Die vrijheid wordt beperkt door de angst voor consequenties. Want die zijn er: de Turkse overheid beantwoordt kritisch geluid op sociale media steeds vaker met bedreigingen en beschuldigingen van verraad en soms zelfs met daadwerkelijke arrestaties. Na de mislukte couppoging in 2016 werd in Turkije de noodtoestand uitgeroepen, die nog altijd van kracht is. Dit geeft de overheid vrij spel; onder het mom van het beschermen van de staat tegen interne en externe vijanden worden zoveel mogelijk kritische monden gesnoerd.
Mijn dag begint regelmatig met verhalen over mensen die worden bestraft omdat ze opstaan tegen onrecht. Ben je kritisch jegens de Turkse overheid? Dan moet je wel terrorist zijn. En het gaat verder. Je voor vrede en tegen oorlog uitspreken volstaat tegenwoordig al om gezien te worden als ‘terroristenliefje’ en ‘landverrader’.
Een van de vele voorbeelden is de groep dokters die twee weken geleden werd opgepakt na een statement op sociale media. De groep bestaat uit elf vooraanstaande leden van de Turkse Medische Associatie (TTB) die 80.000 dokters uit het hele land vertegenwoordigt. Hun statement ging indirect over de Turkse aanval op Afrin in Syrië, maar pleitte hoofdzakelijk voor vrede:
“Elke botsing, elke oorlog veroorzaakt fysieke, psychologische, sociale en milieugerelateerde gezondheidsproblemen en menselijke tragedies […] Nee tegen oorlog. Vrede nu meteen”.
Meestal doen tweets over recente arrestaties me niet veel meer. Dit soort verhalen zijn er dagelijks, ik kijk er niet meer van op. En mijn leven, bijna 3000 kilometer verderop, wordt er niet direct door geraakt.
Maar gisterochtend schrok ik. De tweets gingen over mijn eigen oom, Mithat Can. 73 jaar en voorzitter van de mensenrechtenorganisatie IHD in Antakya, vlakbij de grens met Syrië. Ook deze organisatie sprak zich uit tegen oorlog in het nabijgelegen Afrin. Mijn oom is om zes uur ’s ochtends door de terrorismebestrijdingspolitie van zijn bed gelicht, omdat hij pleit voor vrede.
Voor vrede.
Ook zijn computer is geconfisqueerd in de hoop belastend bewijs van ‘banden met terroristische organisaties’ te vinden. Hij wordt als crimineel behandeld, terwijl hij zich zijn hele leven al inzet voor een rechtvaardige wereld; voor verbetering van de positie van vrouwen, tegen onderdrukking van minderheden en voor een eerlijke rechtsgang. Hij kreeg veel steunbetuigingen, maar niet alle reacties waren mild. Zo was er het ‘grappig’ bedoelde commentaar: ‘Zo ver wij weten gaan 73-jarige terroristen sympathisanten nooit met pensioen…’, en een serieuzere reactie: ‘Van al wie vandaag voor vrede pleit, moet de nationaliteit worden afgepakt, ze hoeven niet de gevangenis in, gooi ze het land uit’. Of deze: ‘Het is duidelijk wie vrede willen: de HDP, CHP en de PKK. Ik hoop dat hij samen met hen het loodje legt.’
De gezondheid van mijn oom is niet al te best. Hij zou deze week voor controle naar het ziekenhuis in Istanbul gaan. Als familie vrezen we dat deze arrestatie zijn gezondheid schaadt. Wel stelt het me enigszins gerust dat mijn oom de moed zelden laat zakken.
Nu is het afwachten. Morgenochtend begin ik de dag weer met Twitter. Tweets uit het land waar mijn oom niet in zijn eigen bed mag slapen, waar hij niet samen met mijn tante ’s ochtends aan de ontbijttafel het nieuws kan doornemen. Het is onduidelijk wanneer hij precies vrijkomt. Wel staat vast dat de strijd voor een rechtvaardige toekomst in Turkije nog lang niet is opgegeven.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand