Het breimerk MaxHosa van Laduma Ngxokolo.

Ethisch en esthetisch

Al decennia inspireren Afrikaanse ontwerpers de internationale modewereld. Hun ontwerpen en het verhaal erachter spreken tot de verbeelding. Maar waar blijft de erkenning? Modejournalist Tara Vierbergen brengt vier talenten voor het voetlicht.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Afrika weet de modewereld al jaren te inspireren, duik maar eens in de archieven van een willekeurig modehuis. Yves Saint Laurent liet zich graag door Afrika betoveren en ook voormalig Dior-ontwerper John Galliano keek vaak naar het continent voor inspiratie. In het werk van modehuizen als Gucci, Burberry Prorsum, Balenciaga en Cavalli vliegen de waxprints, dierendesigns en safaripakken je om de oren. De scheidslijn tussen culturele toe-eigening en een eerbetoon is dun en vaak een cliché. Afrika inspireert de westerse modewereld al een tijd, maar ondertussen wordt het continent vaak weggezet als het eigenaardige lid van de internationale modefamilie. Afrikaanse mode wordt nog te vaak beschouwd als een exotische snoepwinkel. Eentje waaruit de westerse wereld zonder al te veel kennis van erfgoed zit te snaaien: kijk maar naar gevestigde termen als ‘tribal’, ‘safari’ en ‘tropical’. Voor velen gaat Afrikaanse mode niet verder dan kleurrijke prints, tropische kaftans, wat stro en een sliert houten kralenkettingen.
Laduma Ngxokolo
De Zuid-Afrikaan viert de traditie. Met zijn breimerk documenteert en herinterpreteert Ngxokolo de kledinggewoonten van zijn volk, de Xhosa. Alle kleding wordt in Zuid-Afrika gemaakt van plaatselijke grondstoffen als mohair, die de ontwerper uit zijn woonplaats en mohair-mekka Port Elizabeth haalt. De nieuwe generatie loopt ervoor warm. Ngxokolo voldoet aan een aantal ethische en duurzame richtlijnen. Zo worden de angorageiten op een diervriendelijke manier geschoren. Alicia Keys en Beyoncé zijn de ambassadeurs van zijn merk.

De westerse wereld zit vaak zonder enige kennis te snaaien uit die exotische snoepwinkel.

Wat is er nodig voor Afrika om op-en-top deelnemer te zijn van het internationale modesysteem, vroeg ook onlinemodeplatform Business of Fashion zich af. ‘Wat Afrika nodig heeft, is structuur’, schrijft Laura Eboa Songue, medeoprichter van modewebsite Fashizblack. Ze oppert dat modeweken, die jaarlijks in allerlei steden gehouden worden, een betere organisatie behoeven, dat ontwerpers meer      financiële steun zouden moeten krijgen van overheid of bedrijfsleven, en dat de overheid het belang van goede modeopleidingen moet inzien. Ze tikt de Afrikaanse media op de vingers wegens een gebrek aan betrokkenheid en aan goede modejournalistiek.

Verfrissend

Helen Jennings, hoofdredacteur van Nataal (een onlineplatform en tijdschrift dat Afrikaanse mode, kunst en cultuur een internationaal podium biedt), merkt op Business of Fashion op dat de topontwerpers uit Afrika de modewereld niet alleen iets nieuws en verfrissends te bieden hebben, maar dat ze ook met hun werkwijze van grote invloed zijn. Zij werken vaak duurzaam en ethisch verantwoord.

Dat zijn alvast twee toverwoorden die een aantal ontwerpers kan inzetten als unique selling point. ‘De duurdere merken uit Afrika kunnen een concurrentieslag maken door hun duurzaamheidsprestaties beter te etaleren’, aldus Jennings. En daar heeft ze een punt, want hoewel Afrika misschien nog niet op grote schaal kan concurreren met westerse modehuizen, maakt het continent goede sier met zijn culturele erfgoed en blinkt het uit in ambachtelijk vakmanschap. Die wapenfeiten slimmer uitbaten, is  een goed idee in een modewereld waar door massaproductie de authenticiteit vaak ver te zoeken is.

Het merk Emmy Kasbit van Emmanuel Okore.
Emmanuel Okoro
Voor zijn label gebruikt de Nigeriaan akwete. Deze stof wordt handgeweven door vrouwen uit de Igbo-bevolkingsgroep, waartoe Okoro behoort. Over zijn werkwijze zegt hij: “Ik wil mijn cultuur steunen, een ode brengen aan dit vak. Ik werk alleen met vak mensen uit de omgeving en probeer hun werk voor de toekomst te behouden. Vrouwen dragen deze weeftechniek over van generatie op generatie. Dat inspireerde me om met plaatselijke handarbeiders te werken, opdat ze de erkenning krijgen die ze verdienen. Het zijn artiesten.”

Hindernissen

Om als Afrikaanse ontwerper iets goeds van de grond te krijgen, moet je nogal wat hindernissen nemen. Lisa Folawiyo loopt ertegenaan in Nigeria: “Er is gebrek aan betrouwbare en goede werkplaatsen, aan fatsoenlijk onderwijs, aan goede materialen. Daarbij zijn de fi nanciën beperkt, waardoor veel ontwerpers alles zelf doen. Daardoor is het lastig te groeien. De overheid zou absoluut meer in de mode-industrie mogen investeren.” Voor de Zuid-Afrikaan Laduma Ngxokolo was de productie van zijn collecties zacht gezegd een uitdaging. Aan nieuwssite Business Insider vertelt hij: ‘Omdat Zuid-Afrika geen gevestigde breiindustrie heeft, moest ik in het begin steeds van leverancier veranderen omdat ze niet voldeden aan mijn kwaliteitseisen.’ Een oplossing vond hij in de overname van een van hen. Daarmee sloeg hij twee vliegen in een klap: hij kon de kwaliteit beter controleren en op grotere schaal produceren waardoor de kosten daalden. Een fantastische oplossing, al is een fabriek overnemen niet voor iedere ontwerper weggelegd.
Het label Maki Oh van Amaka Osakwe.
Amaka Osakwe
De Nigeriaanse put succesvol uit haar culturele erfgoed. Zij is de oprichter van het label Maki Oh en heeft zich toegelegd op het ontwikkelen van traditionele Nigeriaanse stoffen als adire, een eeuwenoud ambacht van de Yoruba dat ze van haar moeder leerde. Ze bewerkt katoenen doeken met indigo. Haar ontwerpen spreken een breed publiek aan – Michelle Obama en Solange Knowles dragen haar kleren met plezier. Door te werken op kleine schaal, met de hand en met plaatselijke vak mensen, werkt ze duurzaam én ethisch verantwoord.
Ethical Fashion Initiative biedt soelaas. Dit modeproject van de Verenigde Naties stimuleert een verantwoordelijke mode-industrie en wil laten zien dat je er mensen mee uit de armoede kunt halen: het is een matchmaker op meerdere vlakken. Het koppelt achtergestelde, maar kundige vakmensen aan westerse topontwerpers als Stella McCartney en Vivienne Westwood, waarmee het werkgelegenheid stimuleert en traditionele ambacht behoudt. Daarnaast biedt het Afrikaanse ontwerpers als Lisa Folawiyo en Laduma Ngxokolo een podium op grote internationale mode-evenementen. Indien gewenst krijgen ze begeleiding van experts.

Merken uit Afrika kunnen concurreren met duurzaamheid en vakwerk.

Dat zijn alvast twee toverwoorden die een aantal ontwerpers kan inzetten als unique selling point. De duurdere merken uit Afrika kunnen een concurrentieslag maken door hun duurzaamheidsprestaties beter te etaleren’, aldus Jennings. En daar heeft ze een punt, want hoewel Afrika misschien nog niet op grote schaal kan concurreren met westerse modehuizen, maakt het continent goede sier met zijn culturele erfgoed en blinkt het uit in ambachtelijk vakmanschap. Die wapenfeiten slimmer uitbaten, is een goed idee in een modewereld waar door massaproductie de authenticiteit vaak ver te zoeken is.

Onontgonnen

‘We streven naar een zo duurzaam mogelijke modewereld met producten die zowel van binnen als van buiten mooi zijn. Wat ons betreft zijn vakmensen de sleutel tot een mode-industrie die zowel ethisch als esthetisch is’, schrijft team Ethical Fashion Initiative op hun website. Emmanuel Okoro is het daar van harte mee eens. “Onze cultuur is zo rijk en boeiend. Als Afrikanen delen we graag de verhalen over onze kennis en cultuur. We hebben lang geaccepteerd dat mensen van buiten dat deden, wat niet altijd op de juiste manier gebeurde. Nu mogen wij het doen, met de middelen die wij hebben, en dat vind ik heel bijzonder.”
Uit de collectie van Lisa Folawiyo Studio.
Lisa Folawiyo
Wie internationaal hoge ogen gooit, is de Nigeriaanse Lisa Folawiyo. Regisseur Lupita Nyong’o en actrice Solange Knowles dragen haar kleding. Voor haar label Lisa Folawiyo Studio besloot ze de in West-Afrika beroemde stof ankara in een hipper jasje te steken door die met de hand te bewerken. Plaatselijke ambachtslieden vervaardigen elk kleding stuk met de hand. Een tijdrovend proces dat gemiddeld 240 uur per item kost, schrijft ze op haar website. Folawiyo geeft ermee aan dat ze integer te werk gaat en niet bezuinigt op haar ontwerpen.
Afrika is voor de modewereld een onontgonnen terrein, een van de laatste, en eentje met potentie. De grove fast-fashionfouten die in Azië gemaakt zijn (neem alleen al de 1134 doden van de ingestorte textielfabriek Rana Plaza in Bangladesh in 2013), daarvan heeft de mode-industrie hopelijk geleerd. En als die modewereld Afrika’s schat aan talent en technieken het respect geeft dat het verdient, dan ziet de modetoekomst van het continent er rooskleurig uit.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons