Nederland neemt deel aan het internationale proces tegen clustermunitie, maar pleit tevens voor uitzonderingen op het verbod voor bepaalde typen clustermunitie. Nederland pleit op deze manier – tezamen met enkele andere westerse landen- voor een zwak verdrag. Een dergelijk verdrag kan de veiligheid van burgers echter niet voldoende garanderen.
Kinderen
Meer dan 98% van de slachtoffers van clustermunitie zijn burgers. Clusterbommen verspreiden explosieven over een zeer groot gebied. Veel van deze 'submunitie' blijft onontploft in grote hoeveelheden liggen. Dit vormt, net als bij landmijnen, een levensbedreiging voor iedereen in dat gebied. Deze wapens doden en verwonden mensen die hun leven willen heropbouwen na een conflict en weerhoudt hen ervan hun land te gebruiken. De kleine omvang en aparte vorm van submunitie maakt ze bovendien interessant voor kinderen; veel slachtoffers van clusterbommen zijn kinderen. Een internationaal verdrag moet hun ondersteunen en voorkomen dat clustermunitie in de toekomst nog gebruikt wordt.
Roep de Nederlandse regering op om te pleiten voor een sterk verdrag op www.stopclustermunitie.nl