Sociologe Abaâziz, druk bezig met haar doctoraat aan de Erasmus Universiteit, richtte drie jaar geleden het Meldpunt Islamofobie op, samen met Rahma Esther Bavelaar, promovenda Antropologie aan de UvA en psychologe Samira Boubkari. Zij zagen geweld tegen moslims oplaaien na de aanslag op Charlie Hebdo in Parijs, en constateerden dat moslimgeweld niet werd gemonitord. Daarnaast wilden ze slachtoffers steunen en advies geven over bijvoorbeeld aangifte bij de politie. In 2015 kregen ze 158 meldingen van moslims, waarvan een overzicht is gemaakt. Binnenkort komt de stichting met een uitgebreid rapport over de meldingen tot nu toe. Abaâziz benadrukt dat het aantal meldingen niets zegt over de totale omvang van geweldsincidenten, want niet iedereen maakt een melding. Abaâziz benadrukt dat dit niets zegt over de totale omvang van incidenten, want niet iedereen maakt een melding. Lang niet alle meldingen die binnenkomen gaan over geweld. Het gaat ook over andere vormen van discriminatie en uitsluiting, bijvoorbeeld uitschelden op straat, op basis van naam niet uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek, of niet welkom zijn in een vakantiehuis. Het voornaamste doel van de stichting is het in kaart brengen van verschillende uitingen van islamofobie.
“Pas als we inzien dat het geen losse incidenten zijn, maar ons gaan afvragen waar het vandaan komt, gaat er iets veranderen.
Maar, er is zeker nog veel werk aan de winkel. ‘’Want,’’ zegt Abaâziz, ‘’Het lijkt alsof iedereen gewend is geraakt aan discriminatie. Het zit ingebakken in onze structuren. Daarom kijkt niemand er meer van op en beschouwen we zo’n geweldsincident als in Emmeloord als een uitwas, een uitzondering. De algemene verontwaardiging is weer snel verdwenen. Terwijl we in zo’n geval moeten kijken naar: waar komt het vandaan?’’
Radar bracht onlangs aan het licht dat uitzendbureaus meewerken aan discriminerende bedrijven. Dat veel bureaus gehoor gaven aan het verzoek om geen Turken en Marokkanen naar de bedrijven te sturen, is volgens Abaâziz een goed voorbeeld van de normalisatie van islamofobie. Ook moslims zelf zijn wellicht gewend aan discriminatie en anticiperen hier mogelijk op. ‘’Als je weet dat ze in een bepaald vakgebied vrouwen met een hoofddoek niet zo waarderen, kies je misschien een ander vak.’’
“Als je weet dat ze in een bepaald vakgebied vrouwen met een hoofddoek niet zo waarderen, kies je misschien een ander vak.
Abaâziz hoopt met haar stichting deze structuren bloot te leggen. Het meldpunt heeft drie jaar aan data verzameld van verschillende uitingen van islamofobie. ‘’Hiermee kunnen we laten zien hoe veel vormen van uitsluiting en discriminatie zich voordoen, extreem en minder extreem, impliciet en expliciet. Dat moeten we analyseren en met elkaar in verband brengen. Bewustwording ervan is een stap in de goede richting.’’
Dr. Ineke van der Valk, onderzoeker bij het IMES (Institute for Migration and Ethnic Studies) aan de UvA, bracht in 2015, 2016 en 2017 rapporten uit omtrent moslimhaat en moslimgeweld: Monitor Moslim Discriminatie. Hieruit blijkt dat na terroristische aanslagen en na de komst van vluchtelingen geweld tegen moslims oplaait. Ook andere vormen van discriminatie en uitsluiting komen aan bod.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand