Op de drempel van Europa werden vorig jaar bij 28.609 pushbacks migranten teruggedreven van EU-grenzen, niet zelden met geweld. Maar deze gedocumenteerde incidenten zijn slechts een fractie van wat er in werkelijkheid plaatsvindt, zeggen mensenrechtenorganisaties als het Deense Danish Refugee Council (DRC).
En deze vorm van grensgeweld (onder het brede publiek bekend als ‘pushbacks’) beperkt zich niet tot Europa. Van de Egeïsche Zee tussen Griekenland en Turkije tot de Andamanse zee ten westen van Myanmar, het met geweld weren van migranten is wereldwijd aan de orde van de dag. Vijf vragen over de praktijk.
Wat wordt bedoeld met ‘pushbacks’?
Hoewel de term veelvuldig wordt gebruikt en opduikt in officiële rapporten, bestaat er geen wettelijke definitie voor ‘pushbacks’ (Nederlands: ‘terugduwen’). In de praktijk slaat het woord in de breedte op al het geweld waar migranten onderweg mee worden geconfronteerd, door grensbewakingsdiensten of andere agentschappen, ook als dat er in de praktijk niet altijd uitziet als het letterlijk terugduwen van migranten.
Felipe González Morales, de VN-expert voor de mensenrechten van migranten, stelde in 2021 een werkdefinitie voor in een rapport over geweld tegen migranten op land en zee. Volgens Morales zijn pushbacks ‘maatregelen, acties of beleid die leiden tot de verwijdering van migranten, individueel of in groepen, zonder een individuele beoordeling in overeenstemming met mensenrechtenverplichtingen en garanties voor een eerlijk proces’.
‘Pushbacks’ worden uitgevoerd door overheidsdienaren, zoals politieagenten en douaniers, maar ook door bijvoorbeeld particuliere kustwachtinstanties, zoals Frontex. Die laatste is de grensbewakingsdienst van de Europese Unie, en assisteert de grenswachten van EU-lidstaten.
Volgens de Griekse Anastasia Chalkia, expert op het gebied van migratie en asielrecht, grijpen staten naar geweld tegen migranten om hun verantwoordelijkheid voor de opvang van migranten en asielzoekers te ontlopen. “En om aan hun burgers en andere staten te laten zien dat ze hard optreden tegen irreguliere migratie. Maar de manier waarop dat gebeurt roept zeer veel ethische en humanitaire vragen op.”
Wat gebeurt er dan precies aan de grenzen?
Hoe grensgeweld er in de praktijk uitziet, kan sterk verschillen, afhankelijk van de locatie en context. Uit onderzoeken van mensenrechtenorganisaties als Amnesty International en onderzoeksjournalisten van bijvoorbeeld Bellingcat, valt op te maken dat er twee ‘dominante’ types grensgeweld zijn. In beide scenario’s duwen staten hun mensenrechtenverplichtingen letterlijk van zich af.
Het eerste scenario bestaat uit instanties (zoals kustwachten of de politie) die de toegang tot een grondgebied blokkeren en migranten de doorgang weigeren. Bijvoorbeeld door ze te onderscheppen, zoek- en reddingsoperaties te vertragen, door bedreigingen of fysieke blokkades.
Het tweede type doet zich voor als mensen de grens al over zijn gegaan en het land weer uit worden gezet, zonder een beoordeling van hun kwetsbaarheid en hun mogelijke recht op asiel. In zulke situaties worden ze bijvoorbeeld gearresteerd, in bussen of rubberboten gepropt en hulpeloos gedropt in afgelegen gebieden of midden op zee. Volgens het duizenden pagina’s dikke ‘Black Book of Pushbacks’ van het Border Violence Monitoring Network, dat mensenrechtenschendingen aan de EU-grenzen documenteert, zouden grenswachtinstanties in wel 80 procent van dit soort pushbacks geweld gebruiken. BVMN spreekt van ‘niet één rotte appel, maar een rotte boomgaard’.
Ten slotte komt het ook steeds vaker voor dat staten met ‘passieve’ middelen ongereguleerde migratie aan banden proberen te leggen. Zo worden fysieke barrières opgeworpen, zoals muren, die mensen ervan moeten weerhouden de grens over te steken. Ook besteden staten hun verantwoordelijkheden tegenover migranten uit aan andere landen. Australië bracht bijvoorbeeld sinds 2013 al duizenden asielzoekers naar Papua-Nieuw-Guinea en de eilandstaat Nauru, waar zij hun aanvraagprocedure moesten uitzitten.
Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch uitte in 2021 scherpe kritiek op die praktijk, die de organisatie ‘mishandeling’ noemde. De mensenrechtenorganisatie hekelde ook het plan van het Verenigd Koninkrijk en Denemarken, om te onderzoeken of asielzoekers in Rwanda hun aanvraagprocedures konden uitzitten.
‘Reguliere’ migratie: bijna onmogelijk
Als migratie in het nieuws is, gaat dat bijna altijd over ongereguleerde migratie: mensen die buiten wettelijke kaders om een land proberen te bereiken om daar asiel aan te vragen of ongedocumenteerd te (blijven) wonen. ‘Legaal’ oftewel gereguleerd de Europese Unie bereiken, is nagenoeg onmogelijk en lukt bijna niemand. OneWorld zette de stappen die dat vergt op een rij.
Gebeurt dit echt wereldwijd?
Je kunt grensgeweld tegenkomen langs de meeste migratieroutes over de hele wereld: van de Mediterrane en Balkanroutes in Europa tot de route over de Aziatische Andamanzee ten westen van Myanmar en de Centraal-Amerikaanse migratieroute die noordwaarts loopt, richting de Verenigde Staten. Grensgeweld is een wereldwijde realiteit.
In Europa domineert grensgeweld langs de Griekse grenzen, tegen migranten die vanuit Noord-Afrika en Turkije de Europese Unie proberen te bereiken, de krantenkoppen. Maar volgens het zwartboek van de BVMN maken nog minstens 14 andere Europese landen1 zich er schuldig aan. Vaak zijn dat landen langs de EU-buitengrenzen, zoals Polen en Kroatië, maar ook niet-EU-lidstaten zoals Albanië en Servië. Het BVMN stelt dat tussen 2017 en 2022 minstens 25.000 mensen te maken hebben gehad met grensgeweld in Europa.
Maar ook in Afrika is veel grensgweld. Op het zogenaamde ‘Point-Zero’, midden in de Sahara, zetten de Algerijnse grensautoriteiten mensen die via Algerije de EU probeerden te bereiken uit naar Niger. In 2022 alleen zou het al gaan om 14.000, zegt Artsen Zonder Grenzen. Volgens getuigenissen worden ze in bussen gepropt, van hun eigendommen beroofd en midden in de woestijn achtergelaten, onder de gloeiende zon en zonder water. Velen van hen overleven dat niet.
In Azië zagen sinds de jaren 90 volgens de VN meer dan 960.000 Rohingya zich gedwongen om van Myanmar naar Bangladesh te vluchten, vanwege toenemend etnisch geweld en vervolging. In de vluchtelingenkampen in Bangladesh heerst een sfeer van geweld en angst. Elk jaar als het moessonseizoen in Bangladesh ten einde loopt, proberen daarom maandelijks honderden Rohyngia richting Zuidoost-Azië te vluchten, voornamelijk naar Indonesië.
Thailand, Indonesië en Maleisië spelen een pingpongachtig spel met hen, zegt Human Rights Watch: de autoriteiten van die landen zouden arriverende boten heen en weer duwen. Mensen die de kust toch weten te bereiken, krijgen ook te maken met geweld en worden door de marine terug gesleurd naar zee, zo laat videomateriaal zien. Indonesische autoriteiten gaven hun betrokkenheid hierbij in 2015 toe.
De grens tussen de VS en Mexico is ook een beruchte linie: langs honderden kilometers is die afgezet door een muur, prikkeldraad of boeien in de grensrivier Rio Grande. Bovendien wordt er gepatrouilleerd. Het doel van deze grenzen is om mensen uit onder andere Guatemala, El Salvador, Venezuela en Haïti ervan te weerhouden de grens over te steken. Op allerlei manieren worden vluchtelingen gedwongen om in het gevaarlijke grensgebied aan de Mexicaanse kant te blijven, waar ze slachtoffer worden van verkrachting, ontvoeringen en geweld door drugskartels.
En dan is er nog Australië, dat zoals gezegd sinds 2001 boten met mensen uit onder meer Maleisië, China en India naar hun ‘offshore processing centers’ brengt op de eilandstaat Nauru en in Papua-Nieuw-Guinea. Deze centra zijn bedoeld om de asielaanvragen van mensen te beoordelen. Maar volgens Human Rights Watch worden ze in deze locaties jarenlang vastgehouden en vaak mishandeld. Groen licht om zich in Australië te vestigen krijgen ze zelden.
Is geweld aan de grens iets nieuws?
Grensbarrières en -geweld zijn geen nieuwe fenomenen. Al in de jaren 80 was militair personeel aan de Grieks-Turkse grens getuige van pushbacks door hoge officieren van de politie en het leger.
Dat er tegenwoordig meer geregistreerde incidenten zijn, wijst behalve op een toename van geweld ook op een groter bewustzijn en verbeterde documentatie. Het is nu bijvoorbeeld mogelijk om direct gevallen van grensgeweld te filmen en te delen met journalisten. Bewustzijn creëren op zo’n technologisch geavanceerde manier was nog niet mogelijk in de jaren 80 of 90.
Toch bestaan er nog steeds barrières voor het documenteren van grensgeweld, omdat het vaak in het geheim wordt uitgevoerd, in afgelegen gebieden of in de nacht. Ook worden journalisten en andere potentiële getuigen vaak verbannen van locaties waar geweld plaatsvindt, bijvoorbeeld door die gebieden te bestempelen als ‘military exclusion zone’.
Exacte cijfers zijn daardoor nagenoeg onmogelijk om te achterhalen, maar wat in elk geval blijkt uit rapporten van mensenrechtenorganisaties, is dat het aantal meldingen van de zogenaamde ‘pushbacks’ sinds het nieuwe millennium is toegenomen; BVMN spreekt van een vertienvoudiging sinds 2017.
Grensgeweld is zelfs zo systematisch, dat zowel de VN-Vluchtelingenorganisatie (UNCHR) als het VN-Mensenrechtenbureau hebben benadrukt dat er een einde aan moet komen. Gillian Triggs, UNHCR-assistent-hoge commissaris voor bescherming, zei in 2021: “Het respecteren van mensenlevens en vluchtelingenrechten is geen keuze, het is een wettelijke en morele verplichting. Hoewel landen het recht hebben hun grenzen te beheren, moeten ze ook de mensenrechten respecteren. Pushbacks zijn gewoon illegaal.”
Dat laatste leidt tot de vijfde vraag.
Wat zegt de wet dan precies?
Volgens internationale mensenrechtenwetgeving verdienen mensen die internationale grenzen bereiken, ongeacht hun wijze van aankomst, bescherming van hun mensenrechten. Dat houdt in dat hun kwetsbaarheid moet worden beoordeeld, maar ook hun mogelijke recht op internationale bescherming. Grensgeweld ontneemt mensen dat recht.
Zo is er het internationale mensenrechtenprincipe van ‘non-refoulement’, dat stelt dat migranten niet terug mogen worden gestuurd naar een land waar een risico bestaat op foltering of andere ernstige mensenrechtenschendingen. Dat principe is vastgelegd in zowel het Internationaal Verdrag Inzake Burgerrechten en Politieke Rechten als het VN-Vluchtelingenverdrag van 1951. Daarbovenop verbiedt het Europese Mensenrechtenhof collectieve uitwijzingen, oftewel het als groep verplaatsen van mensen zonder rekening te houden met hun individuele situaties.
Ondanks voldoende bewijs dat illegaal grensgeweld plaatsvindt, ontkennen veel overheidsinstanties – zoals Griekenland en Kroatië – het geweld volledig. In plaats daarvan wijzen ze op hun soevereiniteit en hun recht om hun grenzen te beschermen. Maar met die logica maakt migratie-expert Chalkia korte metten: “De huidige aanpak maakt duidelijk dat staten prioriteit geven aan nationale veiligheid en grensintegriteit, zelfs ten koste van internationale mensenrechten- en asielverplichtingen.”
- BVMN noemt Oostenrijk, Italië, Griekenland, Slovenië, Kroatië, Polen, Hongarije, Roemenië, Servië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Kosovo, Bulgarije, Noord-Macedonië en Albanië. ↩︎
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand