Beeld: Petra Katanic
Interview

Amnesty-directeur Dagmar Oudshoorn: ‘Uiteindelijk komen ze ook aan jouw rechten’

Bij haar aantreden vijf jaar geleden benadrukte Amnesty-directeur Dagmar Oudshoorn het belang van mensenrechten, voor iedereen. Inmiddels ziet ze dat het mensenrechtensysteem stelselmatig wordt kapotgemaakt. ‘Je krijgt ze niet zomaar terug.’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

‘Ik merk dat mensenrechten steeds minder belangrijk worden gevonden. Alsof we zijn vergeten waaróm we die verdragen hebben getekend.’ Bijna vijf jaar geleden zei Dagmar Oudshoorn deze woorden tegen OneWorld. Ze was net aangetreden als directeur van Amnesty, het was middenin de coronapandemie en vanuit haar woning in Uithoorn vertelde ze over haar plannen voor de organisatie. Ze zou inzetten op bewustwording, wilde afrekenen met het idee dat mensenrechten een ‘linkse hobby’ zijn en beloofde uit te dragen dat mensenrechten juist voor iederéén zijn, van vluchtelingen tot coronademonstranten.

 

Hoe ze vindt dat het is gegaan? Dat lijkt een haast cynische vraag. “We zijn in een stroomversnelling geraakt, en niet de goede kant op”, zegt Oudshoorn. In Nederland, de Verenigde Staten en op vele andere plekken kwamen politiek leiders aan de macht die zich openlijk keren tegen het internationaal recht, en in brandhaarden zoals Gaza en Oekraïne wordt dat recht dagelijks geschonden. “Ik zeg niet dat het mensenrechtensysteem, waarbij we leunen op verdragen en de Verenigde Naties, ideaal is, maar het is wel onze beste optie. En het wordt stelselmatig kapotgemaakt.”

 

Amnesty International

Amnesty International komt wereldwijd op voor mensenrechten in de vorm van actievoeren, petities, lobbywerk, onderzoek en mediacampagnes. Het werd opgericht in 1961 door een Londense advocaat, die besloot brieven te schrijven naar politiek gevangenen; dat doet Amnesty nog steeds. Ze hebben inmiddels ruim 2 miljoen leden in meer dan 150 landen. De Nederlandse tak, opgericht in 1968, telt ruim 250.000 leden en 30.000 donateurs.

Wat is de rol van ngo’s in een tijd van populistische politiek? OneWorld vraagt het in een reeks interviews aan ngo-directeuren. Dagmar Oudshoorn van Amnesty International is de eerste.

 

Geen subsidiekraan

Wat betekent dat voor Amnesty? Allereerst, volgens Oudshoorn, dat de kern van hun taak – een waakhond zijn – belangrijker is dan ooit. “Zoals onze collega’s in Hongarije zeggen: leer van ons, let op de signalen dat de autocratie naar boven komt.” Die signalen zijn er alom in Nederland. Rechters worden verdacht gemaakt, het parlement wordt omzeild wanneer het uitkomt, en maatschappelijke organisaties moeten het ook ontgelden – zeker als ze het wagen om kritiek te uiten.

 

Zo opperen Kamerleden regelmatig om ‘de subsidiekraan’ dicht te draaien als Amnesty zich weer eens kritisch uitlaat. “Dan kan ik heel vrolijk zeggen dat die er niet is.” Amnesty accepteert namelijk wereldwijd alleen overheidsgeld voor onderwijsprojecten, en ook daarvoor loopt de laatste Nederlandse subsidie dit jaar af. Dat komt goed uit, want het kabinet heeft net aangekondigd met miljarden te gaan bezuinigen op de ontwikkelingssector. “Maar wij besloten daarvoor al de laatste subsidie te laten aflopen. Wij willen op geen enkele manier onder druk gezet kunnen worden door de staat. Dat hebben we altijd gezegd: we zijn politiek onafhankelijk en onpartijdig, maar niet neutraal – we zijn een partij voor mensenrechten.”

 

Geweigerd aan tafel

Amnesty doet traditioneel gezien aan petities en schrijfacties – waarbij mensen massaal brieven schrijven – voor de vrijlating van politiek gevangenen, maar ook aan lobbywerk, actievoeren, onderzoek en educatie. Het meeste werk kan onverminderd doorgaan ondanks het extreemrechtse kabinet, maar één punt is ingrijpend veranderd: het lobbyen. “We worden simpelweg geweigerd door sommige bewindspersonen”, zegt Oudshoorn. “Vroeger was het nog vanzelfsprekend dat we aan tafel mochten komen bij ministers; dat is niet meer zo. Dat geldt niet alleen voor Amnesty, andere ngo’s krijgen dezelfde behandeling. Het maatschappelijk middenveld wordt zo op afstand gezet.”

 

Deel dit

‘Als er niet wordt geluisterd, slepen we de staat voor de rechter’

Tweet dit

 

Oudshoorn kan zich voorstellen dat ‘strategisch procederen’ – de staat voor de rechter slepen – daarom vaker zal gebeuren. “Dat moet eigenlijk een laatste redmiddel zijn, maar als er via andere wegen niet meer wordt geluisterd, kom je sneller op dat punt.” Amnesty heeft op dit moment een zaak lopen om Nederland verantwoordelijk te houden voor de gevolgen van de EU-Turkijedeal, waardoor duizenden vluchtelingen in mensonterende omstandigheden vast kwamen te zitten. Eerder wonnen ze van de Koninklijke Marechaussee, vanwege etnisch profileren bij douanes. Zaken van andere ngo’s tegen de staat, zoals de Urgenda-zaak en de zaak over F-35 reserve-onderdelen voor Israël, waren succesvol.

 

Tegelijk ligt de onafhankelijke rechtspraak zélf onder vuur. Denk aan de online intimidatie van rechters, opgehitst door politici die termen als ‘D66-rechters’ gebruiken. Al onder het vorige kabinet werd de motie Stoffer aangenomen, om extra eisen te stellen aan belangenorganisaties die de staat aanklagen. “Die strategische procedures kunnen ze verliezen en dat komt de overheid niet goed uit. Dus proberen ze het terug te dringen.”

 

Zwaaiende vinger

De ongemakkelijke waarheid is wel dat dit kabinet democratisch is verkozen; gebaseerd op de peilingen zou dat nu niet anders zijn. “Men lijkt bereid om in te leveren op mensenrechten”, zegt Oudshoorn. “Dat is het meest zorgelijk. We móeten daarom blijven uitleggen waarom ze belangrijk zijn.” Ze grijpt dan toch terug op het inmiddels klassieke gedicht van Martin Niemöller, First they came. “Dat blijft wel de essentie. Je kunt knabbelen aan de rechtsstaat en denken dat jij daar geen last van hebt, maar uiteindelijk komen ze ook een keer aan jouw rechten. Dan krijg je ze niet zomaar terug.”

 

Deel dit

‘Genuanceerd moeten blijven is soms onze beperking’

Tweet dit
Beeld: Petra Katanic

 

Die boodschap overbrengen in populistische tijden is misschien wel de grootste uitdaging, zegt Oudshoorn. “Soms denk ik dat het onze beperking is dat we zo genuanceerd moeten blijven. Mensenrechten hebben altijd een zekere tegenstrijdigheid; je hebt het recht op zelfbeschikking, maar óók het recht om tegen abortus te demonstreren. Het is verleidelijk om die nuance te verliezen, maar dat kunnen we ons niet veroorloven. Onze taak is om te kijken: wat mag wél, wat mag niet, waar gaat het te ver? En om dat op zo’n manier te vertellen dat er wordt geluisterd.”

 

Zo nu en dan lukt dat – zelfs bij kabinetsleden. Over een paar specifieke thema’s mogen ze nog wel aanschuiven bij ministers, zoals over vrouwenrechten en het demonstratierecht. “Dan krijg ik te horen dat we constructiever zijn dan ze hadden verwacht. We staan vooral bekend om ons zwaaiende vingertje en kunnen inderdaad heel goed zeggen wat níet mag, maar we denken graag mee over hoe het beter kan – dan moet je alleen wel aan tafel mogen komen.”

 

 

Demonstratierecht

Eén thema waarop Amnesty zichzelf heeft weten te bewijzen, is het demonstratierecht. Met een rapport uit 2022, ‘Demonstratierecht onder druk’, wisten ze het onderwerp op de agenda te zetten. Ze werden uitgenodigd door ministeries, gemeenten, de politie én activisten zelf om uitleg te geven over wat het demonstratierecht inhoudt. “Er was namelijk echt te weinig kennis, daar hebben we verandering in gebracht. Dat is heel belangrijk, júist nu er zoveel onvrede is. Iedereen heeft er baat bij dat we op een goede manier kunnen demonstreren.”

 

Oudshoorn is zelf ook regelmatig bij demonstraties te vinden; Amnesty is soms aanwezig als waarnemer om te kijken of demonstraties goed verlopen, maar soms organiseren ze ook hun eigen acties of lopen ze mee. Zo waren ze te vinden bij de Feminist March en zijn ze bij de demonstratie tegen racisme en fascisme op 22 maart. Vorig jaar organiseerden ze hun eigen actie toen de Israëlische president Isaac Herzog was uitgenodigd voor de opening van het Nationaal Holocaustmuseum – niet bij het museum zelf, maar iets verderop.

 

Deel dit

‘We gaan ook door zonder politieke wil’

Tweet dit

 

Amnesty was de eerste grote mensenrechtenorganisatie die in een onderzoeksrapport oordeelde dat er in Gaza sprake was van genocide. Als er één boodschap moeilijk is over te brengen op een manier dat men luistert, is het deze wel. Hoe ze dat aanpakken? “Het begint bij de inhoud”, zegt Oudshoorn. “Dat was niet zomaar een mening, maar een dik onderzoeksrapport waar we maandenlang aan hebben gewerkt.” De meest gehoorde kritiek tegen het Amnesty-rapport, van onder andere de minister van Justitie, is dat ze de definitie van genocide hebben opgerekt. “Maar we gebruiken dezelfde definitie als Nederland deed in een zaak rond de genocide in Myanmar. Het gaat hier echt om een gebrek aan politieke wil om de realiteit te accepteren.”

 

Ze maakt zich geen illusies dat het kabinet dankzij dit rapport haar Israël-beleid zal veranderen. “Maar dat hoort bij ons werk: je gaat ook door zonder politieke wil, dat is wat tegenmacht is. We hebben de grove schendingen in Gaza nu aangetoond, dat kunnen ze niet terugdraaien. Dat geldt voor al onze onderzoeken: ze kunnen het negeren en in een la stoppen, maar ze kunnen het niet laten verdwijnen.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons