“Bij Molukkers denken mensen aan treinkapers of leden van een motorbende.” Niet veel goeds in elk geval, maar wat is precies het verhaal van de Molukse Nederlanders en wat heeft dat met andere Nederlanders te maken? In Dengar probeert Polnaija te begrijpen wat voor geschiedenis hij met zich meedraagt en hoe dit doorwerkt in zijn leven. Maar wat is het hele verhaal van de Molukse Nederlanders?
In het debat over de multiculturele samenleving valt vaak het begrip ‘Nederlandse identiteit’, waar nieuwkomers zich naar zouden moeten voegen. Maar die onveranderlijke Nederlandse identiteit, zoals historici als Leo Lucassen en Lex Heerma van Voss betogen, bestaat niet. Juist invloeden van buiten en de voortdurende immigratie hebben ons gevormd. Maar liefst 98 procent van de Nederlanders heeft buitenlandse voorouders. OneWorld licht in deze reeks vijf migrantengroepen uit, van 1700 tot nu, en bespreekt aan de hand van een individuele familiegeschiedenis achtereenvolgens de Hugenoten, Joden, Molukkers, Italianen en Chinezen.
Bad guy
“Acteur Polnaija werd vanwege zijn Molukse uiterlijk voortdurend als 'bad guy' gecast
Kelatow staat niet achter de Molukse acties van de jaren zeventig (onder andere twee treinkapingen, een ambassadebezetting en twee schoolbezettingen). Maar ze zijn voor haar goed te begrijpen vanuit de behandeling die de Molukkers door de geschiedenis heen ten deel viel. Polnaija verhaalt daar in Dengar dan ook over. In de zeventiende eeuw leerde de Indonesische eilandengroep de Molukken met VOC-voorman Jan Pieterszoon Coen kennen. De ‘slachter van Banda’ joeg duizenden inwoners van de Banda-eilanden over de kling om een handelsmonopolie af te dwingen, onder het motto: ‘Ontziet uw vijanden niet, God is met ons.’
De Molukken is een eilandengroep die valt onder Indonesisch bestuur. Tijdens de Gouden Eeuw streed Nederland met succes met Spanje en Portugal om een handelsmonopolie met het gebied. De Molukse bevolking zelf werd met geweld gedwongen mee te werken. Op het hoofdeiland Ambon bekeerde uiteindelijk meer dan de helft van de bevolking zich tot het christendom en velen sloten zich aan bij het Koninklijk Nederlandsch-Indische Leger (KNIL). Ze moesten het na de Tweede Wereldoorlog opnemen tegen de Indonesiërs die onder aanvoering van Soekarno de onafhankelijkheid hadden uitgeroepen. Daarna liet de Nederlandse regering de Molukse soldaten in de steek. Het ideaal van een eigen staat is inmiddels vervlogen, maar veel Molukse Nederlanders wonen nog in aparte wijken in steden als Assen, Culemborg, Smilde en Capelle aan den IJssel. Nederland telt nu zo’n 45.000 inwoners met een Molukse achtergrond.
Tweederangs burgers
“Daar kwamen ze terecht in vreselijke oorden, zoals het voormalige Kamp Westerbork en Kamp Vught. Ze waren hier toch maar tijdelijk, was de redenering, tot ze weer terug naar hun eilanden konden verhuizen.” Die – volgens veel Molukkers beloofde – Republik Maluku Selatan (RMS) kwam er nooit, ook omdat de Nederlandse regering geen trek had in een conflict met Indonesië.
Kelatow: “Er zat bij de eerste generatie heel veel pijn daarover. Ze waren nog steeds in afwachting van hun terugkeer. In Nederland voelden ze zich bovendien tweederangs burgers.” Ze waren uit militaire dienst ontslagen, en mochten niet werken omdat ze daarmee de Nederlandse arbeidsmarkt zouden verstoren. Pas in 1954 mochten ze aan de slag. “Die frustraties droegen ze over op de tweede generatie. Die voelde zich wel Moluks, maar had ook heel veel vragen die ze niet beantwoord kregen.”
Ook de derde generatie, waartoe Kelatow en Polnaija horen, zit met ‘vet veel vragen’, maar stuit vaak op de typisch Molukse zwijgzaamheid. “Mijn vader groeide op in een Molukse wijk in Wormerveer in een gezin van tien kinderen. Hij praat als een Zaankanter (bewoner van de Zaanstreek, red). Over het Molukse ideaal heeft hij het liever niet. Mijn opa wilde niet dat zijn kinderen iets met de onafhankelijkheidsbeweging RMS te maken hadden.”
Gezamenlijke geschiedenis
De derde generatie lijkt inderdaad beter geïntegreerd dan de eerdere generaties, merkt ook Kelatow. “Maar veel Molukse jongeren hebben nog steeds niet het gevoel dat ze gehoord worden. Ze zoeken naar erkenning voor wat de Molukkers voor Nederland hebben betekend. En vooral naar wat onze gezamenlijke geschiedenis is.”
Bami en spekkoek
Samen hebben de Molukse jongeren een besef van anders-zijn, en ook van achterstelling en discriminatie. “Je moet meer je best doen dan witte Nederlanders. Als je in Nederland bruin bent, en een anders klinkende achternaam hebt, overkomt je dat.” En dat geeft ze weer verwantschap met Nederlands-Turkse en Marokkaanse jongeren. “Alleen vinden oudere witte Nederlanders een Indische of Molukse achtergrond minder eng omdat ze dan denken aan bami goreng en spekkoek.”
Menselijker
“Jij bent niet per se verantwoordelijk voor wat er met de Molukkers is gebeurd, maar het gaat je wel aan
Het zou goed zijn als we meer aandacht hebben voor elkaars verhaal, denkt Fiona Kelatow. “Deze voorstelling zou even goed kunnen gaan over je Turkse of Marokkaanse buurjongen. Vraag je eens af waar de ander vandaan komt en luister naar hem. Je hoeft het niet met elkaar eens te zijn. Maar begrijpen hoe iemand gevormd is, maakt je menselijker.”
En haar vader? “Hij heeft de voorstelling gezien, en ik geloof dat hij het wel goed vindt, wat ik doe. Maar hij kan het niet uiten.”
Dengar is op 12 oktober te zien in Podium Mozaïek
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand