Vrijdagavond zit ik samen met een vriendin in een bioscoop in Amsterdam. Reclames schieten voorbij. Er klinkt muziek – Afrobeats – en het scherm vult zich met zwart-witbeelden van Londen, gereflecteerd in de zonnebril van de Nigeriaanse superster Burna Boy. Met strakke moves beweegt een groep zwarte dansers – in G-Star jeans – op zijn nummer On Form door de stad.
Hoewel ik als half Sierra Leoonse gloeide van trots door de krachtige Afrikaanse representatie op zo’n groot scherm, begon er op de fiets naar huis iets te knagen. Het is fantastisch om te zien dat kunst en cultuur uit Afrika ook bloeit in Europa. De afgelopen jaren bezocht ik mooie tentoonstellingen met moderne kunst uit de Afrikaanse diaspora: In the Black Fantastic in de Kunsthal in Rotterdam en African Supernova in de Amersfoortse kunsthal KadE. Maar voor mij voelt het nog maar erg kort geleden dat in de westerse media aan de complexiteit en (culturele) diversiteit voorbij werd gegaan. OneWorlds hoofdredacteur Seada Nourhussen schreef in 2014 op Joop.nl dat ‘Afrika’ in media nog steeds vooral decor is voor een westerse zucht naar avontuur, altruïsme en belering: ‘Afrikanen zijn slechts figuranten die klagen, moorden of, als het meezit, een potje dansen.’
Daarom wantrouw ik de rappe vercommercialisering van Afrikaanse kunst en cultuur. In de westerse ogen die op Afrika gericht zijn, staan grote dollartekens. Het voelt verkeerd als we wél gebruik maken van de esthetiek, maar de geschiedenis, complexiteit en verscheidenheid van alle landen en culturen op het continent nauwelijks kennen. Wat weten we over de rijke verteltradities in het Yoruba, de Nigeriaanse taal die Burna Boy in zijn songteksten laat terugkomen? En zijn mensen zich ervan bewust dat zijn muziekstijl compleet anders is dan bijvoorbeeld het Zuid Afrikaanse elektronische amapiano, terwijl beide op Spotify vaak geschaard worden onder het genre ‘afro’?
Natuurlijk helpt representatie bij meer acceptatie, en is het belangrijk om de creativiteit en innovatie van Afrikaanse artiesten terug te zien in het Westen. Maar nadat decennialang stigmatiserend en negatief is geschreven over Afrika, en de geschiedenis en complexiteit van het hele continent stelselmatig is onderbelicht, vind ik de interesse in Afrikaanse kunst te oppervlakkig.
Een oproep dus aan bedrijven en instellingen die in ‘Afrika’ een goed verdienmodel zien: zorg ervoor dat een deel van de opbrengst gaat naar betere educatie over de 54 landen die Afrika rijk is. Geef subsidies aan Afrikaanse makers, draag bij aan organisaties die kunnen lobbyen voor meer Afrikaanse inbreng in geopolitieke beslissingen. Daarna praten we verder.
Deze column verscheen eerder in OneWorld Magazine van juni 2024.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand