Foto: Roel Burgler |
Kun je beleidsbeïnvloeding leren? Is het niet gewoon een kwestie van heel handig opereren? Dat is het zeker, leert een cursus Beleidsbeïnvloeding voor gevorderden van BBO en brancheorganisatie Partos. Het moet vooral géén nattevingerwerk zijn. Wie systematisch werkt en goed vooruitdenkt, sorteert meer effect.
BBO, Buro Beleidsbeïnvloeding Ontwikkelingssamenwerking, geeft onder andere adviezen en trainingen op het gebied van lobby. Twaalf medewerkers van Partos-lidorganisaties deden in oktober mee aan een tweedaagse training voor gevorderden.
Van de eerste dag wordt een deel gewijd aan ‘concepten rond beleidsbeïnvloeding’. De groep krijgt een heus plan van negen punten mee naar huis: welke stappen neem je als je effectief wilt lobbyen? De overige tijd wordt vooral besteed aan rollenspelen en aan discussiëren over dilemma’s.
Op de agenda van de tweede dag staat allereerst het dilemma ‘samenwerken’. Hoe kun je als groep lobbyen voor een gezamenlijk doel, zonder dat je eigen boodschap ondersneeuwt? ‘Formuleer met elkaar één boodschap op het gebied van klimaatverandering en -adaptatie in ontwikkelingslanden’, instrueert Sloot. Niet voor iedereen vertrouwd terrein, maar lobbyist Sabina Voogd van Oxfam Novib legt in haar groepje de problematiek in twee minuten uit. In één adem door formuleert ze meteen een boodschap: ‘Landen die verantwoordelijk zijn voor klimaatverandering moeten geld overdragen aan ontwikkelingslanden, zodat die aanpassingen kunnen uitvoeren om de klimaatverandering het hoofd te kunnen bieden.’
Prima, vindt de rest van het groepje, maar daar moet dan wel extra geld beschikbaar voor komen bovenop het bestaande ontwikkelingsbudget, want hierdoor mag niet bezuinigd worden op andere gebieden, zoals gezondheidszorg. ‘En er mogen niet allerlei aparte klimaatprogramma’s ontwikkeld worden. Klimaatverandering moet een onderdeel worden van de gewone ontwikkelingsprogramma’s’, vindt Rolien Sasse, directeur van Simavi. Leo van der Vlist van het Nederlands Centrum voor Inheemse Volken doet er nog een schepje bovenop: ‘Inheemse volkeren moeten er ook van kunnen profiteren.’
Tijdens de nabespreking waarschuwt Huub Sloot voor diverse knelpunten. Denk vooral niet te makkelijk over samenwerken, zegt hij. ‘Veel organisaties stappen in een netwerk zonder dat ze goed hebben ingeschat of ze wel iets kunnen bijdragen en of het voor henzelf echt nuttig is.’
Systematiek
De deelnemers gaan uitgebreid met elkaar in discussie over hun ervaringen. Ook tijdens een aantal casestudies en het onderwerp ‘overheids- of bedrijvenlobby’ benoemen ze zelf de belangrijkste obstakels. Sloot belooft de knelpunten voor iedereen op papier te zetten.
Opleiding: training beleidsbeïnvloeding voor gevorderden Instelling: Toelating: Kosten: Website: |
Is dat niet een beetje gemakzuchtig, zo’n training waarbij de cursisten alles al weten en zo zelf het lesmateriaal aanleveren? ‘Nee’, vindt Simavi-directeur Sasse. ‘We weten niet alles al. Ieder heeft zijn eigen specialisatie en zit in andere netwerken; de een richt zich op de overheid, de ander op bedrijven. Door dat soort verschillen leer je juist van elkaar. En bij deze training gaat het om de systematiek. Wij lobbyen veel, maar met zo’n stappenplan zie je pas goed hoe je dat eigenlijk doet en wat je nog kunt verbeteren.’
‘Maar het is inderdaad geen schoolse training’, beaamt Sloot. ‘Dat is een bewuste keuze. De cursisten hebben ervaring, dus zij willen graag bespreken waar ze in de praktijk tegenaan lopen.’
Ervaring hebben ze inderdaad allemaal, maar de verschillen zijn opvallend. De een lijkt gepokt en gemazeld, de ander begint net. Past iedereen wel binnen een training ‘voor gevorderden’? ‘Dat is van tevoren moeilijk te controleren’, zegt Sloot, ‘maar tijdens het theoretische gedeelte de eerste dag proberen we alle deelnemers op hetzelfde basisniveau te krijgen, zodat iedereen mee kan discussiëren.’
Briefjes
Gevorderd of niet, bij het laatste onderdeel van de dag moet iedereen alle zeilen bijzetten. Minister Koenders komt op bezoek. Althans, Huub Sloot neemt zijn rol even over. Sabina Voogd flankeert hem als ‘hoge ambtenaar’, de rest van de groep vormt het Platform Kwetsbare Groepen. Terwijl de minister op de gang wacht, bespreken de lobbyisten hoe ze hem ervan bewust kunnen maken dat kwetsbare groepen nogal eens ondergesneeuwd dreigen te raken.
‘Koenders’, gewapend met een grote zak pepernoten, speelt zijn rol met verve: ‘We voeren geen doelgroepenbeleid meer.’ Pas halverwege het gesprek biedt hij een opening: ‘Al jullie informatie over dit onderwerp is welkom. Ik zal er nog eens naar kijken.’ De ‘hoge ambtenaar’ schuift gedurig briefjes onder zijn neus: ‘Beleid ontwikkelen?? Pas op!’ Er wordt afgesproken een tweede gespreksronde te plannen.
‘Pffff, wat lastig’, vinden zowel de ‘minister’ als de lobbyisten tijdens de evaluatie. Maar ze kunnen tevreden zijn: pepernoten eten met Koenders en dan ook nog een tweede gesprek – dat is wel een sprongetje voorwaarts.