De Braziliaanse filosoof Paulo Freire is geen bekende naam in Nederland, ook al wordt hij als een van de grote pedagogen van de twintigste eeuw gezien. Zijn denken over de ontwikkeling en opvoeding van kinderen heeft grote invloed gehad op het onderwijs. Zijn visie dat onderwijs – wanneer het op de juiste manier wordt ingezet – een gereedschap kan zijn tegen onderdrukking, is nog altijd relevant. Zijn bekendste boek Pedagogy of the Oppressed 1, geschreven in de jaren 60 van de vorige eeuw, is een van de meest geciteerde publicaties in de sociale wetenschappen. Ook was zijn denken een inspiratie voor onder anderen feminist en schrijver bell hooks en filosoof en taalkundige Noam Chomsky.
Nooit neutraal
Vanaf de Verlichting in het achttiende-eeuwse Europa, toen wetenschap en de rede aan intellectueel belang wonnen, zagen filosofen een kind als een tabula rasa: een onbeschreven blad. En het was aan de onderwijzer om dat blad te vullen. Paulo Freire legt in de jaren 60 een bom onder die zienswijze: wat je leert op school, en hoe, is nooit neutraal. In Pedagogy of the Oppressed vergelijkt hij de dan gebruikelijke manier van lesgeven met bankieren, alsof kinderen een lege bankrekening zijn waarop de docent naar hartenlust kan storten. “In plaats van te communiceren [doet de onderwijzer] stortingen die de studenten geduldig ontvangen, memoriseren en herhalen”, schrijft hij in zijn analyse van het Braziliaanse onderwijssysteem. Daarbij wordt uitgegaan van de totale onwetendheid van de leerling, wat deze afhankelijk maakt van de input van de leraar. En dat is geen toeval, redeneert Freire: het bestaande onderwijs is erop gericht de machtigen machtig te houden, en de onderdrukten op hun plaats. De gemiddelde school kweekte geen revolutionairen, maar nette burgers die in de pas zouden lopen.
Slopende honger
Als Paulo Reglus Neves Freire in 1921 wordt geboren in Recife, in het noordoosten van Brazilië, is zijn vader nog kapitein bij de militaire politie. Drie jaar later moet hij stoppen met werken wegens slagaderverkalking, een ziekte waaraan hij in 1934 overlijdt. De familie is dan al verhuisd van grote stad Recife aan de Atlantische kust naar de landelijke periferie van nabijgelegen stad Jabataõ.
Deel dit
Hoe onderwijs onderdrukten op hun plaats houdt, ervaart Freire zelf als kind
Het is het tijdperk van de wereldwijde economische depressie. Vanaf het moment dat vader niet meer kan werken, vervalt het middenklassegezin tot armoede. Voortaan is honger de vaste metgezel van het gezin. In zijn autobiografie 2 herinnert Freire zich hoe ze als kinderen ooit een kip van de buren die hun erf kwam opgescharreld, slachtten en opaten. Hun moeder deed eraan mee, zonder dat ooit aan de buren te bekennen. Ook al schaamden ze zich allemaal voor de diefstal, de honger overwon.
Hoe onderwijs onderdrukten op hun plaats houdt, ervaart Freire zelf als kind. Hij weet hoe slopend honger is voor je schoolprestaties: “Ik voelde me verslagen door de honger als ik huiswerk moest maken en viel boven mijn boeken in slaap.” Die ervaring zal hij meenemen in zijn latere werk als onderwijzer voor kansarme kinderen en in zijn onderwijsfilosofie. “De armen en onderdrukten worden altijd verantwoordelijk gehouden voor hun toestand. Alsof ze lui zijn en nutteloos”, schrijft Freire.
Bepalende klassenverschillen
Ook al zijn ze net zo arm, Freire verschilt toch van de kinderen uit de berooide boerengezinnen om hem heen waarmee hij buiten voetbalt. Zijn familie heeft immers nog altijd connecties van vroeger. Via die contacten bemachtigt de jongen een volledige beurs en kan hij verder studeren waar zijn klasgenoten stranden. Dat onderscheid maakt hem ervan bewust hoezeer klassenverschillen je leven bepalen.
Deel dit
Zijn liefde voor onderwijs ontwaakte door leraren die wel in hem geloofden
Freire studeert rechten aan de universiteit van Recife, maar advocaat wordt hij nooit. Zijn hart ligt bij het onderwijs, waarvoor zijn liefde ontwaakte door de paar leraren die wel in hem geloofden. Hij gaat aan de slag als docent Portugees op dezelfde middelbare school als waar hij schoolging, en realiseert zich hoe weinig de lessen aansluiten bij de belevingswereld van de gemarginaliseerde jongeren in zijn klas. Ook ziet hij hoe analfabetisme de armen klein houdt: om te mogen stemmen moest je kunnen lezen en schrijven.
Ballingschap
In 1961 wordt Freire directeur van het departement van onderwijs van de deelstaat Pernambuco waarvan Recife de hoofdstad is. Daar kan hij zijn lesmethode voor volwassenen toepassen die hij ontwikkelde, gericht op een dialoog tussen leraar en leerling waarbij de context van de stof zoveel mogelijk verband houdt met hun belevingswereld. Met die methode leert hij in 1962 driehonderd suikerrietwerkers in 45 dagen lezen en schrijven. Het is zo’n succes dat de Braziliaanse regering hem vraagt om dit soort projecten overal in het land op te zetten, maar een rechtse militaire coup maakt in 1964 een eind aan dit vooruitstrevende onderwijsbeleid.
Freire wordt zeventig dagen gevangengezet en gaat daarna in ballingschap, omdat hij vreest voor zijn leven. De junta stelt geen prijs op mondige burgers, laat staan op pedagogen die hen mondig maken. Het boek waarin al zijn ervaringen samenkomen, Pedagogy of the Oppressed, publiceert hij in 1968 in Chili. Onderwijs, stelt hij daarin, moet het kritisch bewustzijn stimuleren. Een onderwijzer staat niet voor de klas, maar tussen de leerlingen, en kan evengoed van hen leren als andersom. Zo schrijft hij: “Onderwijs als uitoefening van dominantie stimuleert de goedgelovigheid van studenten, met de intentie hen te indoctrineren zich aan te passen aan de wereld van onderdrukking.”
Die onderdrukking verklaart hij door Karl Marx’ analyse van klasse en de daaruit voortvloeiende ongelijkheid te combineren met Frantz Fanons pleidooi voor een dekolonisering van de geest. “Ondergedompeld in de realiteit kunnen de onderdrukten de ‘orde’ die de belangen dient van de onderdrukkers, wiens beeld zij hebben geïnternaliseerd, niet goed waarnemen. In hun vervreemding willen de onderdrukten koste wat kost op de onderdrukkers lijken, hen imiteren, hen volgen”, schrijft Freire. Onderwijs moet er in zijn ogen op gericht zijn mensen te leren sociale, politieke en economische ongelijkheid te identificeren en ertegen in opstand te komen. Die filosofie valt in goede aarde bij de sociale bevrijdingsbewegingen die op dat moment her en der in de wereld in opkomst zijn, van de Black Consciousness Movement in Zuid-Afrika tot de vrouwenbeweging.
Deel dit
‘Zonder de strijd voor vrijheid is het menselijk bestaan niet mogelijk’
Pas in 1980 kan Paulo Freire terugkeren naar zijn geboorteland Brazilië, waar hij lid wordt van de Arbeiderspartij en haar alfabetiseringsprogramma leidt. Hij heeft dan al verschillende professoraten aan universiteiten zoals Harvard en Cambridge achter de rug en zal nog vele ereprofessoraten ontvangen over de hele wereld. Tot aan zijn dood blijft de grondlegger van de bevrijdingspedagogiek publiceren. In een interview in 1990 met een Braziliaans universiteitsblad legt hij uit waarom zijn strijdkracht nog even groot is als in het begin: “Zonder de strijd voor vrijheid is het menselijk bestaan niet mogelijk. Altijd zijn er bedreigingen van die vrijheid. Daarom moet je alert blijven.”
- De Nederlandse vertaling Pedagogie van de onderdrukten verscheen in 1973 bij uitgeverij Anthos. ↩︎
- Paulo Freire, Letters to Cristina: Reflections on My Life and Work (1996). Tenzij anders vermeld komen biografische details uit dit boek. ↩︎
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand