Herbayum is een Fries dorpje op fietsafstand van Harlingen met zo’n 250 inwoners. Er is een kaatsbaan, een dorpscafé en binnenkort ook de eerste Buurtmolen van Nederland. De door zwaaiende wieken opgewekte stroom is alleen bestemd voor buurtbewoners. De Buurtmolen is een grotendeels ge- crowdfund ‘postcoderoosproject’ van energieleverancier Qurrent.
Alle afnemers van stroom van de Buurtmolen worden automatisch lid van de Buurtmolen Coöperatie en mede-eigenaar van de molen. Eén van hen is Frank Stadhouders, lokale beleidsadviseur en eigenaar van B&B Boppe in de nabijgelegen kaasstad Franeker. “Ik vind het idee dat ik straks langs mijn eigen molen fiets geweldig. Zo creëer je draagvlak voor windmolens, door mensen te laten participeren in zo’n project.”
“Een dorpsmolen is niet nieuw in Friesland. Het verschil is dat de investeringen voor een dorpsmolen door de dorpsbewoners worden opgebracht, vaak samen met een boer op wiens land de molen komt te staan. Zo levert het streekbewoners uiteindelijk veel meer op. Bij de Buurtmolen zijn omwonenden niet eerst ingelicht over de mogelijkheid om ook te investeren in de molen. Nu ben ik alleen afnemer van stroom en krijg ik korting op mijn energierekening; ik had graag ook van het rendement van de molen willen profiteren.”
Coöperatie-explosie
“Samen wekken lokale energiecoöperaties genoeg duurzame stroom op voor 85.000 huishoudens.
Veelal beginnen inwoners een coöperatie omdat ze zelf willen bepalen waar hun energie vandaan komt. “Coöperaties ontspruiten meestal uit de wens van burgers om zeggenschap te krijgen over de lokale duurzame energie en de geldstromen die daarmee gepaard gaan”, stelt Siward Zomer, directeur van belangenvereniging ODE Decentraal en voorzitter van energiecoöperatie De Windvogel.
Maar ondanks dat coöperaties voor meer lokale autonomie zorgen én draagvlak voor energieprojecten creëren, waardeert de overheid ze volgens Zomer onvoldoende. Er wordt te weinig gedaan om het opstarten van een coöperatie aantrekkelijk te maken, vindt Zomer. Dat maakt dat de Nederlandse energiecoöperaties vaak nog niet tot volle wasdom komen.
Wat is er voor nodig om de initiatieven succesvoller te maken? Dat begint met leren van hoe de overheid in andere landen naar energiecoöperaties kijkt, en het toegankelijker maken van ingewikkelde subsidieregelingen.
Leren van Duitsland en Italië
“De Duitse overheid, evenals de Italiaanse, geeft producenten minimaal een bepaald aantal centen per gegenereerd kilowattuur groene stroom. Er worden ook opstartsubsidies en mentorprogramma’s voor coöperaties aangeboden. Deze overheidssteun kent legitimiteit toe aan lokale energie-initiatieven, dat is ook erg belangrijk”, stelt Oteman.
“Energieproductie wordt in ons kikkerlandje helaas van bovenaf bepaald
Ingewikkelde subsidieregelingen
De SDE-subsidie, voornamelijk bedoeld voor grootschalige projecten, zette in 2017 de meeste zoden aan de dijk. Toch is de aanvraag van de SDE+ een kostbare en complexe procedure voor veel coöperaties. Daarnaast is er ieder jaar opnieuw een budgettekort, waardoor veel projecten voor aanvang stranden. Zo vertelt Rico Bouw van Enwire, een marktplaats voor lokaal opgewekte energie: “Kolencentrales harkten vorig jaar ruim veertig procent van de SDE-pot binnen voor de bijstook van biomassa; dat geld liepen zon- en windcoöperaties mis.” Bovendien wil Rutte III CO2-opslag door industriële bedrijven ook subsidiëren vanuit SDE+. Daardoor zou er nóg minder geld in de pot overblijven. Maar Klimaatminister Wiebes heeft inmiddels gezegd dat dat niet kan.
Een andere regeling die geschikt is voor energiecoöperaties, is de postcoderoos. Met een postcoderoos wordt een afgebakend gebied bedoeld waarbinnen een lokale energiecoöperatie haar deelnemers kan werven omdat zij -bij deelname- recht hebben op teruggave van de energiebelasting.
“In de praktijk is de 'postcoderoosregeling' erg beperkend
Ontwikkelingen
“Er is een transitie binnen de overheid nodig, nadat EZ jarenlang op schoot zat bij Shell
Opgewekte toekomst
Een woordvoerder van Economische Zaken & Klimaat meldt verder dat de limiet (25 PJ) op bij- en meestook van biomassa is bereikt, waardoor deze categorie sinds dit najaar niet meer is opengesteld voor subsidie uit SDE+. “De komende perioden kan een aanzienlijk deel van de subsidie aan zonnepanelen of wind op land worden toegekend, waaronder aanvragen van energiecoöperaties”, verwacht de woordvoerder. Of daarbij ook de aanvragen minder complex worden gemaakt, moet nog blijken.
Gevraagd naar zijn toekomstbeeld van het Nederlandse energiesysteem, zegt Zomer: “Ik zie grootschalig wind op zee voor me, met een heel diverse decentrale markt, waarin dorpen en gemeenten tot zo’n 50% van de lokale productie voor eigen rekening nemen.” Oteman wil vooral eerlijke kansen zien voor burgers: “Wat ze daar vervolgens mee doen is aan hen. Maar geef ze de kans. Sommige gemeenschappen zullen dan zelfvoorzienend zijn en andere niet.” Bouw hoopt op een omslag: “Mensen moeten actief gaan vragen naar lokale energie.” Er is dus een toekomst voor lokale energie in Nederland, maar zonder meer steun van de overheid, krijgt deze heel moeizaam vorm.