‘Als er nu een examen zou zijn voor hoe wij als samenleving functioneren, zouden we jammerlijk zakken’, schrijft Nani Jansen Reventlow aan het begin van haar boek Radicale rechtvaardigheid. Extreemrechts rukt steeds verder op, de klimaatramp staat op het punt onomkeerbaar te worden, de kloof tussen arm en rijk wordt alsmaar groter en we kijken weg van genocides. Daar komt nog bij dat de samenleving steeds verder polariseert als het over deze onderwerpen gaat. Wachten tot we het met elkaar eens zijn, gaat ons niet verder helpen, betoogt Jansen Reventlow in het hoofdstuk Een ode aan radicaal zijn. Ze schrijft: ‘Een van de valkuilen van witte suprematie is dat je je te veel bekommert om het in gesprek gaan met en het uitleggen van dingen aan een publiek dat niet van plan is om überhaupt iets te veranderen.’ Daarom moet iedereen die gelooft in vrijheid en gelijkwaardigheid gewoon beginnen met verandering.
Na het kader vind je een fragment uit het boek
Nani Jansen Reventlow (46) werkte als advocaat en strijdt voor digitale rechten met het Digital Freedom Fund op, dat. Ze begon Systemic Justice, een organisatie die in heel Europa rechtszaken voert rond (digitale) mensenrechten, met een focus op antiracisme en sociale en economische gelijkheid. OneWorld interviewde haar eerder over haar werk om Big Tech eerlijker te maken.
Jansen Reventlow won prijzen van Harvard, Oxford en Columbia University, en van privacyorganisatie Bits of Freedom.
Verandering, ook al is deze misschien niet perfect, kunnen we nu al in gang zetten. Omdat het echte leven geen examen is hoeven we geen 10 te scoren, hoeft niet iedereen het op alle punten met ons eens te zijn en hoeven we ons pad naar verandering niet in detail te hebben uitgestippeld. In de woorden van filosoof Olúfemi O. Táíwò: ‘We don’t have to agree on every aspect of the new world we’re building to agree on ways to improve the justice of our current arrangements.’ We kunnen onze visie op een betere wereld werkelijkheid laten worden zonder een perfect plan te hebben of iedereen aan onze kant te hebben – we kunnen deze energie veel beter op andere manieren gebruiken.
Eigen gesprekken beginnen
Elke verandering begint met het visualiseren van wat je gaat creëren. En als íéts de potentie heeft om anderen zover te krijgen dat ze zich bij jouw zaak aansluiten, dan is het mensen laten zien dat dingen niet hoeven te blijven zoals ze zijn. ‘You’ve got to sell people on the beautiful tomorrow.’ Zo citeert journalist Anand Giridharadas politieke communicatie-expert Anat Shenker-Osorio in zijn boek The Persuaders. Dus in plaats van de poortwachters van de status quo op hun terrein te blijven ontmoeten en ons te mengen in hun gesprekken moeten we onze eigen gesprekken beginnen. We moeten onze visie delen over hoe een wereld vrij van racisme, gebaseerd op gelijkheid, sociale en economische rechtvaardigheid eruitziet: wat dat in de praktijk voor iedereen betekent.
Dit is geen fictie: de data zijn er. Onderzoek heeft aangetoond dat als we mensen een beeld geven van hoe het alternatief eruitziet, de kans veel groter is dat ze zich betrokken voelen en willen engageren. In plaats van te mobiliseren op basis van angst en schaamte moeten we hoop creëren. Thomas Coombes, die deze wetenschap in praktijk brengt met de Hope-based Communications-methode, schrijft: ‘We moeten mensen een geloofwaardige visie tonen van hoe een wereld waarin mensenrechten voor iedereen gelden eruitziet. In het begin zal dit naïef aanvoelen. Maar waarom zouden mensen zich bij ons aansluiten als we ze niet vertellen waar we vóór zijn en alleen waar we tegen zijn?’
Dit is wat krachtige campagnes en bewegingen kunnen en moeten doen. Dit is waar radicaal denken om draait: nieuwe werelden en mogelijke toekomsten verbeelden en ze tot stand brengen. Zoals adrienne maree brown het verwoordde: ‘The future is not an escapist place to occupy. All of it is the inevitable result of what we do today, and the more we take it in our hands, imagine it as a place of justice and pleasure, the more the future knows we want it, and that we aren’t letting go.’ En die visie kan werkelijkheid worden als we onze energie en intenties inzetten om het waar te maken.
140 jaar lang heeft de Māori-gemeenschap van Whanganui in Nieuw-Zeeland gevochten tegen de invasie van hun land. Ze wilden hun rivier laten erkennen als een voorouder, zodat deze een wettelijke status zou krijgen: een juridische benadering van wat hun gemeenschap altijd al wist, namelijk dat de rivier een levende entiteit is, een ondeelbaar geheel dat niet als eigendom of als materiële bron kan worden aangemerkt. Dus stapten ze naar de rechter en vroegen om de erkenning van de rechtspersoonlijkheid van de rivier, en in 2017 wonnen ze de zaak. Door de nieuwe status van de rivier staat schade aan de rivier gelijk aan schade aan de Whanganui Māori-gemeenschap, omdat ze één zijn.
Rechten voor de rivier
Toen inheemse gemeenschappen voor het eerst voorstelden om wettelijke rechten uit te breiden naar de natuur, hadden de meeste mensen geen idee wat natuurrechten waren. Ze konden zich niet voorstellen hoe een rivier een rechtspersoon zou kunnen zijn, laat staan dat ze zich een rechtssysteem konden voorstellen dat dit zou erkennen. Maar deze eerste initiatieven inspireerden een massale wereldwijde beweging, geleid door inheemse bevolkingen, om de rechten van de natuur te waarborgen – de erkenning dat ons gehele ecosysteem, en niet alleen de mensen erin, rechten heeft. Sinds 2017 heeft de natuurrechtenbeweging baanbrekende vonnissen behaald in India, de vs, Ecuador, Bolivia, Colombia, Canada en Spanje.
In India heeft een aantal gemeenschappen – ondanks systemische onderdrukking – ruimte gecreëerd om duurzaam en rechtvaardig te leven middels voedselsoevereiniteit. De Deccan Development Society, een coöperatie van bijna vijfduizend Dalit- (de meest onderdrukte categorie in het Indiase kastenstelsel) en Adivasi-inheemse vrouwen, is al sinds 1983 actief bezig om acute ondervoeding en uitbuiting aan te pakken. Ze passen hun visie op het behoud van biodiversiteit en hun traditionele kennis over landbouw en zaden toe in de Zaheerabadregio in Telangana, India, met als doel de inheemse landbouwmethoden van kleine boerenbedrijven te doen herleven en te vernieuwen, en om duurzame voedselbronnen en economische zekerheid voor hun gemeenschappen te garanderen. De gemeenschap doorstond de negatieve effecten van de covid-19-pandemie op de voedseldistributie dankzij hun gemeenschappelijke zaaibanken en regeneratieve landbouwmethoden.
Van kleine naar grote veranderingen
Verandering kan ook klein beginnen. Jarenlang hebben gemeenschappen en activisten over de hele wereld de topografie van hun steden heroverd: ze veranderden straatnamen met verwijzingen naar koloniën, slaveneigenaren en historische racistische figuren in namen van revolutionaire antikoloniale leiders, antikoloniale veldslagen, protesten en andere bevrijdende momenten in de geschiedenis. Want om ons een andere toekomst voor te stellen waarin we ons veilig, gezien en gehoord voelen, moeten we er letterlijk in wonen. In onder meer Noord-Amerika en Europa worden straatnamen betwist en opnieuw toegeëigend als verzet tegen imperiale narratieven en de witgewassen geschiedenis.
Burgerrechtenactivist, schrijver, leraar en filmmaker Toni Cade Bambara zei: ‘Als cultuurwerker die tot een onderdrukt volk behoort heb ik de taak om revolutie onweerstaanbaar te maken.’ We moeten ons organiseren en een massabeweging opbouwen rondom onze visie op gemeenschap, land, mensenrechten; een wereld geworteld in antiracisme en sociale en economische rechtvaardigheid. Dit betekent dat we onze angst voor confrontatie en ‘polarisatie’ moeten loslaten. Als het opstaan voor ons einddoel – een wereld waarin de levens van elke gemarginaliseerde en geracialiseerde groep ertoe doen – als extremistisch wordt beschouwd, dan moeten we dat als een eremedaille beschouwen.
Wat je nu kunt doen
Leren:
- Jemma Egan, Layla Gatens, Elizabeth Graham, Amal Khalaf & Alex Thorp (eds.), How We Hold: Rehearsals in Art and Social Change (2024)
- Sadiya Hartman, Wayward Lives, Beautiful Experiments (2021)
- Lola Olufemi, Experiments in Imagining Otherwise (2021)
- Robin Wall Kimmerer, Braiding Sweetgrass (2020). Nederlandse vertaling: Een vlecht van heilig gras (2022)
- Robin D.G. Kelly, Freedom Dreams (2002)
Reflecteren:
• Als je de manier waarop één systeem momenteel werkt zou kunnen veranderen, welke zou dat dan zijn en waarom? Wat zou je veranderen? Of met een andere invalshoek: kun je je voorstellen hoe dat systeem eruit zou zien als het niet geworteld was in kolonialisme en witte suprematie?
• Welke systemen zijn onderling verbonden met het systeem dat je je inbeeldt en verandert? Welk effect heeft je hervormde systeem op die andere systemen? Hoe beïnvloedt het de structuren en overtuigingen die ermee verbonden zijn?
• Stel je voor dat je in je gedroomde systeem leeft. Hoe zie je dagelijks leven eruit? Wat ben je aan het doen? Wat doe je niet? Met wie en wat ga je om en hoe? Hoe voel je je daarbij?
Doen:
Welke van de bovenstaande activiteiten kun je nu al in praktijk brengen?
Meer tips om in actie te komen vind je op de website bij het boek: Radicalerechtvaardigheid.nl
Dit fragment komt uit het hoofdstuk Een ode aan radicaal zijn in het boek Radicale rechtvaardigheid van Nani Jansen Reventlow. Dit fragment verscheen eerder als voorpublicatie op OneWorld.nl op 21 oktober 2024.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand