Om dichterbij de vogels te komen die me zo fascineren, reis ik naar de Shetlandeilanden, een eilandengroep ten noordoosten van Schotland. Bijna nergens in Europa vind je zeevogelkolonies die zo toegankelijk zijn. Je kunt op een paar meter afstand broedende zeevogels bekijken. En beluisteren: het volume van een zeevogelkolonie overtreft met gemak dat van een schoolklas tijdens speelkwartier.
De verzamelde vogels trekken zich niets van je aanwezigheid aan, of zo lijkt het tenminste. Want mensen hebben wel degelijk invloed op het leven in de zeevogelkolonies. In 2000 waren er nog 33.000 papegaaiduikers op Shetland, vorig jaar waren dat er 570. De twaalf zeevogelsoorten in Schotland die gemonitord worden, zijn gemiddeld met 50 procent afgenomen ten opzichte van dertig jaar geleden. Bij sommige soorten gaat het nog harder; zo kent de drieteenmeeuw in Schotland een afname van 72 procent.
Mijn eerste stop is Sumburgh Head, op het zuidelijkste puntje van Mainland, het grootste eiland van de archipel. Sumburgh Head is een dramatische klif van honderd meter hoog. Op elk richeltje van de klif broeden er in de lente papegaaiduikers, zeekoeten, alken, drieteenmeeuwen en Noordse stormvogels. Ik heb er afgesproken met Helen Moncrieff, die de Schotse afdeling van vogelbeschermingsorganisatie RSPB (Royal Society For The Protection of Birds) leidt.
In haar kantoor, dat zich in een vuurtorenwachterswoning bovenop Sumburgh Head bevindt, legt Moncrieff uit waarom zeevogels naar deze plek blijven terugkeren. “De ligging van Sumburgh Head maakt het een ideale nestlocatie. In goede jaren zijn voedselbronnen dichtbij voor de broedende vogels en hun kuikens. Voordat er mensen naar Shetland kwamen, waren er ook geen dieren die een bedreiging vormden voor de vogels, zoals ratten, hermelijnen of otters.”
“Als tiener nam ik na een grote olieramp een maand vrij van school om kuifaalscholvers te wassen
Eveneens bovenaan de klif huist de Noordse stormvogel, een andere favoriet van Moncrieff. “Noordse stormvogels verdedigen hun nest door een stinkend goedje op indringers uit te braken. Ik weet nog goed dat ik als kind van mijn moeder een jurkje aan moest, terwijl ik liever een broek droeg. Een keer was ik opstandig, zocht ik een Noordse stormvogel en plaagde ik hem totdat hij over mijn jurk spuugde. De stank maakte de jurk ondraagbaar (lacht). Sindsdien zie ik Noordse stormvogels als mijn bondgenoten.”
Onderzoekers op Shetland merken dat vogels die van de Noorse zandspiering afhankelijk zijn, steeds verder vliegen voor voedsel. Een papegaaiduiker met een zender bleek meer dan 400 kilometer van het nest te vliegen om eten te vinden, tien keer verder dan wetenschappers aanvankelijk dachten. Dit soort tochten putten vogels uit. De vis die ze verderop vinden blijkt bovendien minder voedzaam.
“Stel je voor dat je als mens een lunchtrommel aan plastic in je maag zou hebben. Er zou geen ruimte overblijven voor echt eten
Onderzoekster Suse Kühn analyseert aan de Universiteit van Wageningen de maaginhoud van Noordse stormvogels. Veel plasticfragmenten zijn onherkenbaar, maar ze vindt regelmatig flesdopjes terug. Kühn: “Maar ook pellets, plastic bolletjes zo groot als linzen, waar in een volgende productiestap plastic voorwerpen van gemaakt worden. Pellets lijken op viseitjes, waardoor vogels ze opeten. Ik vind ook af en toe ballonresten en paraffine, dat is kunstmatige was die veel in cosmetica wordt gebruikt.”
Kühn en haar team onderzoeken welk effect het doorslikken van plastic heeft op vogels. “Plastic kan mechanische schade in een maag aanrichten door bijvoorbeeld verstopping, of door te weinig ruimte te laten voor echt voedsel. Ook kunnen chemische en toxische stoffen van het plastic in een dierlijk systeem uitlekken. Vogels gaan er niet altijd onmiddellijk aan dood, maar in zware tijden zoals koude winters of tijdens het grootbrengen van kuikens, kan een slechtere conditie vogels fataal worden.”
Uit sommige nesten hangen stukken plastic. Ik zie ook levenloze kuikens bungelen die met hun pootjes verstrikt zijn geraakt. Ik spreek erover met de Schotse ornitholoog Nina O’Hanlon, die onderzoek doet naar plastic in nesten. O’Hanlon: “Het veldwerk dat ik op Noss deed, is een van mijn mooiste ervaringen. Terwijl papegaaiduikers om me heen vlogen en de zon scheen, onderzocht ik de nesten van Jan van Genten op sporen van plastic. Helaas waren de hoeveelheden plastic en touw die ik vond schokkend. We weten nog niet hoe ernstig dit probleem is. Waarschijnlijk raken niet veel vogels verstrikt, maar in combinatie met andere bedreigingen kan het effect groot zijn. Voor de drieteenmeeuw, waarvan de populatie sterk daalt, is elke vogel die verstrikt raakt rampzalig.”
“Plasticvervuiling is nu een hot topic. Dat momentum moet aangegrepen worden om wegwerpplastic te verbannen
Op de Shetlandeilanden doen burgers hun best om rondzwervend plastic uit de natuur te halen. Een kwart van de bevolking doet elk jaar mee aan ‘Da Voar Redd Up’ (lokaal dialect voor lenteschoonmaak). De afgelopen dertig jaar is er in totaal meer dan 1.900 ton afval van de eilanden verwijderd tijdens deze lenteschoonmaak. Een groot deel daarvan is afkomstig uit de visserij-industrie, maar er zit ook consumentenafval bij dat getraceerd kon worden naar onder meer Canada, de VS, Duitsland, Noorwegen, Denemarken en Nederland.
Ik ga een avond met Laurenson mee om plastic te rapen op een klein strand in de buurt van Lerwick. Terwijl we over het strand wandelen, vraag ik haar welke soorten afval ze het meest tegenkomt. Laurenson: “Zonder twijfel plastic flesjes, zakjes en visnetten. Op stranden in de rest van het Verenigd Koninkrijk rapen beach cleaners vooral picknickafval en gebroken schepjes op die strandgasten achterlieten. Maar Shetland heeft geen strandweer. De plastic flessen die wij hier vinden zijn aangespoeld.”
“Elk flesje dat ik meeneem kan niet afbrokkelen en in een vogelmaag terechtkomen
Na het opruimen van het strand voel ik me toch wat neerslachtig. Het idee dat er misschien nu al meer stukken plastic dan vogels op de Shetlandeilanden te vinden zijn, laat me niet meer los. Voor sommige vogelsoorten kan dit een tipping point zijn: er komen veel veranderingen van veel kanten op hen af. Voor de vogels is het niet zo gemakkelijk zich aan te passen. Ze zullen het proberen, bijvoorbeeld door hun kuikens andere soorten vis dan Noorse zandspieringen te voeren. Maar wetenschappers betwijfelen of ze op een minder voedzaam dieet kunnen overleven.
“Veel van onze kunst, verhalen en liedjes houden verband met de vogels en hun broedplekken
Voordat ik de ferry terug naar Aberdeen neem, bezoek ik nog een laatste keer de drieteenmeeuwen, want ook ik heb inmiddels een lievelingsvogel op Shetland. In mijn rugzak zit een stoffen tas die ik van Rachel Laurenson kreeg, om plastic flesjes te verzamelen in het bos waar ik vaak wandel. Ik neem me voor daar een nieuwe gewoonte van te maken. Alle bee(s)tjes helpen.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand