Een soldaat komt terug uit Irak en laat zijn fotorolletje ontwikkelen, maar de ontwikkelaar schrikt als hij de foto’s ziet en licht de politie in. Een krantenartikel dat hierover bericht is de aanleiding voor scenarioschrijver Tony Marchant om aan de film ‘Mark of Cain’ te beginnen. “Op de foto’s waren de meest vreselijke dingen te zien, net als op de foto’s die later de wereld rond gingen uit de Abu Ghraib gevangenis”, aldus Munden, “waar het om gaat is dat de soldaat in kwestie geen idee had dat wat er op de foto’s te zien was niet door de beugel kon”.
|
Foto: Movies that Matter |
Wraakgevoelens en verwarring
De film vertelt het verhaal van twee vrienden die met het Britse leger naar Irak zijn gestuurd. Daar aangekomen keldert de moraal al snel na een dodelijk aanslag op twee van hun collega’s. Ze komen er achter dat ze de daders van deze aanslag niet kunnen identificeren tussen de burgers en zo belanden er onschuldigen in de verhoorkamers. Wat er tijdens deze verhoren gebeurt, wordt pas aan het eind van de film vertoond. “De gruwelijke beelden van de groepsmartelingen heb ik bewust pas aan het eind laten zien. Het zou anders wel erg moelijk zijn voor het publiek om anderhalf uur sympatie voor de twee hoofdrolspelers op te brengen”.
|
Foto: CC |
Morele moed vs. loyaliteit
Is het mogelijk om in extreme situaties, zoals oorlog, je eigen gevoel van goed en kwaad te laten gelden boven de orders van bovenaf? Dit is de vraag die in de film wordt gesteld. In het geval van de hoofdrolspelers ging het niet eens om het opvolgen van een bevel, maar toch werd het van hen verwacht. “Als we dit nu niet doen, noemen ze ons verraders en krijgen we tijdens de volgende patrouille geen rugdekking meer”, haalt een hoofdrolspeler in de film de ander over vlak voor ze de misdaden begaan. Dit staat in schril contrast met de uitspraak aan het begin van de missie, dat iedereen die onnodig geweld gebruikt het ‘teken van Cain’ over zich afroept.
|
Foto: CC |
Misstanden
In het leger is het dus nog moeilijker dan op andere werkplekken om een klokkenluider te zijn, simpelweg omdat je collega’s van levensbelang zijn. “Een van de zaken die ik met deze film aan wil kaarten is dat het altijd de laagsten in rang zijn die opdraaien voor dit soort oorlogsmisdaden”, terwijl het in de praktijk dus vooral voor hen onmogelijk is om misstanden aan te kaarten of zelfs maar bevelen te weigeren. “Er is slechts één voorbeeld waarin een hooggeplaatste militair voor een oorlogstribunaal is gekomen en zelfs hier is deze vrijgesproken, vanwege een ‘vormfout’. Ook de pestcultuur in het leger is iets dat ik met deze film onder de aandacht wil brengen.”
Het is opvallend hoeveel aandacht er is voor seksueel misbruik in de film. “Een groot deel van de spraakmakende foto’s was seksueel geladen. Het is tekenend voor deze oorlog. Waar dit uit voortkomt weet ik niet precies. Het kan komen doordat er meer camera’s zijn, door de toename van het gebruik van seks in de media of omdat seksueel misbruik gezien wordt als de ultieme belediging van een moslim”.
In het kader van het Movies That Matter film en debat programma draait van 28 oktober t/m 20 november de film Black Gold in theaters in Arnhem, Almere, Amsterdam, Utrecht, Maastricht, Groningen en Den Haag. Ook hier zal OneWorld een artikel aan wijden.
|
Inspiraties
“De beste manier om een film over politieke en maatschappelijke kwesties te maken is door een persoonlijk verhaal te vertellen.” Voor ‘Mark of Cain’ was Munden erg geïnspireerd door films als ‘Battle of Algiers’ (1966) en Stanley Kubrick’s ‘Path of Glory'(1957). Aanraders van ‘Movies That Matter’ zijn volgens Munden ‘Bamako’ (2006), en films van de Iraanse cineast Abbas Kiarostami. Films die minder maatschappelijk geëngageerd zijn, maar er voor Munden zelf wel toe doen zijn ‘Ex-drummer’ (2007) en de onlangs verschenen ‘Control’ van Anton Corbijn. Munden werkt momenteel aan zijn volgend project over de Engelse Burgeroorlog in de zeventiende eeuw.