Partnerbericht

Klimaatdrammer? Geen probleem

Jarenlang waanden klimaatactivisten zich roependen in de woestijn. Vandaag de dag kunnen zij zich scharen in de menigte van demonstrerende scholieren, mensen met vliegschaamte en een groeiend aantal flexitariërs. Het voorlopige klimaatakkoord en de lijst van 600 maatregelen om de CO2 uitstoot te verminderen zijn belangrijke stappen. Verandering is mogelijk, maar is het genoeg?

Met het risico te worden bestempeld als klimaatdrammer is het antwoord helaas nee. Met minder dan 12 jaar te gaan om de opwarming van de aarde tegen te gaan en ervoor te zorgen dat deze onder de 1,5 graden blijft, moet alles uit de kast worden gehaald om de omslag te maken. Wetenschappers van het IPCC onderzochten wat er gebeurt als de opwarming 2 graden in plaats van 1,5 graad is en dat is schrikken: overstromingen, extremere weersomstandigheden, armoede voor miljoenen mensen en niet onbelangrijk: een grotere kans op onomkeerbaarheid.

Op 13 maart verwachten we de doorrekening van het voorlopige klimaatakkoord. De vraag is of de doelstelling van het kabinet voor 49% CO2-reductie in 2030 wordt gehaald met de voorgestelde maatregelen. Drie gerenommeerde onderzoeksbureaus verwachten dat de tussendoelstelling voor 2020 bij lange na niet wordt gehaald.

WECF kijkt met belangstelling uit naar de doorrekening, maar het is duidelijk dat meer mogelijk is en dat de kosten eerlijker verdeeld kunnen worden volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’. Wij vragen daarbij in het bijzonder aandacht voor drie punten:

1. Wij missen, net als veel andere maatschappelijke organisaties, de belangrijkste maatregel om ervoor te zorgen dat de grootste vervuilers betalen voor hun uitstoot: een CO2-heffing voor grote bedrijven. Deze belasting ligt nu niet op tafel en dat is een gemiste kans, want het is een effectief instrument om schone bedrijven te belonen, huishoudens te ontzien en de industrie die nu verantwoordelijk is voor ruim een kwart van de totale CO2-uitstoot in Nederland aan te moedigen een nieuwe weg in te slaan.

2. Wij pleiten voor een breder, maatschappelijk perspectief op de energietransitie. Als we echt in de volgende versnelling willen komen, dan moet alle hens aan dek. Dat betekent meer aandacht voor het belang van inclusiviteit en een arbeidsmarkt die klaar is voor de toekomst. Bijvoorbeeld: meer vrouwen in groene banen en substantiële ondersteuning voor werknemers uit de fossiele industrie die hun baan kwijt raken. We weten uit andere landen dat energiearmoede vooral een probleem is dat veel vrouwen raakt. Het zou goed zijn om daar ook in Nederland aandacht voor te hebben.

3. Het verbaast ons dat de internationale dimensie nu geheel ontbreekt in het voorlopige klimaatakkoord. Via publieke steun aan de fossiele sector en door handel dragen Nederland en Nederlandse bedrijven bij aan vervuiling en ontbossing elders. De gevolgen zijn voelbaar vooral voor kwetsbare groepen op het Zuidelijke halfrond van de aarde. Ook hier zien we dat vrouwen, door bestaande ongelijkheden, als eerste geraakt worden door klimaatverandering. Wij zijn blij dat Minister Kaag het streven naar gendergelijkheid heeft verankerd in haar buitenlandbeleid, maar om de positie van vrouwen en meisjes structureel te verbeteren zou het buitenlandbeleid ook onderdeel moeten zijn van het Nederlandse klimaatbeleid, en andersom.

Kortom, reden genoeg om op zondag 10 maart mee te doen aan de klimaatmars!

Verandering is mogelijk, maar gaat niet vanzelf. Het maatschappelijk middenveld en bezorgde burgers hebben een onmisbare rol om te blijven agenderen. Als je dat drammen wilt noemen, geen probleem. Zonder drammers hadden we nu dode bossen gehad door de zure regen. Het feit dat veel jongeren niet weten wat zure regen is, geeft hoop voor de toekomst.

www.wecf.org

Kortom, reden genoeg om op zondag 10 maart mee te doen aan de klimaatmars!

Er komt een feministisch blok bij de klimaatmars 10 maart, geïntieerd door WECF ‘Wij pleiten voor internationale solidariteit en klimaatactie waarin de rechten van iedereen worden gerespecteerd. Daarin kan de rol van vrouwen als krachtige motoren van verandering niet ontbreken!’