In Alledaags activisme laat filosoof Chris Julien zien dat we in het ‘klimaattijdperk’ veel meer kunnen veranderen dan we denken: juist in het alledaagse zitten veel mogelijkheden voor systeemverandering. Julien wil in zijn boek voorbij het ongemak gaan van een probleem dat te groot voelt om aan te pakken. In de inleiding op het boek, waar OneWorld een voorpublicatie uit mag delen, vertelt hij op wiens schouders hij staat: veelal grote denkers over onderdrukking en uitbuiting.
De voorpublicatie begint na het kader.
Chris Julien (1982) is klimaatfilosoof en activist. Naast inzet voor en achter de schermen bij Extinction Rebellion geeft hij presentaties om mensen te bewegen in actie te komen. Bovendien bouwt hij met zijn werk als creatief strateeg en onderzoeker bruggen tussen sociale en ecologische opgaven.
Het alledaagse
De uitdaging waar we voor staan is om de planetaire werkelijkheid van klimaatverandering door te laten dringen tot onze dagelijkse realiteit. Dit idee van alledaags activisme is schatplichtig aan het werk van Philomena Essed, die in 1984 met Alledaags racisme wetenschappelijke en maatschappelijke barrières doorbrak. Zij stelde voor om racisme te benaderen met ‘de focus op ervaring’, om te begrijpen hoe abstracte begrippen als institutioneel racisme zich manifesteren in het leven van alledag. Wie beter hierover te bevragen dan de mensen die er de gevolgen van ondervinden? Essed legde op systematische wijze alledaags racisme bloot als groepsprobleem in een wereld die dat grotendeels ontkende.
In het denken van Essed speelt dehumaniseren – het onthouden van empathie en betrokkenheid – een belangrijke rol. Daartegenover stelt ze waardigheid als ‘een gedeelde ervaring die (verbeelde) grenzen overstijgt’. Waardigheid keert terug in persoonlijke houding, relaties en omgang met de omgeving, en staat wat Essed betreft voor ‘verwante principes die het zelf leiden richting doelen voorbij eigenbelang’. Zo is waardigheid niet alleen ‘een basis voor sociale rechtvaardigheid’ maar ook voor ‘vrijheidspraktijken die de integriteit van de natuur en het leven zelf eren’. Handelen in solidariteit met het leven vertaalt zich in een vorm van rustige moed – waardigheid – die intrinsiek belonend is, en ook in de persoon van Philomena Essed zo bewonderenswaardig naar voren komt: die van een levendige blik en een rechte rug.
Het ‘verhullen en ontkennen’ van de waardigheid van anderen is geen recente praktijk. Het is een oude gewoonte die opnieuw de kop opsteekt bij klimaatontkenning. Gloria Wekker heeft laten zien hoe deze vormen van mentale acrobatiek diepe wortels hebben in het ‘culturele archief ’ van het Westen. Daarmee is zichtbaar geworden wat Kameroense historicus en politiek filosoof Achille Mbembe ‘de nachtelijke kant van de democratie’ noemt: de schaduwzijde van de vrije wereld waarin slavernij en uitbuiting worden weggestopt. De lumineuze Martinikaans-Franse denker Malcolm Ferdinand voegt daaraan toe dat het dehumaniseren van mensen en het ontwaarden van niet-menselijk leven twee koloniale breuklijnen zijn die we in samenhang moeten zien. Slavernij, uitbuiting, ecocide en de atmosfeer bevuilen met gevaarlijke broeikasgassen liggen zo in elkaars verlengde als vormen van wat het beste omschreven kan worden als onttrokkenheid, oftewel actief niet-betrokken zijn.
Ecologische instorting
Wat betekenen feiten als we er geen betrokkenheid bij voelen, als ze niet landen in onze alledaagse ervaring? Essed liet in 1984 zien ‘dat verkeerde informatie […] niet als het hoofdprobleem kan worden gezien’ van alledaags racisme. Sterker nog, dat een nadruk op systemische perspectieven het risico loopt vooroordelen en blinde vlekken te reproduceren. Dat feiten zonder alledaagse inbedding weinig indruk maken blijkt ook op indringende wijze bij klimaatverandering. Al sinds de jaren negentig wordt er aan de bel getrokken, in steeds straffere bewoordingen en met steeds duisterdere prognoses. Als de feiten het werk zouden doen was de klimaatcrisis al bezworen. Hier blijkt een gat te vallen tussen ons denken en voelen, waardoor handelen achterblijft. We staan voor de uitdaging ons te verbinden met de alledaagse gevolgen die schuilen achter de datapunten en scenario’s van de klimaatwetenschap. Wat betekent anderhalve graad opwarming voor mijn leven, voor dat van anderen?
Hoe veelomvattend ook, instorting is allerminst een eenduidig mondiaal gegeven. Zoals de eminente geograaf Farhana Sultana het samenvat is klimaatontwrichting ‘een samenloop van ongelijke lokale machtsverhoudingen, kwetsbaarheden en risico’s’, waardoor klimaatverandering verknoopt is met andere vraagstukken die reiken ‘van de planeet tot het lichaam, met als gevolg een complexe lappendeken aan uitkomsten in verschillende situaties’. Zo krijgen, net als bij racisme, systemische kwesties ook bij klimaatverandering gestalte in de eindeloze variatie van het alledaagse. Van de boer in Pakistan tot die in Brabant, klimaatrechtvaardigheid draait om de feitelijke verscheidenheid aan gevolgen van een heter en brozer wordende wereld.
Zoals iedereen weet die ooit een goed voornemen had, zit de uitdaging van systeemverandering in het doorbreken van alledaagse patronen. Onder toenemende druk worstelt (een deel van) de samenleving met het achterlaten van oude gewoontes, vormen van comfort en machtsposities. Ik denk dat iedereen zo wel eens last heeft van klimaatontkenning. De schrik, machteloosheid, frustratie, het is allemaal onderdeel van een transformatie, een brug die we over moeten. En daar zijn geen zeeën van tijd voor, willen we ‘het snel sluitende venster naar een leefbare toekomst’ nog halen. Daarom is de dringende vraag aan iedereen hoe ons alledaagse handelen van invloed kan zijn op het systeem, ook als onze posities in dat systeem van elkaar verschillen.
Wat kan het alledaagse, waar we elkaar bij de koffieautomaat treffen, toch maar eens naar de sportschool gaan en een krantje openvouwen, betekenen tegenover de werelden van beleid, wetenschap, geopolitiek? Het alledaagse is het decor voor wat Hannah Arendt in The Human Condition de ‘vita activa’ noemt. Volgens haar wordt dit actieve leven gedefinieerd door een ‘conditie van pluraliteit’ omdat ‘mensen, niet “de Mens”, de Aarde bevolken, als eigen en unieke wezens onder gelijken’. Niet zozeer in de privésfeer (die ons afsluit van het systemische), maar in contact met anderen komt onze eigenheid tot uiting en kan elk van ons initiatief nemen. In de publieke, gedeelde wereld staan we dus op tal van kruispunten waar we het verschil kunnen maken. Daar is complexiteit niet louter een obstakel, maar ook aanleiding voor de exponentiële en creatieve processen van het leven. Arendt: ‘Dat mensen het vermogen hebben tot actie betekent dat het onverwachte van hen verwacht kan worden, dat ze in staat zijn zaken te verrichten die oneindig onwaarschijnlijk zijn.’ Zo kunnen we op tal van plekken het verschil maken om business as usual te doorbreken.
Chris Juliens boek Alledaags activisme verschijnt op dinsdag 27 augustus bij uitgeverij Podium. Hij presenteert het op 4 september in de Tolhuistuin in Amsterdam.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8 / maand
- Alleen digitaal — € 6 / maand