“We denken graag dat Nederland een tolerant land is, ook op het gebied van homoseksualiteit. Maar in hoeverre is er sprake van een specifiek Nederlandse tolerantie en zelfs een voortrekkersrol? Ik ben daar in de loop der jaren sceptischer over geworden. De afschaffing van de strafbaarstelling van homoseksualiteit, meer specifiek sodomie, vindt haar oorsprong in de Franse tijd aan het begin van de 19e eeuw. De sociaal-maatschappelijke emancipatie van homoseksualiteit vindt plaats sinds het einde van de 19e eeuw, en is geënt op ontwikkelingen in Duitsland. Het is zeker zo dat Amsterdam in de laatste decennia van de 20e eeuw een internationale trekpleister was, vooral voor homoseksuele mannen. Nederland heeft ook een lange traditie van homo-organisaties, waarvan het huidige COC de erfgenaam is. Ook was Nederland het eerste land ter wereld dat het burgerlijk huwelijk openstelde voor mensen van hetzelfde geslacht.”
“"Nederland staat niet meer in de top 10 op het gebied van LHBTI+-mensenrechten in Europa, en dat kan ik alleen maar beschamend noemen"
“Wat betreft acceptatie doet Nederland het juist goed, maar dat vindt kennelijk geen weerklank in de wetgeving op sommige terreinen. Nederland doet het vooral slecht op het gebied van wat ik kort samenvat als bescherming tegen homofobe uitlatingen en homofoob geweld. De aandacht wat betreft het bevorderen van homo-acceptatie richt zich de afgelopen jaren vooral op de intolerantie van anderen: van migranten, van mensen met een islamitische achtergrond. Maar naarmate de meeste mensen bekender raken met onze samenleving, veranderen ook hun opvattingen en gedrag. En dan zijn we terug bij de vraag hoe tolerant wij als samenleving zijn, in hoeverre we anderen accepteren.”
“Ik denk niet dat we deze gebeurtenissen moeten zien als uitingen van kortetermijntrends in homo-acceptatie, maar als meer diepgewortelde kwesties. Uit opinieonderzoek blijkt telkens weer dat nagenoeg alle Nederlanders die aan een dergelijk onderzoek meedoen homoseksualiteit accepteren. Volgens deze metingen is Nederland een koploper op het gebied van homo-acceptatie. Deze gebeurtenissen roepen terecht vragen op, maar wel een specifiek soort vragen.
De mishandeling van Jasper en Ronnie Vernes-Sewratan in Arnhem roept vooral de vraag op waarom er volgens de Officier van Justitie geen sprake was van anti-homoseksueel geweld en, meer in het algemeen, wat geweld dan wél homofoob maakt in Nederland. Als sociale wetenschapper lijkt het mij dat de context en beleving van de slachtoffers hier belangrijke informatie over kunnen geven en een belangrijke rol zouden moeten spelen, naast de informatie die de daders geven. Wat mij opvalt is dat er niet of nauwelijks debat is geweest over deze verstrekkende stellingname van de Officier van Justitie. Dat is op z’n minst opmerkelijk, en beschamend in de context van de slechte score die Nederland in Europees perspectief op dit gebied heeft.
De campagne van Suitsupply roept de vraag op wat homo-acceptatie eigenlijk betekent. Je mag het wel zijn, zolang ik het maar niet merk. Er is een lange traditie van oppervlakkige tolerantie in Nederland. Wat betreft homoseksualiteit, maar ook wat betreft andere sociale verschillen.”
“"Je mag het wel zijn, zolang ik het maar niet merk"
“Is het acceptatie als mensen zeggen dat homoseksuelen hun leven mogen leven zoals ze willen, maar dat de rapen gaar zijn zodra mannen liefkozend worden afgebeeld? De Suitsupply-campagne houdt ons als hele maatschappij een ongemakkelijke spiegel voor, en het is niet fraai wat daarin te zien is. En het is helaas te makkelijk om intolerantie uitsluitend toe te schrijven aan jonge mannen met een andere culturele achtergrond. Een ander belangrijk thema: de rechten voor meeroudergezinnen die moeilijk te realiseren zijn. De traditionele heteronormatieve kaders blijken nog steeds invloedrijk, zeker als het om kinderen gaat.”
Steeds meer landen hebben hun eigen versie van de Gay Pride, maar de Gay Pride kent zijn oorsprong als protest tegen politiegeweld tegen homoseksuelen, lesbische vrouwen en transgenders in New York. Heeft de huidige Gay Pride, zoals wij het kennen, nog iets te maken met deze oorspronkelijke boodschap, of is het z’n doel voorbijgestreefd?
“Dit is een vraag die ook dit jaar bediscussieerd wordt, in Amsterdam en andere steden met een lange traditie van Prides, zoals Sydney met de bekende Mardi Gras. Het pragmatische antwoord van de organisatoren is dat er geen Pride zou zijn zonder financiële bijdragen van commerciële partijen. Daar hebben ze gelijk in. Althans: geen Pride in de vorm waar die organisaties aan hechten. Een aspect dat minder aandacht krijgt, is dat een meer politieke manifestatie – wat soms gezien wordt als de echte Pride – voor veel minder mensen interessant is.
Kijk naar Roze Zaterdag, de Nederlandse reactie op Stonewall, die al sinds 1977 jaarlijks plaatsvindt. In Gouda kwamen er dit jaar duizenden mensen op af, maar de Canal Pride in Utrecht trekt tienduizenden bezoekers. Amsterdam Pride heeft uiteraard het voordeel van de locatie, maar een feest van vrijheid en diversiteit spreekt ook een breder LHBTI+-publiek aan. Wat mij betreft is er een plaats voor allerlei vormen van aandacht voor diversiteit en acceptatie en mogen mensen kiezen waar ze zich thuis bij voelen. Laten we vooral zorgen dat er het hele jaar door aandacht is voor seksualiteit, diversiteit en acceptatie, in grote en kleine plaatsen, op scholen, werkplekken en sportverenigingen, en vooral ook achter de voordeur.”
Dit artikel verscheen eerder op de website van de Universiteit Utrecht.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand