Met een motie keurde het Israëlische parlement deze week de oprichting van een onafhankelijke, Palestijnse staat af. Bijzonder, want wereldleiders zien de stichting van twee onafhankelijke staten – Israël en Palestina – al decennia als dé weg naar een duurzame vrede. Zelfs door figuren die kritischer zijn op Israël, zoals secretaris-generaal van de VN António Guterres en de Arabische Liga. Waar komt het idee vandaan? En hoe levensvatbaar is het (nog)? Vijf vragen over de tweestatenoplossing.
Dit artikel verscheen eerder op OneWorld.nl op 30 oktober 2023.
Wat is de tweestatenoplossing?
De tweestatenoplossing bestaat zoals de naam doet vermoeden uit twee aparte staten: Israël en Palestina. Palestina zou in de meeste scenario’s bestaan uit wat we nu de bezette gebieden noemen: de Westelijke Jordaanoever, de Gazastrook en Oost-Jeruzalem. Het is het dominante raamwerk om duurzame vrede in het Midden-Oosten te bereiken. De basis van dit raamwerk is de VN-resolutie 242 uit 1967, hetzelfde jaar waarin Israël onder andere deze gebieden bezette tijdens de Zesdaagse Oorlog tussen Israël en zijn buurlanden.
VN resolutie 242 stelt dat een rechtvaardige en duurzame vrede in het Midden-Oosten twee dingen vereist. Ten eerste het terugtrekken van Israëlische troepen uit de bezette gebieden. Ten tweede het erkennen van de soevereiniteit, onafhankelijkheid en territoriale integriteit van alle staten in de regio, net als het recht op vredig en veilig samenleven zonder dreiging of gevaar van buitenaf. Let wel: Palestina was geen staat, en dus hoefde Israël het ook niet te erkennen. In plaats daarvan reduceert resolutie 242 de Palestijnse zaak tot een ‘vluchtelingenprobleem’.
Na decennia van gewapend conflict tussen de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie PLO (Palestinian Liberation Organisation) en Israël, waren de twee partijen in de jaren 90 bereid om het vredesproces te starten. Israël weigerde dit proces te beginnen zolang de PLO niet resolutie 242 onderschreef, waar de organisatie lange tijd niet bereid toe was. Maar door de creatie van Hamas in de jaren 80 voelde de PLO haar grip op de Palestijnen verzwakken. Vandaar dat PLO-leider Yasser Arafat tussen 1993 en 1995 de Oslo-akkoorden tekende. De PLO erkende Israëls bestaansrecht, en in ruil daarvoor erkende Israël de PLO als de enige vertegenwoordiger van een toekomstige Palestijnse staat. Deze staat zou er stapsgewijs tegen het einde van het millennium moeten komen, met steun van Israël.
Wat kwam er toen van de twee staten terecht?
In het begin leek er eindelijk een einde te komen aan de stateloosheid van vele Palestijnen. De Israëlische bezettingsmacht trok weg uit grote Palestijnse steden en droeg de macht over aan de PLO, inmiddels de Palestijnse Autoriteiten (PA). Maar de kleine beetjes Palestijnse autonomie vielen in het niets bij de verder uitbreidende macht van Israël over de toekomstige Palestijnse staat.
Zo stond in de Oslo-akkoorden dat de economie in de bezette gebieden tot de oprichting van een toekomstige Palestijnse staat zou worden gereguleerd door Israël. Concreet betekent dat dat Israël belasting heft over alle producten die de Palestijnse gebieden in en uit gaan. Daarnaast werd de Westelijke Jordaanoever opgedeeld in drie zones: een autonoom Palestijnse zone (A), een zone onder Palestijns civiel bewind en Israëlisch militair bewind (B) en een zone die onder zowel civiel als militair Israëlisch bewind staat (C). Israël stimuleerde de bouw van illegale nederzettingen in zone B en C, en in 2005 vertrok Israël uit de Gazastrook en legde het een blokkade op die tot aan vandaag de dag voortduurt. De Palestijnse staat kwam er uiteindelijk niet.
Ondertussen is in Gaza handel, stroom en water volledig afhankelijk van Israël (met samenwerking van Egypte). Ook op de Westoever bepaalt Israël nagenoeg in zijn eentje wie of wat de verschillende zones in en uit gaan, met behulp van muren, checkpoints, en hekken die belangrijke wegen kunnen afsluiten. Kolonisten kunnen stemmen en zich verkiesbaar stellen voor verkiezingen zonder ooit de Westoever te verlaten, en zich vrijelijk door zone B en C bewegen. Het zijn enkele redenen waarom meerdere mensenrechtenorganisaties, zoals B’tselem en Amnesty International, van apartheid spreken in Israël en de bezette gebieden.
Hoe denken Israëliërs en Palestijnen nu over de tweestatenoplossing?
Onder Israëliërs en Palestijnen zelf is de tweestatenoplossing niet populair. Volgens een enquête in 2023 gelooft slechts 35 procent van de Israëlische bevolking nog in een tweestatenoplossing, ten opzichte van 50 procent in 2013. Palestijnen hebben er nog minder vertrouwen in: slechts 24 procent van de Palestijnen uit de Westelijke Jordaanoever, Oost-Jeruzalem en de Gazastrook steunt de tweestatenoplossing, ten opzichte van 59 procent in 2012.
Weinigen geloven bovendien nog dat de Israëlische bezetting van Palestina een tijdelijke situatie is. De realiteit is dat er al een tijdje maar één staat bepaalt over het hele gebied tussen de Jordaan en de Middellandse Zee. De huidige regering van Netanyahu praat niet eens meer over de tweestatenoplossing, maar bereidt openlijk de annexatie van de Westoever voor en de etnische zuivering van Gaza.
Waarom blijven westerse politici dan nog steeds aansturen op een tweestatenoplossing?
Aan de ene kant omdat het het enige raamwerk is waaraan decennialang gewerkt is en waaruit concrete afspraken zijn gekomen. Amerikaanse diplomaten hopen op een terugkeer naar de vredesonderhandelingen zodra Netanyahu plaats maakt voor een gematigde premier.
Maar het is maar de vraag hoe realistisch die hoop is, en in hoeverre ze niet de structurele ongelijkheid faciliteert die Israël de Palestijnen oplegt. Want zolang de bezette gebieden geen deel zijn van de Israëlische staat, is Israël in ‘oorlog’ met Gaza, alsof het om een buitenlandse macht gaat. Israël kan dan bovendien beweren dat het niet verantwoordelijk is voor Palestijnen op de Westoever of in Gaza, maar de Palestijnse Autoriteiten of Hamas. Landen als de VS en Nederland kunnen hun wens voor een tweestatenoplossing uitspreken en tegelijkertijd Israëls huidige campagne steunen onder het mom van Israëls recht op zelfverdediging.
Is er een alternatief voor de tweestatenoplossing?
In zekere zin is al meer dan vijftig jaar sprake van één Israëlische staat, die ook het leven in de bezette gebieden dicteert, zeggen ook Midden-Oosten-kenners. Vanuit die ongemakkelijke constatering zeggen velen dan ook dat Israël een ‘apartheidsstaat’ is. Het onderkent bovendien dat Israël de hoofdverantwoordelijke is voor het dwarsbomen van een toekomstige Palestijnse staat, en daarmee ook hoofdverantwoordelijke is voor het lot van de Palestijnen – die in feite onder zijn bestuur vallen.
Enkele Palestijnse en Israëlische intellectuelen, zoals de beroemde Palestijns-Amerikaanse filosoof Edward Saïd, de Palestijns-Amerikaanse historicus Rashid Khalidi, en de Israëlische journalist Gideon Levy pleiten voor een éénstaatoplossing, oftewel één seculiere (niet op religie gebaseerde) en liberale staat van de rivier de Jordaan tot aan de Middellandse Zee, waarin Palestijnen en joden gelijke rechten genieten.
Zo’n éénstaatoplossing zou volgens academici de noodzakelijke eerste stap kunnen zijn naar een levensvatbare oplossing. In dat geval hoeven Israël en Palestina geen etnisch homogene landen te zijn die elkaar als aartsvijand beschouwen. Het zou de eenstaatwerkelijkheid die al decennia bestaat erkennen, net als Israëls verantwoordelijkheid om een einde te maken aan het apartheidssysteem dat het heeft opgetuigd. Maar dat is een visie die nu ver buiten bereik lijkt te liggen.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand