De mogelijke overname van RTL Nederland door DPG Media roept fundamentele vragen op over de toekomst van onze democratische samenleving. Machtsconcentratie bij mediaconcerns leidt namelijk tot inhoudelijke verschraling, ondermijning van redactionele onafhankelijkheid en een verzwakt publiek debat.
Tijdschriftengigant Sanoma betrad in samenwerking met Talpa in 2011 de televisiemarkt door de overname van de SBS Groep (SBS6, Net5, Veronica). Ik was destijds Sanoma-medewerker en ik zag hoe deze samenwerking strategisch belangrijk was, maar ik zag ook de spanningen tussen commerciële ambities en journalistieke waarden, met als gevolg: de verschuiving naar entertainmentgedreven content.
De afgelopen vijftien jaar is door overnames door DPG Media en Mediahuis de Nederlandse mediamarkt nog veel sterker geconcentreerd. Mediahuis breidde haar positie uit met de overnames van NRC (2015), de Telegraaf Media Groep (2017) en de NDC Mediagroep (2020), uitgever van dagbladen in de noordelijke provincies. Ook DPG Media werd dominanter, door PCM Uitgevers (2009), Wegener (2015) en Sanoma NL (2020), inclusief NU.nl, over te nemen. Het gevolg is dat ongeveer 90 procent van de dagbladen en een aanzienlijk deel van andere media nu in handen is van DPG Media en Mediahuis. Dat heeft geleid tot schaalvoordelen, maar ook tot minder journalistieke diversiteit, onafhankelijkheid en (regionale) pluriformiteit.
In NRC betoogt Nienke Venema, directeur van stichting Democratie & Media, dat schaalvergroting noodzakelijk is om te concurreren met techreuzen als Alphabet (het bedrijf achter onder meer Google) en Meta (van onder meer Facebook), maar met die redenering verhult ze de risico’s van nóg meer monopolievorming. Goed om te weten: Stichting Democratie & Media is een ideële organisatie die als doelstelling heeft pluriforme media te bevorderen, maar is daarnaast ook aandeelhouder van DPG Media, zij het zonder winstoogmerk.
Ten eerste is schaalvergroting niet hetzelfde als pluriformiteit. Integendeel. Venema’s argument dat ‘zonder schaalvergroting sommige Nederlandse krantentitels al niet meer zelfstandig hadden bestaan’ is dan ook misleidend. Als die titels bij hetzelfde concern zitten kan dat de meerstemmigheid zelfs verminderen. Uit Vlaams onderzoek blijkt dat DPG-titels daar lijden onder een zekere mate van ‘contenthomogeniteit’: identieke artikelen verschijnen bij verschillende kranten van dezelfde uitgeverij. In Nederland dreigt hetzelfde scenario. Als abonnee ervaar ik zelf hoe DPG-artikelen ‘slim’ worden herplaatst – niet alleen een teken van efficiëntie, maar vooral ook van gelijkschakeling. Bovendien, wanneer twee concerns 90 procent van de dagbladen controleren, is er een groot risico dat de diversiteit aan stemmen verdwijnt. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) waarschuwde al voor ‘cross-channelkortingen’, waarbij de gecombineerde advertentiekanalen van grote mediabedrijven de kleinere spelers wegconcurreren. Resultaat: een verschraald nieuwsaanbod.
Invloed van uitgevers op de inhoud
En dan de redactionele onafhankelijkheid: Nederlandse redactiestatuten bieden formeel bescherming tegen directe inmenging, maar de praktijk is weerbarstiger. FTM onthulde hoe DPG achter de schermen wél invloed uitoefent: hoofdredacteuren van kritische titels worden ‘uitgenodigd voor gesprekken’, onderzoeksjournalisten krijgen beperkte medewerking en transparantie ontbreekt. Een recent Nederlands voorbeeld is de doorgezette benoeming van een hoofdredacteur bij De Telegraaf door Mediahuis, ondanks fel verzet van de redactie. Ook weerhouden redactiestatuten de concerns niet van subtiele druk om bijvoorbeeld ‘onrendabele’ onderzoeksredacties te schrappen, om zo de ‘synergie’ te benutten.
De dominantie van Alphabet en Meta zou volgens Venema een rechtvaardiging zijn voor schaalvergroting, maar dat is een drogreden. DPG’s advertentieportaal Ad Alliance dreigt juist een lokale monopolist te worden, terwijl techbedrijven wereldwijd opereren. Nederlandse media verliezen daardoor dubbel: aan techreuzen én aan eigen marktverstoorders. De ACM moet daarom niet enkel naar concurrentie kijken, maar ook naar democratische waarden. Dat benadrukken ook Alyt Damstra en Erik Schrijvers van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in de Volkskrant: ‘Het is van groot belang om de discussie over ons mediasysteem niet enkel in commerciële termen te voeren.’
Nederlandse media staan niet voor de keuze tussen schaalvergroting of ondergang, maar tussen winstoptimalisatie en democratische verantwoordelijkheid. Deze drie maatregelen bieden in mijn ogen een alternatief:
- Creëer een Innovatiefonds
Financier onafhankelijke journalistiek via een belasting van 5 procent op advertentie-inkomsten van techgiganten als Alphabet en Meta. Dat fonds zou naar schatting zo’n 50 miljoen euro kunnen opleveren, gebaseerd op het huidige aandeel in de advertentiemarkt, en zou daarmee journalistieke initiatieven moeten ondersteunen, zodat kwaliteitsjournalistiek floreert zonder afhankelijkheid van schaalvoordelen.
- Voer een pluriformiteitstoets 1 in
Volg het ‘Scandinavische model’ door strikte grenzen te stellen, zoals het voorkomen dat één bedrijf meer dan 33 procent van een mediamarkt controleert. Zo’n toets beoordeelt niet alleen eigendomsconcentratie, maar ook de impact op de diversiteit van stemmen en perspectieven. Zo wordt de dominantie van mediaconcerns die door hun overheersing bepalen wat wij te lezen en te zien krijgen, gestopt en blijft journalistieke pluriformiteit gewaarborgd.
- Versterk de publieke omroep
Geef de publieke omroep ruimte om samen te werken met private media, zonder reclames. Wanneer je loskomt van advertentiedruk waarborg je onafhankelijk onderzoek, en door samen te werken bundel je de noodzakelijke krachten. Zo kan de publieke omroep investeren in publieke waarde en innovatie, bijvoorbeeld via onderzoeksjournalistieke projecten met provinciale en regionale titels.
Techdominantie vraagt om een andere aanpak. De macht van Alphabet en Meta komt niet alleen door schaal, maar vooral door data-microtargeting – advertenties op basis van gevoelige persoonlijke data. Het verzamelen van die gegevens ondermijnt privacy, concurrentie en democratie. Volgens mij zijn er twee concrete stappen om dat tegen te gaan:
- Verbied gepersonaliseerde advertenties
Er liggen al EU-plannen om microtargeting te beperken voor bijvoorbeeld politieke advertenties. We kunnen daarin verder gaan: een verbod op advertenties gebaseerd op gevoelige data voorkomt oneerlijke concurrentie via privacyschending.
- Ontwikkel een Nederlands advertentienetwerk
Bouw een nationaal platform, geïnspireerd op het Britse Ozone Project, waar uitgevers samenwerken. De schaalvergroting op dat vlak kan voordelen bieden, en met de openstelling voor elk binnenlands medium bied je een buffer tegen buitenlandse kapers op de kust, zonder elkaar kapot te concurreren. Dit biedt adverteerders een ethisch alternatief en versterkt lokale media.
Het debat over RTL en DPG moet geen technocratische discussie over ‘schaal’ zijn, maar een waarde(n)vol gesprek over democratische veerkracht. Statuten alleen zijn niet genoeg; scherpe regulering is nodig. Herinvoering van mediaconcentratiewetten, een pluralismetoets en een eerlijker speelveld voor tech zijn essentieel. Media zouden namelijk geen product, moeten zijn, maar een publieke voorziening. Bescherm die ruimte – voordat het laatste kritische geluid verstomt.
John Olivieira is uitgever van OneWorld. Hij schrijft dit opiniestuk op persoonlijke titel.
- Diversiteit in het media-aanbod, zodat verschillende meningen gehoord kunnen worden. ↩︎
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand