Waar eerder al supermarkten en fastfoodketens eraan moesten geloven, zijn sinds deze week ook Nederlandse universiteiten aan de beurt: de pro-Palestijnse beweging voor ‘boycots, desinvestering, sancties’ (BDS) is springlevend in Nederland en daarbuiten. Wakker geschud door het Israëlische geweld in Gaza geeft een nieuwe generatie activisten gehoor aan een oproep die al decennia teruggaat: boycot Israël. Of preciezer: boycot bedrijven en instellingen die bijdragen aan de Israëlische bezetting van Palestina.
Zo stonden activisten de afgelopen maanden bij supermarkten met de oproep om Israëlische Medjoul-dadels en ook Israëlische aardappels uit de schappen te halen, producten waarvan de leveranciers voorkomen op een VN-lijst van bedrijven die actief zijn in illegale Israëlische nederzettingen. Voor de deur deelden activisten flyers uit aan winkelpubliek, binnen plakten ze stickers. En begin deze week zetten demonstranten een tentenkamp op op een campus van de Universiteit van Amsterdam (UvA). Ze riepen de universiteit op tot openheid over haar banden met Israël en desinvestering waar nodig. De eerste eis willigde de UvA in, toch veegden agenten het kamp een paar uur later hardhandig schoon.
Zuid-Afrika
Voor Benji de Levie (77) roepen de acties vooral herinneringen op. Eind jaren 80 demonstreerde hij al bij supermarkten om op te roepen tot een boycot van Israëlische producten en dan vooral producten uit bezet gebied, zoals de dadel, die ook toen in de schijnwerpers stond. “De meeste mensen keken ons vreemd aan, ze hadden geen idee wat er aan de hand was in Palestina”, herinnert De Levie, nu actief binnen de Rotterdamse Palestina-beweging, zich. “Dat is een van de grote verschillen met nu: er zijn meer mensen vóór Palestina, de tegenreactie is feller, en er is bijna niemand over die van niets weet.”
In Nederland is De Levie deel van een generatie boycotters van het eerste uur. Net als veel generatiegenoten was hij in de jaren 70 politiek actief voor onder meer de Vietnam- en anti-apartheidsbeweging. In de jaren 90 bleek een wereldwijde boycot van Zuid-Afrikaanse bedrijven, in combinatie met politieke en economische sancties, succesvol. De acties zetten zoveel druk op de Zuid-Afrikaanse economie dat dat bijdroeg aan de afschaffing van de apartheid. De beweging voor de bevrijding van Palestina, die toen gestaag aan het groeien was in Nederland en het Westen, keek geïnteresseerd toe.
‘BDS’ en het internationaal recht
Buiten het Westen gaat het idee van een boycot tegen Israël echter minstens zo ver terug, zegt de Palestijns-Nederlandse Ghada Zeidan (58). De landen van de Arabische Liga zwoeren in 1967, na de Zesdaagse oorlog tussen Israël en Arabische buurlanden, om op geen enkele manier met Israël samen te werken – al kwamen meerdere landen die beloftes uiteindelijk niet na. “Ook binnen Palestina werd geprobeerd om Israël te boycotten”, zegt Zeidan, die tot 2001 in haar geboortestad Bethlehem woonde. Zo klonk tijdens de ‘Eerste Intifada’ (1987-1993) de oproep tot staken in Israël en de Israëlische nederzettingen, het weigeren van belasting betalen en een boycot van Israëlische producten.
“Maar dat was destijds praktisch bijna onmogelijk”, zegt Zeidan. “We leefden onder hun bezetting en alternatieven voor sommige Israëlische producten waren moeilijk te vinden.” Zo werd het idee geboren voor een oproep aan de internationale gemeenschap: boycot, desinvestering en sancties (BDS). “Het was bedoeld als handelingsperspectief, en vooral ook als teken van solidariteit met Palestijns geweldloos verzet”, aldus Zeidan.
Een belangrijk keerpunt was een uitspraak van het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in 2004, die luidde dat een Israëlische afscheidingsmuur op de Westelijke Jordaanoever illegaal was. Ook onderstreepte het ICJ met die uitspraak dat alle nederzettingen in bezet gebied in strijd zijn met internationaal recht. Een jaar later, in 2005, kwamen 171 Palestijnse politieke en maatschappelijke organisaties van over de hele wereld bijeen voor een gezamenlijke oproep aan de wereld en daarmee de start van de wereldwijde BDS-beweging, met drie eisen: de ontmanteling van de afscheidingsmuur en een einde aan bezetting van Palestijns grondgebied; volledige gelijkheid voor Palestijnse burgers in het huidige Israël; en het recht op terugkeer van Palestijnse vluchtelingen.
Angst voor beschuldiging van antisemitisme
Het duurde niet lang voordat BDS zich vertakte in verschillende nationale organisaties, zoals BDS Nederland. Ook binnen die vertakkingen was het nog niet makkelijk om het overal over eens te worden, herinnert Aurora (68) zich, die in de jaren 70 actief werd voor het Nederlands Palestina Comité. Ze was vertegenwoordiger internationale relaties en had daarom veel contacten met de Europese beweging voor Palestina. “Sommige organisaties steunden wel desinvestering en sancties, maar waren aanvankelijk huiverig voor een boycot. Dat deed ze denken aan de boycots tegen Joodse ondernemers in de jaren 30.” Uiteindelijk ontstond er meer eensgezindheid, juist door lokale takken de vrijheid te geven om de beweging zelf vorm te geven.
Sonja Zimmermann (77) stond in 2005 samen met De Levie aan de wieg van de Nederlands afdeling, en was tot drie jaar geleden voorzitter van BDS Nederland. De eerste jaren lag de focus op bewustwording over de bezetting van Palestina. Ze begonnen met de supermarktacties en protesteerden daarnaast bij bedrijven die producten uit Israël importeerden. “We zijn lange tijd redelijk klein gebleven”, moet ze toegeven. “Veel mensen wilden er niets van weten, en dan waren er nog mensen die huiverig waren om eraan mee te doen vanwege de beschuldigingen van antisemitisme. Of ze vonden het ‘ingewikkeld’, dat was het woord.”
Generatiekloof
Hoewel diezelfde discussies nog altijd rondzingen, is de hoeveelheid steun voor Palestina, en ook voor BDS, explosief toegenomen sinds wat Zeidan “de oorlog op Gaza en de grove Israëlische schendingen van het internationaal recht” noemt. Ze doelt niet alleen op actieve steun aan BDS Nederland, maar ook op BDS als ‘gedachtegoed’ en ‘verzetsuiting’ die door steeds meer mensen wordt gedragen’.
Acties zoals deze week op de UvA-campus zijn daar voorbeelden van. De activisten eisten dat de universiteit banden met Israël verbreekt, en grijpen het moment óók aan als bredere protestactie tegen de invasie van Gaza en de Nederlandse steun aan Israël. Zeidan is te spreken over de jonge generatie activisten, zowel in Nederland als wereldwijd. “Ze brengen energie, toewijding en veel innovatie in de beweging – en dankzij sociale media hebben ze veel bereik.” Zimmermann is ook positief, maar ziet wel een enorme uitdaging in het creëren van eenheid onder al die online en offline activisten.
‘Academische boycot’
Het idee van een ‘academische boycot’ tegen Israël gaat terug naar 2004, toen de Palestinian Campaign for the Academic and Cultural Boycott of Israel (PACBI) werd gelanceerd. PACBI is een van de organisaties achter BDS en roept academische instituties zoals universiteiten op om alle banden te breken met de Israëlische overheid en Israëlische bedrijven en instituten die medeplichtig zijn aan de bezetting van Palestina. Dat laatste geldt volgens PACBI voor veel Israëlische universiteiten, die samen met het Israëlische leger zouden werken aan de ontwikkeling van nieuwe militaire technologie en tactieken.
Het verbreken van banden houdt voornamelijk in dat er geen academische projecten, uitwisselingen of andere activiteiten worden georganiseerd met deze instituties. PACBI roept niet op tot een boycot van individuele Israëlische academici, tenzij zij een ‘medeplichtige universiteit’ vertegenwoordigen.
De Levie denkt wel een generatiekloof te zien. “De jonge generatie wil alles snel en spontaan doen, wij denken meer aan strategie en lange termijn.” Ook de motivatie lijkt anders: in zijn tijd waren het vooral mensen met veel politieke ervaring of kennis die zich aansloten, nu speelt emotionele verbondenheid een grote rol: mensen die tot voor kort misschien weinig van Palestina wisten zien gruwelijke beelden op sociale media voorbij zien komen, en worden gemobiliseerd door die woede en verontwaardiging. “Dat is in principe positief, maar wel iets om je van bewust te zijn: voer je actie om je woede te uiten en gelijkgestemden te vinden, of wil je ook een politiek effect?”
Al dit soort gesprekken worden overigens ook in levenden lijve gevoerd, benadrukt De Levie. “En het is heus niet zo dat mijn generatie alle antwoorden heeft. Wij zijn al tientallen jaren bezig en de situatie in Palestina is onveranderd, dus kennelijk hebben we ook iets fout gedaan.”
Strategisch boycotten
Toch zijn de geïnterviewden – en BDS Nederland, volgens haar statement – het erover eens dat strategisch werken soms de voorkeur heeft, vóóral bij boycots. Als je bijvoorbeeld enorme lijsten op sociale media ziet rondgaan van tientallen bedrijven die je moet boycotten, is dat niet van BDS Nederland afkomstig, schrijft de organisatie op haar website. Die kiest juist een klein aantal bedrijven uit dat direct betrokken is bij Israëlische schendingen van het internationaal recht.
Koffieketen Starbucks is bijvoorbeeld nooit door BDS Nederland aangewezen als bedrijf om te boycotten, terwijl het bedrijf op sociale media rondgaat als een van de voornaamste doelwitten. Op dit moment richt BDS Nederland zich wel onder meer op de Medjoul-dadels, Booking.com en busbedrijf EBS, waarvan het Israëlische moederbedrijf busvervoer verzorgt van en naar illegale nederzettingen.
“Het is niet per se effectief om links en rechts alles te boycotten wat met Israël te maken heeft”, zegt Aurora. “Want álles boycotten heeft toch geen effect, dat is niet vol te houden. Een effectieve boycot is iets van de lange adem. Bovendien moet je wel goed kunnen uitleggen waar een bedrijf medeplichtig aan is.” Zimmermann beaamt dat. “We moeten blijven uitleggen waaróm economische druk belangrijk is, dat we naar concrete doelen toewerken. Anders blijft het beeld bestaan dat we alleen maar ‘Israël pesten’.”
Successen
Volgens Zeidan heeft BDS zeker successen geboekt, ook in Nederland. Een recent voorbeeld is beveiligingsbedrijf G4S, dat vorig jaar haar Israëlische dochteronderneming verkocht dat diensten, trainingen en apparatuur leverde aan Israëlische nederzettingen, controleposten, politie en gevangenissen waarin ook Palestijnse politiek gevangenen werden vastgehouden. Een langlopende campagne tegen multinational Veolia slaagde ook, vertelt Aurora: “Die waren bezig een tramlijn te maken tussen Jeruzalem en alle nederzettingen.” Ondertussen kreeg de multinational elders ter wereld aanbestedingen van gemeentes en overheden. “In elke Europese gemeente die een aanbesteding gaf, hebben wij campagne gevoerd en op veel plekken werden contracten verbroken. Het heeft dertien jaar geduurd, maar uiteindelijk liepen ze zoveel geld mis dat ze zich in 2015 terugtrokken uit Israël.”
De S van BDS (sancties) is altijd het moeilijkste element geweest: die moeten namelijk vanuit de politiek komen. Zo dringt BDS al jaren bij de EU aan om de handelsovereenkomsten met Israël op te schorten totdat het land zich aan het internationaal recht houdt – nog zonder succes. Als Nederland definitief stopt met het leveren van F-35-reserveonderdelen kan dat ook als sanctie worden gezien, zegt Zimmermann. Volgens de eerste uitspraak moet Nederland hiermee stoppen, wat Zimmermann en haar generatiegenoten als grote overwinning zien. De staat ging in hoger beroep.
Al met al ziet Zeidan BDS als een belangrijke manier om druk op Israël uit te oefenen, bewustwording te creëren en Palestijns geweldloos verzet te steunen. “Het heeft dan wel geen einde gemaakt aan de bezetting, maar dat kan BDS ook niet alleen. Op dit moment hopen we natuurlijk vooral op een staakt-het-vuren, maar daarna is het nog niet voorbij. Dan kan BDS, zeker in combinatie met juridische middelen, echt een belangrijk handvat zijn.”
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand