattop” samen met de World Coal Association, ook werd de officiële website van COP19 gebruikt om te pleiten voor olieboringen in het poolgebied.
Polen is ook gastland van COP24 in 2018. Tijdens die top moeten afspraken gemaakt worden over de richtlijnen en procedures voor implementatie van het Akkoord van Parijs.
“De ergste vervuilers gebruiken hun sponsoring van de klimaatgesprekken al lange tijd als onderdeel van hun pr-strategie
Pr-strategie
Onder meer Fiji Airways gaf geld, om vervolgens het logo van COP23 op een van de vliegtuigen aan te brengen. Ook Australië, Japan, de Europese Unie en zelfs de Verenigde Staten, die zich terugtrokken uit het klimaatakkoord, zegden geld toe.
“De ergste vervuilers gebruiken hun sponsoring van de klimaatgesprekken al lange tijd als onderdeel van hun pr-strategie, om de indruk te wekken dat ze deel zijn van de oplossing”, zegt Pascoe Sabido van Corporate Europe Observatory. “Door deze gesprekken te sponsoren kan een grote vervuiler zichzelf neerzetten als legitieme speler, wat politici vervolgens ontvankelijker maakt voor hun lobbypraktijken.”
Dat, zegt hij, zet de deur nog verder open voor grote vervuilers om hun invloed op het klimaatbeleid uit te breiden. Exxon Mobil, BP en Chevron bijvoorbeeld hebben allemaal hun steun toegezegd aan het Akkoord van Parijs en zelfs verklaringen uitgegeven waarin ze stellen het niet eens te zijn met het besluit van de Amerikaanse president Trump om zich terug te trekken uit het akkoord.
Oekraïne
Deze bedrijven zijn echter zeker van een zetel aan de tafel waar het klimaatbeleid gemaakt wordt, zegt het CAI-rapport. Aangezien deze bedrijven op effectieve wijze hun aanwezigheid zeker stellen bij belangrijke klimaatconferenties, geeft de sponsoring zelf hen vaak direct de lobbymogelijkheden om het klimaatbeleid te ondermijnen. Volgens het rapport kapen ze de gesprekken, smoren ze de ambities, promoten ze valse oplossingen en blokkeren ze de financiering van echte oplossingen.
Tijdens COP23 bijvoorbeeld stelde Oekraïne tijdens een rondetafeldiscussie voor om voor de implementatie van het klimaatakkoord een nieuw, permanent orgaan te creëren waarbij energiebedrijven de schakel worden tussen de internationale klimaatonderhandelingen en de nationale implementatie daarvan. Dit ‘Committee for Future’ zou directe participatie van de energiebedrijven mogelijk maken.
In de aanloop naar COP23 sloot de Amerikaanse ministers van Energie Rick Perry een overeenkomst met Oekraïne om voor het einde van het jaar voor 80 miljoen dollar aan steenkool naar Oekraïne te verschepen.
Gijzeling
Niet alleen de VS, ook veel UNFCCC-geaccrediteerde organisaties spreken in brede zin publiekelijk hun steun uit voor het Akkoord van Parijs, maar als gekeken wordt naar de samenstelling van de besturen en de geldstromen, blijkt iets anders.
De Business Council of Australia (BCA) telt bijvoorbeeld 127 CEO’s van de grootste en rijkste bedrijven en tot de leden van BusinessEurope behoren veel vervuilende bedrijven. Allebei frustreren ze het klimaatbeleid al jaren op agressieve wijze.
De enige manier waarop het UNFCCC echte oplossingen kan implementeren voor de klimaatverandering, zo lijkt het, is als de fossiele brandstoffenindustrie niet meer in staat is om de richtlijnen waaraan regeringen wereldwijd momenteel werken, te verzwakken.
“Fossiele brandstoffen moeten onder de grond blijven en grote vervuilers moeten geen invloed meer hebben op de klimaatgesprekken, zegt Nnimmo Bassey van milieuorganisatie Health of Mother Earth. “Er moet een einde komen aan de gijzeling van het UNFCCC door de industrie.”