Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld.
Word abonnee
Twee jaar geleden haalde de hoogste Nederlandse militair, Commandant der Strijdkrachten Tom Middendorp, de voorpagina’s. Hij legde
in een toespraak op de tweede conferentie van het door het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken georganiseerde
Planetary Security Initiative, een verband tussen klimaatverandering en oorlog. In de dagelijkse mediastroom werd dit al snel ‘Klimaatverandering bedreigt de wereldvrede’. Zijn betoog was echter genuanceerder dan dat. Hij zei: “Ik denk dat klimaatverandering een oorzaak kan zijn van conflicten, een voedingsbodem voor extremisme kan creëren, en kan leiden tot migratiestromen.” Hij doelde daarmee op een verschuiving in de grondoorzaken van conflict, iets waar een militair natuurlijk over moet nadenken bij het bepalen van zijn strategie.
Conflict bij de oorzaak aanpakken
Deze week was Tom Middendorp, inmiddels uit actieve dienst, wederom een van de sprekers op deze jaarlijkse conferentie. Hij vertelde na zijn toespraak in 2017 de bijnaam ‘Groene Generaal’ gekregen te hebben. Maar hij zei ook dat deze groene dimensie nog niet consequent door het hele militaire apparaat wordt meegenomen – dus niet alleen in strategie en analyse, maar ook in eigen gedrag zoals inkoop en transport van de krijgsmacht zelf. Hij haalde een voorbeeld aan van een gevecht dat hij voerde in Afghanistan. Na meerdere dagen kwam de betreffende NAVO-vredesmacht als winnaar uit de strijd, maar de kern van het conflict bleef onopgelost. De oorzaak van de confrontatie tussen verschillende groepen bleek waterschaarste te zijn, als gevolg van aanhoudende droogte. Uiteindelijk werd er een oplossing gevonden door verschillende disciplines bij elkaar te brengen: ontwikkelingswerkers en waterdeskundigen zochten naar technische oplossingen, diplomaten onderhandelden met de verschillende partijen, en militairen bewaakten de wapenstilstand.
“
Ik denk dat klimaatverandering een oorzaak kan zijn van conflicten
Middendorps Amerikaanse collega Ann Phillips, voormalig schout-bij-nacht bij de Amerikaanse krijgsmacht, houdt zich tegenwoordig fulltime bezig met de relatie tussen klimaatverandering en veiligheid namens het Center for Climate & Security in Washington DC. Het Pentagon wees al in 2010 op de gevolgen van klimaatverandering voor de nationale en internationale veiligheid, en beïnvloedde daarmee de politieke agenda. Nu er een andere wind waait in het Witte Huis – waar klimaatverandering momenteel simpelweg ontkend wordt – moet Phillips noodgedwongen opnieuw de relevantie van het thema en het belang van klimaatverandering voor de veiligheidsgemeenschap bewijzen.
Samenwerking is noodzakelijk
Het panelgesprek waaraan Middendorp en Phillips deelnamen, ging al gauw in de richting van de noodzakelijke samenwerking tussen verschillende partijen. Elke situatie vraagt om een verschillende mix van diplomaten, militairen en ontwikkelingssamenwerkers, waarbij de inzet afhangt van de lokale context, maar waarbij klimaatverandering vaak als een zogenaamde
threat multiplier optreedt. Kort gezegd: zaken als honger en waterschaarste zijn grondoorzaken van conflict. En wanneer klimaatverandering hier nog bovenop komt, en deze grondoorzaken verergert, wordt daarmee ook het uiteindelijke conflict heviger, of treedt het eerder op.
Ondanks politieke tegenwind van wat Phillips de elephant in the room noemde, vindt samenwerking op steeds meer niveaus plaats, werd tijdens het panel duidelijk. Steeds eerder wordt herkend wanneer de grondoorzaken tot conflict kunnen leiden, en steeds eerder anticiperen de verschillende partijen op dit soort ontwikkelingen. Kortom, de relatie tussen klimaatverandering en conflict wordt binnen defensie steeds beter gezien, met bijbehorende tactische en strategische aanpassingen. Maar voegt de krijgsmacht zélf ook de daad bij het woord? Past zij ook het eigen gedrag aan?
Walk the talk
Een rondgang langs de verschillende aanwezige militairen, uit zo’n tien verschillende landen, leerde dat de vergroening zeker nog niet door de gehele organisatie wordt omarmd. Middendorp zelf noemde een mooi voorbeeld van een uitvinding van de Nederlander Ap Verheggen: een apparaat dat in de woestijn water uit de lucht kan halen en daarmee van strategische waarde is voor een leger dat langer in droge omstandigheden moet werken. Dit apparaat zou kwetsbare aanvoerroutes (van water, brandstof, voedsel) kunnen vervangen en daarmee kunnen bijdragen aan de veiligheid van de eenheid. Met andere voorbeelden wil het echter nog niet zo vlotten, ondanks de tactische en ook financiële voordelen die een lagere afhankelijkheid van bijvoorbeeld fossiele brandstoffen kan opleveren.
“
De relatie tussen klimaatverandering en conflict wordt binnen defensie steeds beter gezien
Een van de mooiste gedachten die ik hoorde was er eentje waarbij de drie D’s (defense, development, diplomacy) naadloos in elkaar overvloeien. Wat nou als de heersende gedachte van het niet achterlaten van een voetafdruk na het opbreken van het militaire kamp eens wordt vervangen door het achterlaten van een positieve voetafdruk? Dat militairen na verloop van tijd door de lokale bevolking met open armen worden ontvangen omdat ze weten dat deze na vertrek niet alleen stabiliteit hebben gebracht, maar ook bijvoorbeeld voor water hebben gezorgd, bomen hebben geplant of duurzame energiebronnen hebben aangelegd. Zo kunnen we de omslag maken, van threat multiplier naar solution multiplier. Dat is nog eens een mooi perspectief!