“Ik voelde woede, alsof het hele land vergiftigd was.
Het boek van Šindelka volgt twee broers die naar Europa vluchten. Ze raken elkaar kwijt. Er volgt een wrede reis in koelwagens en goederentreinen, onder benauwde motorkappen, langs blaffende honden, via verlaten sneeuwlandschappen en metershoog prikkeldraad.
“We zien vluchtelingen op tv en in de kranten. Maar we zien ze niet als mensen. Met dit boek probeerde ik dichter in de buurt te komen. Ik kan maar niet begrijpen waarom mijn medeburgers zich voor het politieke karretje laten spannen, en zich zo agressief tegen vluchtelingen opstellen.”
“In 2015 zagen de Tsjechen de gevolgen van de zogenoemde vluchtelingencrisis in Europa. Europese landen werden overspoeld met gevaarlijke vluchtelingen, ze konden de aantallen niet aan en samenlevingen werden ontwricht. Althans, dat was het verhaal van Tsjechische media en politici. Bij het volk ontstond de grote angst dat het ook hier zo zou verlopen. Neem mijn familie: mijn neef kocht een geweer. Als zelfverdediging. ‘Waarom, wie wil je afschieten?’, vroeg ik. Hij verdedigde zich: stel de migranten zouden naar zijn huis komen, misschien wel zijn zoontje iets aandoen. We hebben er flink over geruzied.”
“Als je de Tsjechische media volgt, lijkt het alsof we in een apocalyptische tijd leven, in een oorlog tegen het kwaad. Eerder lekten er documenten van een bekend mediabedrijf waarin de opdracht werd gegeven vluchtelingen alleen in een negatief daglicht te zetten. Je moet het effect hiervan niet onderschatten: mensen belden de politie op omdat ze migranten in hun bos hadden gezien. Later bleken dit houthakkers te zijn. Ook zijn er bewapende burgerwachten, een soort paramilitaire groepen die dorpen moeten beschermen. Je ziet het ook in Polen en Hongarije. Het komt van onderaf, bij het volk vandaan, maar wordt ideologisch gesteund door populisten bij de overheid. En hier blijft het niet bij: in buurland Slowakije is onlangs een Filipijnse migrant vermoord door een neonazi.”
“Ja, het is een gekte, een totale waanzin, en het kan ook zo in Tsjechië gebeuren. Ik ben nu gekalmeerd, maar ik was zo boos op mijn land. Die emotie voel je ook in mijn boek. Herinner je nog het nieuws van de 71 gestikte vluchtelingen in een vrachtwagen in Oostenrijk? In Tsjechië was er totaal geen compassie, mensen vierden bijna feest. Mijn dochtertje was toen vier maanden. Het was een mooie zonnige dag, maar het voelde alsof het hele land vergiftigd was. Waarom zijn jullie zo cru en egoïstisch? Ik heb toen veel medische bronnen bestudeerd om te zien wat er gebeurt als een lichaam zonder zuurstof komt te zitten, welke organen eerst uitvallen… het was bijna ondraaglijk om te lezen, ik moest ermee stoppen.”
“Ik wilde zo diep mogelijk het lichaam in, want op dat punt zijn we allemaal gelijk. Geen religie of nationaliteit, alleen de last van het lichaam. Je hebt het nodig om je van de ene plek naar de andere te verplaatsen, het is als materiaal. Zoals wanneer een van de broers in het boek in de motorkap van een auto verdwijnt, hij is er niet meer, alleen zijn organen en spieren. Een gevecht tussen lichaam en geest. Sommigen lezers vonden het boek erg claustrofobisch. Dat is de bedoeling, ze moeten het voelen.”
“Sinds de jaren 60 is er in Tsjechië een grote Vietnamese gemeenschap, ze waren toentertijd door het communistische regime uitgenodigd om te komen werken. De vierde generatie leeft hier nu nog, er zijn nooit problemen mee. En in de jaren 90 kwamen er vluchtelingen uit de Balkan, moslims uit Bosnië en Herzegovina bijvoorbeeld. Dus we hebben al eerder vluchtelingen ontvangen. Ze zijn vrijwel onzichtbaar in onze samenleving, volledig geassimileerd. Hoofddoeken in het straatbeeld zie je bijna niet.”
“Ondanks mijn woede en onbegrip, wil ik het normale volk niet beschuldigen. Ik praat met ze. We hebben hier vijftig jaar communisme achter de rug en hadden toen geen warme relaties met de rest van de wereld. Ja, met Rusland en andere Sovjet-landen, maar we hadden geen banden met landen met andere religies of kleuren. Religie was überhaupt niet iets om trots op te zijn; het communistische regime wilde van elke religie af. We zijn hier gewend aan simpelheid, kleine huisjes op het platteland.
“De oudere generatie was niet klaar voor zo'n open en kleurrijke wereld.
Ik wilde niet per se iets politieks schrijven, maar mijn boek werd wel onderdeel van de discussie en wordt als iets politieks gelezen. Ik heb het geschreven om empathie op te wekken voor mensen die vluchten. En om een tegengeluid te laten horen. Want ik wil niet dat Tsjechië wordt gezien als een land van lafaards.”
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8 / maand
- Alleen digitaal — € 6 / maand