Doorgaans begin ik vlijtig aan mijn column. Maar de afgelopen maand zonk de moed mij wat in de schoenen. Ik lees graag de reacties onder mijn stukjes, al viel het me op dat ik toch steeds regelmatiger geconfronteerd werd met nare opmerkingen onder mijn publicaties. Je moet weten, ik schrijf soms ook voor andere media, dus ik wil zeker niemand specifiek aanvallen. Aanvallen is ook zeker niet de bedoeling hier. Ik probeer gewoon te begrijpen waarom er soms van die nare, soms zelfs gemene opmerkingen verschijnen, die vaak niets met de inhoud van mijn teksten te maken hebben. Aangezien het mij echt dwars zit wil ik er graag iets over vertellen.
Al zolang ik leef, heb ik min of meer te maken gekregen met racistische opmerkingen. Over m’n naam, over mijn huidskleur. Een mantra, alsof er een soort handboek is: ‘Waar kom je vandaan? … Neen, neen, ik bedoel écht, uit welk land’. Hier gaan we weer, denk ik dan vaak. Als ik nieuwe mensen leer kennen, als ik in het café zit, als ik zakelijke gesprekken heb, eigenlijk in veel situaties komt die vraag geregeld terug. ‘Amai, jij spreekt goed Nederlands’, of ‘Spreekt u Nederlands?’ zijn vragen die mij heel vaak gesteld worden. Soms vraag ik me af of dat nu echt essentieel is, die info, voor die vragende mensen. Is het echt zo belangrijk om te weten?
Pas op: die opmerkingen die ik hierboven als voorbeeld geef, classificeer ik niet onder ‘racistische opmerkingen’, maar bizar vind ik ze wel. Is het nou echt zo belangrijk allemaal? Meer dan de vraag of het echt belangrijk is, is het vooral het gevoel dat ik krijg bij die zinnetjes of vragen. Ze maken dat ik me buitengesloten voel, ook al was dat waarschijnlijk niet zo bedoeld.
“Wat ik ook schrijf, er is altijd wel ergens die racistische opmerking, verscholen achter een emoticon, benadrukt door hoofdletters of uitroeptekens
Dagelijks lees ik ook artikelen, gewoon willekeurige stukken, die in onze media verschijnen. Wat ik vaststel en mij echt ook pijn doet, is dat men in de journalistiek vaak etiketjes plakt. Woorden als ‘kansengroepen’, ‘mensen met een migratie-achtergrond’ en ’mensen van allochtone afkomst’ slaan ons dagelijks om de oren. Het ene moment ben je trouwens een ‘Belg’ en het andere ‘een Marokkaan uit Borgerhout’ (afhankelijk van het onderwerp).
Is het echt zo belangrijk, vraag ik mezelf dan weer af.
Wat moeten mensen eigenlijk doen om geaccepteerd te worden? Want nu voelen veel mensen zich derderangsburger in eigen land. Moeten wij, ‘mensen met een migratie-achtergrond’ ( Hier is het etiketje!) de grond kussen, op onze knieën leven en zeggen: ‘Dank u dat we hier mogen leven, dank u dat we mogen ademen’? Mogen wij niks schrijven, moeten wij stil zijn en zwijgen? Mogen Samira’s niks vertellen?
“Mogen Samira’s niks vertellen?
Een keer ging ik ergens spreken over mensen op de vlucht, naar aanleiding van een boek dat ik schreef, en ook die avond werd ik onderworpen aan een heuse politiecontrole. Ik werd uitvoerig en demonstratief voor heel het publiek uit de zaal gelicht en moest mijn paspoort tonen en werd onderworpen aan een hele reeks vragen. Gênant, is het minste wat je kan zeggen. ‘Gewoon routine’, zeggen ze dan.
Elke week een ander verhaal. Dat het in het openbare leven realiteit is, die uitsluiting, is verschrikkelijk voor mij en vele anderen. Maar nu uit zich dit ook in ons privéleven, in een zeer intieme sfeer, online, achter de pc. Men moet er elke dag een schepje bovenop doen door extra in de verf te zetten dat er toch wel verschillende groepen zijn. Wij/zij, allochtonen/Belgen, mensen met een allochtone achtergrond en die zonder. Mensen met een kleur, mensen die bruin zijn en die dat niet zijn. (Etiketjes, etiketjes!)
Sommige politici zijn er de afgelopen jaren dan ook nog in geslaagd om racisme te normaliseren en zelf een racistisch tweetje of berichtje de wereld in te sturen, alsof dat allemaal normaal is. Die politici hoeven niets te vrezen, want zij hoeven die rotopmerkingen niet elke dag te horen. ‘Bruin geitje’, ‘Samira? Waarom krijgen vreemdelingen hier eigenlijk een forum?’
Een bloemlezing bespaar ik jullie.. Maar netjes is het niet.
“Soms zeggen vrienden me dat ik het me niet moet aantrekken. Maar ik doe het toch
Los van het gevoel dat dit teweegbrengt maak ik me ook zorgen over het gevolg. Visies slaan al snel over naar daden. Straks worden die visies zo normaal dat niemand nog wakker ligt van de vreselijke gevolgen van dit vermeend onschuldig racisme. Als die visies voldoende draagkracht krijgen en niemand meer reageert, is straks het hek van de dam. Eerlijk? Ik maak me er grote zorgen over. Het bizarre is dat mensen worden aangevallen op basis van hun naam of hun huidskleur. Maar niemand kiest waar hij of zij geboren wordt. Niemand kiest zijn huidskleur.
“Zolang media cryptisch racisme blijven hanteren en politici meegaan met wij/zij en haat-denkbeelden, zal de massa racisme en uitsluiting normaliseren
Want zolang sommige media cryptisch racisme blijven hanteren — met hun lekkere kleefetiketjes – en zolang bepaalde politici meegaan met wij/zij en haat-denkbeelden, en dat zelfs aanwakkeren, zal de massa een gouden ticket hebben om racisme en uitsluiting te normaliseren en zullen mensen zich slecht maar echt slecht blijven voelen in het land waar ze nota bene geboren zijn.
Waar kom je vandaan?’ ‘Neen, neen, ik bedoel écht, uit welk land..’
Ik, Samira Atillah, ben geboren in Genk. Ik kom uit België. Laat de reacties maar komen.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand