De Nederlandse overheid blijft op eigen grondgebied achter op het terugdringen van broeikasgasemissies, maar in het buitenland wordt effectief geïnvesteerd om het mondiale klimaat te stabiliseren door bosrijke ecosystemen te behouden en te herstellen. In het huidige klimaatdebat ligt veel nadruk op vermarktbare technologie en energievoorziening om emissies te verminderen, terwijl het laten staan van bossen en natuurlijk herstel van gedegradeerde gronden – de noodzakelijke bondgenoten om broeikasgas op te slaan en emissie te voorkomen – veelal buiten beschouwing wordt gelaten.
Dat is vreemd, want het voorkomen van degradatie of conversie van natuurlijk bos is de meest kosten-efficiënte manier om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Deze natuurlijke klimaatoplossing kan 37% van de benodigde emissiereductie leveren in de periode 2020-2030, tegen een prijs van ongeveer 20 euro per ton CO2-e. Bovendien leveren bossystemen gratis diensten voor de bevolking, zoals schoon water, overstromingsbuffers, gezonde bodems, leefgebieden voor dieren, en klimaatverkoeling, die op hun beurt duurzame ontwikkeling op lokaal niveau veiligstellen. Ter vergelijking, de Nederlandse fiscus trekt nu gemiddeld 40 tot 135 euro uit per ton CO2 vermeden uitstoot voor Carbon Capture Storage (CCS) en 1700 euro per ton CO2 vermeden uitstoot voor iedere verkochte Tesla . Deze interventies brengen daarbij ook sociale lasten en milieulasten met zich mee die worden beschouwd als negatieve externaliteiten, zoals een verminderde waarde van woningen in CO2 opslaggebieden en het verlies aan biodiversiteit door mijnbouw in tropische gebieden .
Gelukkig financiert de Nederlandse overheid uit haar budget voor ontwikkelingssamenwerking en klimaatfinanciering groene organisaties die bijdragen aan de waarborging van internationale bosbescherming en bosherstel. Zo draagt IUCN NL in het strategisch partnerschap ‘Shared Resources, Joint Solutions’ met 154 lokale partnerorganisaties bij aan het beschermen van ongeveer 43 miljoen hectare bos in 25 landschappen in 16 ontwikkelingslanden. Dit bosareaal is het equivalent van ongeveer 10 maal het oppervlakte van Nederland en bevat bij benadering genoeg tropische biomassa om 42 maal de jaarlijkse CO2 uitstoot van Nederland te compenseren. Er zijn tientallen voorbeelden van het werk uit dit partnerschap die resulteerden in duurzaam bosbeheer, zoals het redden van 6000 hectare Ugandees bos van landbouwactiviteiten en duurzaam beheer van een bosrijk natuurreservaat door dorpelingen in Ghana . Met de bescherming van dit bosareaal draagt Nederland direct bij aan het Parijsakkoord en de Sustainable Development Goals (SDG15: Life on land en SDG12: Responsible Consumption and Production).
De focus van het Nederlandse klimaatdebat is vooral erop gericht wat op de beste klimaatinvesteringen zijn in ons thuisland op technologisch vlak in eigen land, terwijl de rol van internationale klimaatfinanciering en ontwikkelingssamenwerking onbesproken blijft. Dit is een gemiste kans, want investeren in behoud en herstel van bosgebieden biedt behalve een kosten-efficiënte klimaatoplossing ook positieve effecten op ecosystemen en lokale gemeenschappen.
Daarom deze oproep naar aan alle klimaatactievoerders en politici: laten we voor een succesvol klimaatbeleid vooral kijken naar internationale kansen voor bosbehoud en bosrestauratie en het voorkomen van ontbossing en bosdegradatie.