Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld.
Word abonnee
Als puber las ik ooit in een tijdschrift – de
Hitkrant waarschijnlijk, of iets in die categorie – over
celebrities die voor de feestdagen nog snel een nieuwe liefde op de kop hadden getikt. Om tegenaan te kruipen tijdens de koude maanden, stond erbij. Het is me altijd bijgebleven. Ik heb niet onthouden om welke mensen het ging en ook niet tegen welke miljonairs ze aankropen, maar ik herinner me nog wel het gevoel dat het bericht me gaf. Dat ik dat ook wilde, tegen iemand aankruipen met kerst. Later ben ik dit gevoel altijd blijven associëren met kerst, en eigenlijk de hele winter. Daarin gesterkt door ladingen kerstfilms waar iedereen maar met elkaar voor het haardvuur lijkt te kruipen.
Jaren later, na het verbreken van mijn eerste relatie, bekroop hetzelfde gevoel me weer. Ik keek als remedie tegen het liefdesverdriet doorlopend series als Friends en Sex and the city en daarin werd me aangepraat dat je de afstand tot je vorige relatie of scharrel kunt aangeven door te zeggen ‘ik heb al zoveel tijd geen seks gehad’. Maar zo voelde het niet. Het was het knuffelen dat ik miste, het samen in bed liggen, en het huidcontact. Weer later leerde ik dat hier een woord voor is: huidhonger.
Spoonr
Huidhonger is een term die in eerste instantie vaak wordt verbonden aan baby’s.
Een van de bekendste onderzoeken hiernaar was het dat dierpsycholoog Harry Harlow deed met resusaapjes. Hij haalde ze direct na de geboorte weg bij hun moeder, om ze daarna te laten kiezen: een surrogaatmoeder van draad en hout, maar met een fles melk, of een badstoffen surrogaatmoeder zonder voeding. Ze kozen massaal voor de laatste. Op basis hiervan concludeerde Harlow, daarin nagevolgd door veel van zijn collega’s, dat een baby meer nodig heeft dan alleen voeding om te blijven leven.
“
Opvallend veel vrienden van me slapen met een knuffel
Veel van mijn vrijgezelle vrienden, hun babytijd toch al enige tijd ontgroeid, klagen ook over het gebrek aan aanraking en intimiteit. Zeker in de winter. Zo kreeg ik pas nog een bericht van Thomas, met wie ik in Frankrijk vrijwilligerswerk deed. Hij is daar nog steeds en klaagt over een gebrek aan huidcontact.
Als ik vraag hoe mensen dat oplossen, lopen de antwoorden uiteen. Vier vriendinnen met wie ik iedere dinsdag eet, slapen bijvoorbeeld met een knuffel, een beetje als de resusaapjes. Anderen gebruiken good old Tinder, in de hoop daar mensen te vinden met dezelfde behoeften. Overigens bestond er even een Tinder speciaal voor dit doel, genaamd Spoonr. Maar die ging ten onder aan twee dingen: technische fouten en mensen die een sociale app die gebruikt maakt van locatie, uiteindelijk toch inzetten voor het vinden van meer dan alleen knuffels.
Knuffelhormoon
Hoewel de wetenschap huidhonger vooralsnog vooral in verband brengt met baby’s, is er wel degelijk bewijs dat het ook bij volwassenen een probleem kan zijn. Psychiater Binu Singh van de KU Leuven hield begin dit jaar in het
Vlaamse programma Van Gils en Gasten een pleidooi voor meer knuffelen. Volgens haar ervaar je sneller stress bij een gebrek aan lichaamscontact. “Omgekeerd merken we ook dat aanrakingen bij volwassenen ervoor zorgen dat de hartslag en bloeddruk dalen. Onder meer het knuffelhormoon oxytocine komt vrij, het stofje dat ons lichaam blij maakt als we aangeraakt worden. We voelen ons er beter bij en ontspannen door.” Ook in de VS werd er onderzoek gedaan naar het fenomeen. Zo
ondervonden wetenschappers van de Universiteit van Miami dat Franse tieners elkaar meer aanraken en daardoor minder agressief zijn dan hun Amerikaanse leeftijdsgenoten.
Als je ‘oxytocine’ googelt, lijkt het stofje de oplossing voor bijna alles. Een kleine greep: rust, ontspanning, een algeheel gevoel van welbevinden, een betere weerstand, minder stress. En, een van mijn favorieten: ‘Dankzij oxytocine krijg je meer voor elkaar!’
“
Oxytocine zou de oplossing zijn voor bijna alles
Door de goede reputatie van oxytocine is het voor promovenda Aleksandrina Skvortsova nooit moeilijk om proefpersonen te vinden. Ze doet onderzoek naar oxytocine aan de Universiteit Leiden. Skvortsova stelt dat voor veel claims rondom oxytocine eigenlijk geen bewijs is. “Het is wel zo dat een hoog oxytocineniveau helpt wanneer je veel stress ervaart, dat je dan beter beschermd bent tegen stressgevoelens.” Ook blijkt uit
onderzoek dat het hormoon je empathischer maakt, dat het sociale capaciteiten bij mensen met autisme bevordert en dat wonden sneller helen onder invloed van het stofje.
Massagestoel
“Er is dus zeker een wetenschappelijke basis voor het idee dat oxytocine een positief effect heeft op je welbevinden”, stelt Skvortsova. “Maar er is nooit onderzocht of het ook direct op je humeur werkt. Het verbetert misschien omstandigheden, zoals het beter kunnen omgaan met stress, maar het is geen wondermiddel dat je zou kunnen innemen ter compensatie van sociaal contact.” Er bestaat wel een neusspray, die onder andere wordt gebruikt om bij zwangere vrouwen borstvoeding op gang te brengen. “De neusspray zorgt gedurende een korte tijd voor een hoog oxytocineniveau”, zegt Skvortsova. “Maar dat is niet hetzelfde als wat er gebeurt tijdens sociaal contact en het heeft veel minder effect over langere termijn.”
Skvortsova vertelt dat wetenschappers ooit bekeken of een (voet)massage van een massageapparaat hetzelfde effect had op het oxytocineniveau van mensen als een massage van een vriend of een geliefde. De machinale massage bleek maar een gering effect teweeg te brengen. Volgens Skvortsova heeft de wetenschap dus nog geen surrogaat gevonden voor intiem contact tussen mensen. “Uiteindelijk heb je het meest aan contact met een geliefde”, zegt ze. “De effecten van toegediende oxytocine kunnen dat maar weinig compenseren. Je reageert op contact.”
De avond na mijn gesprek met de promovenda vertelde ik dit aan mijn vrienden. Hoewel een neusspray die je stressbestendiger, socialer en empathischer maakt heel aantrekkelijk klonk, merkte ik toch dat niemand er veel voor voelde. Er moest meer geknuffeld worden, daar was eigenlijk iedereen het over eens. Maar met de individualisering van de samenleving en de digitalisering van onze communicatie lijkt het niet erg gemakkelijk om het knuffeltekort op te lossen. Daarom leek het ons hoog tijd om de technologie weer vóór ons te laten werken. Nog die avond werden er plannen gesmeed voor een nieuwe versie van de ‘knuffel-Tinder’. Goede appbouwers kunnen zich bij ons melden.
Dit artikel verscheen eerder op OneWorld op 7 december 2018.