Partnerbericht

Verzwakte en uitgeputte Congolezen op de vlucht

Eerder waren al 22 duizend mensen gevlucht naar het gebied rondom Gety, sinds 14 juli zijn daar nog veel meer bij gekomen: in totaal zijn er nu 39 duizend. Vaak hebben zij zich wekenlang in de bush verscholen gehouden nadat zij waren aangevallen en hun dorpen met de grond gelijk werden gemaakt.

‘Ons medisch team heeft binnen één week 130 ernstig ondervoede kinderen gebracht naar het ziekenhuis in Bunia, waar wij al drie jaar werken. De meeste kinderen hebben een vorm van ondervoeding die kwasjiorkor genoemd wordt, wat gepaard gaat met een opgezwollen buik, ernstige bloedarmoede en diverse zwellingen,’ vertelt Laurent Ligozat, coördinator van Artsen zonder Grenzen. ‘En hier, in Gety, zijn zestien kinderen binnen één dag gestorven aan ondervoeding en ziekten.’

‘Het is een zeer zorgelijke situatie. Ze zijn al verzwakt en moeten nu zien te overleven in een gebied waar er te weinig sanitaire voorzieningen zijn: er zijn hier maar 120 latrines terwijl 39 duizend mensen in een noodsituatie als deze minimaal 800 nodig hebben. Voor schoon drinkwater moeten ze kilometers lopen,’ aldus Laurent.

Een team van Artsen zonder Grenzen in Gety geeft sinds 14 juli medische zorg aan de gevluchte Congolezen. Als voorzorgsmaatregel hebben zij tienduizend kinderen ingeënt tegen mazelen. Meer medewerkers zijn onderweg om het team te versterken. Een vrachtvliegtuig met 12 ton medische voorraden en hulpgoederen is onderweg. Patiënten die er ernstig aan toe zijn worden naar de stad Bunia gebracht, waar 14 internationale en 325 Congolese medewerkers van Artsen zonder Grenzen werken in een ziekenhuis.