De zon staat hoog aan de hemel wanneer de gehavende pick-uptruck van de patrouillerende parkrangers tot stilstand komt op een zandweg in het Babile Olifantenreservaat, in de Ethiopische regio Oromia. Hoofdranger Fetiya Ousman (31), de eerste vrouwelijke ranger van Ethiopië, tuurt door haar verrekijker. Tussen de laaggroeiende doornstruiken en vergeelde cactussen ziet ze een bouwplaats. Een collega springt uit de achterbak, zijn wapen bungelend om zijn schouder, en loopt richting de constructie. Ousman volgt behoedzaam. Achter het gebouw ligt een handvol arbeiders te slapen in de schaduw. “Wat wordt dat?” vraagt Ousman, wijzend naar de vier muren. “Een moskee”, antwoordt een van de arbeiders.
Het is streng verboden om te bouwen in het reservaat, maar de rangers kunnen niet veel doen. Tegenwoordig bestaat hun werk voornamelijk uit het monitoren van de grofweg driehonderd olifanten in het reservaat, en het in kaart brengen van de illegale nederzettingen zoals de moskee waar ze net waren. Omdat de rangers met een klein budget werken, hebben ze geen apparatuur om de olifanten te traceren: “We hebben soms niet eens genoeg geld voor benzine.”
Stroperij
Het olifantenreservaat van Babile is met zo’n 7.000 vierkante kilometer een van de grootste beschermde natuurreservaten in Oost-Ethiopië. Het park ontvangt incidenteel donaties van non-profitorganisaties zoals de VN, maar de salarissen en kosten voor het onderhoud van het park worden gedekt door de Ethiopische overheid. Het olifantenreservaat werd opgericht in de jaren 70 tijdens het bewind van Haile Selassie, de laatste keizer van Ethiopië, om de resterende Afrikaanse olifanten te beschermen. Er wordt geschat dat sinds het begin van de negentiende eeuw de olifantenpopulatie met zo’n 90 procent is afgenomen door stroperij.
Toen Ousman zestien was, stopte ze met school en begon met werken bij het reservaat, als enige vrouw te midden van 59 mannen. Inmiddels, veertien jaar later, leidt Ousman een team van zestig rangers, onder wie vier vrouwen, en won ze in 2023 de International Ranger Award van de International Union for Conservation of Nature. Naast haar liefde voor olifanten en de natuur, wordt ze gedreven door de diepe overtuiging dat vrouwen alles kunnen wat mannen ook kunnen: “Mijn missie voor de toekomst is simpel – ik wil dat meer meiden zich aansluiten bij ons team.”
In de jaren 90 begonnen bewoners uit de omgeving zich in het park te vestigen, wat de rust in het reservaat onherstelbaar heeft verstoord. Uit een onderzoek door de Universiteit van Addis Abeba blijkt dat inmiddels meer dan vijftigduizend illegale huizen in het park staan. Ousman: “Ze denken dat dit land gratis is omdat er nog geen bebouwing op staat, maar begrijpen niet dat dat juist de bedoeling is.”
Volgens Ousman hebben veel van de nieuwkomers in het reservaat elders een huis, maar komen ze naar de groene gedeeltes van het park om gewassen te planten en vee te houden. In een land waar één op de drie mensen onder de armoedegrens leeft, is migreren soms een wanhoopsdaad: delen van Ethiopië kampen al jaren met extreme droogte, waardoor veel oogsten mislukken. Hierdoor trekken mensen steeds vaker naar gebieden waar nog wel vruchtbare grond is.
‘Niet meisjesachtig’
Ousman groeide op in het dorp Babile, waar het olifantenreservaat naar is vernoemd. “De olifanten en wij leefden naast elkaar”, herinnert ze zich. “Op weg naar school zagen we de kuddes grazen in de verte.” De olifanten kwamen soms naar het dorp op zoek naar voedsel. Haar ouders leerden haar dat het gevaarlijke buren kunnen zijn. “Toen zag ik al in dat we ons best moeten doen om de vrede te bewaren.”
Haar beslissing om te stoppen met school en de scoutopleiding te volgen, werd niet goed ontvangen door haar familie en omgeving. Van vrouwen in Ethiopië wordt voornamelijk verwacht dat ze de rol van moeder, huisvrouw en verzorger op zich nemen. Het werk van een ranger is gevaarlijk, vereist discipline en fysieke inspanning. “Soms lopen we tien kilometer in de brandende zon door de savanne, bepakt met water, tenten en onze wapens – dat wordt niet als ‘meisjesachtig’ gezien.”
Op scholen geeft Ousman les over olifanten, het park en het belang van duurzaam omgaan met natuurlijke hulpbronnen. “Én ik wil jonge meiden laten zien dat vrouwen elk werk kunnen doen dat mannen doen, dat ze gelijkwaardig zijn.” Haar ouders zijn inmiddels bijgedraaid. “Maar dat gebeurde pas toen ik mijn diploma haalde, en ze zagen dat ik gerespecteerd werd in mijn werk.”
De afgelopen tien jaar zag Ousman de waterbronnen in het park opdrogen. Volgens haar is de mens de grote boosdoener: “Al sinds de jaren 40 kappen bewoners de weinige bomen die er zijn, voor de productie van houtskool en de bouw van huizen.” Op lokaal niveau betekent de grootschalige kap van bomen een stijging van de temperatuur, verlies van biodiversiteit en landdegradatie – de bodem wordt steeds minder vruchtbaar.
Wrok
Ook verliezen de olifanten hun broodnodige beschutting tegen de onverbiddelijke zon. De pick-uptruck van de rangers stopt opnieuw. Voor een grote rotspartij staat een eenzame, kale acaciaboom. “Dat is normaal gesproken de rustplaats van de olifanten”, vertelt Ousman. Ook hier staat een klein huis, gemaakt van takken en zeil. Een man komt naar buiten en onthaalt de rangers warm. “Nee”, roept hij. “Geen olifanten vandaag.” Ousman en haar collega’s gaan op zoek naar een spoor van de kudde. Aangekomen bij de eenzame boom knielt ze neer bij een hoopje uitwerpselen. “Vers”, zegt ze. “Kun je je voorstellen dat dit de enige boom is in de wijde omtrek? Stel je voor dat ze deze kappen – waar kunnen de olifanten dan nog schaduw vinden?”
Door het gebrek aan water trekken olifanten steeds vaker naar de gewassen die de mensen die illegaal in het park wonen met irrigatiekanalen bewateren. Daardoor stijgt het aantal mens-olifantconflicten al jaren. In de afgelopen twee jaar zijn al twaalf mensen en zes olifanten omgekomen tijdens confrontaties. “De olifanten komen naar de dorpen op zoek naar voedsel”, verklaart Ousman. “De bewoners schieten op ze, de olifanten verweren zich, waarbij mensen vertrapt kunnen worden.”
De wrok zit diep, zowel bij mens als olifant: “Soms, wanneer een mens een olifant doodt, komt de groep olifanten terug naar hetzelfde dorp om wraak te nemen”, vertelt Ousman. “Ze halen de huizen en tuinen overhoop, waarbij ze iedereen verwonden die op hun pad komt.” Ousman betreurt elke gedode of gewonde door een olifant. “Maar de bewoners in het reservaat kwamen naar het thuis van de olifanten, niet andersom.”
Bloedbad
Niet alleen conflicten tussen mens en olifant verbreken de broze vrede in het park. Ze vertelt dat in de afgelopen jaren meerdere gevechten uitbraken tussen rebellen uit de regio’s Somali en Oromo, waarbij olifanten in het kruisvuur terechtkwamen. Aan de kant van Babile, waar Ousman opgroeide, verbergen Oromo-rebellen zich tussen de rotsen in het park. Ook vechten zij al jaren in een guerrillaoorlog met het Ethiopische leger voor een onafhankelijk Oromia.
Ondanks het feit dat Oromo-rebellen en het Ethiopische leger nog steeds wel eens vechten, hebben overheidstroepen sinds 2017 de macht herwonnen en de rebellen terug naar de bergen gedreven. “Tijdens de strijd die hieraan voorafging, konden we het park niet in”, vertelt Ousman. “Wij maakten ons zorgen, maar de olifanten hadden het juist goed; door de gevechten vluchtten de bewoners van het park weg, en konden de olifanten gaan en staan waar ze wilden.” Volgens de rangers raakten geen olifanten gewond tijdens de conflicten.
Door het conflict floreert de illegale wapenhandel in Oromia. Ook de bewoners van de illegale nederzettingen hebben vaak vuurwapens, mede om zich te beschermen tegen wilde dieren. Ousman denkt terug aan een missie in 2019, de eerste en laatste keer dat ze in samenwerking met het Ethiopische leger een poging deden om de nederzettingen te ontruimen. “We trokken met tien rangers en tien soldaten het park in en er brak een vuurgevecht uit”, zegt ze. Het eindigde in een bloedbad: twee soldaten en drie rangers werden geraakt, van wie een op slag stierf. “Die ranger was mijn beste vriend, zijn naam was Mangestuu Adanuu.”
Broze vrede
Het contact tussen mens en olifant in goede banen leiden, is op dit moment het enige wat de rangers kunnen doen. “We leren de bewoners die in de buurt van het reservaat wonen welke gewassen olifanten wel en niet eten, om te voorkomen dat de olifanten de dorpen in komen”, zegt Ousman. “En er is budget om de schade veroorzaakt door olifanten te vergoeden, zodat men minder hard optreedt tegen de dieren.” Het lijkt tegenstrijdig dat de illegale nederzettingen geen boetes maar vergoedingen krijgen. “Maar we moeten er alles aan doen om confrontatie te vermijden en levens te redden.”
Met de dood van haar vriend nog vers in het geheugen, weet Ousman hoe snel de sfeer kan omslaan. “Daarom blijven de ontmoetingen bij de nieuwgebouwde nederzettingen oppervlakkig”, zegt ze. Maar de situatie is volgens haar niet houdbaar: “Hoe langer dit duurt, hoe meer olifanten we zullen verliezen.” Volgens haar is er maar één oplossing om de olifant te beschermen: “De mensen in het park moeten verhuizen, liever gister dan vandaag.”
Een langere versie van dit artikel verscheen eerder in OneWorld Magazine van juni 2024.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand