“Ik heb vanaf het begin vrij veel kritiek gehad op dat idee. In de eerste plaats omdat het planten van bomen in de Sahel technisch zo goed als onmogelijk is. We spreken over een gebied met 400 millimeter neerslag, of zelfs minder. Hoe droger, hoe moeilijker het uiteraard is om bomen te planten. Daarbij komen nog de regiospecifieke problemen van politieke instabiliteit en terreur.
Tot nu toe is er enkel in Senegal redelijk consequent geprobeerd om zo’n bomengordel aan te leggen. Er zijn daar inderdaad enige resultaten geboekt. Weliswaar tegen een hoge kost: er moeten hekken worden geplaatst rond de bomen om ze te beschermen. En netto verdwijnen er in Senegal nog steeds bomen: in het noorden komen er bomen bij in het kader van de AGGM, in het zuiden worden ze massaal gekapt.
De AGGM is wel interessant als uiting van politieke daadkracht. Afrikaanse regeringen beginnen in te zetten op het probleem van landdegradatie. In die zin is het hele project uiteraard te prijzen.
“Zonder bomen is er geen duurzame landbouw mogelijk
“Ja. Als je echt de degradatie van grond in de droge delen van Afrika wil tegengaan, moet je in de eerste plaats zorgen voor meer bomen in de landbouwsystemen. Zonder bomen is er geen duurzame landbouw mogelijk. Die bomen helpen de boeren zich aan te passen aan de klimaatverandering. Op een kaal veld moet je dikwijls drie tot vier keer planten eer er iets wortel schiet – de zanderige wind raast namelijk als een scheermes over de gewassen. Bomen breken die wind, waardoor je maar één keer moet planten.
En hoe meer schaduw, hoe minder verdamping. Dat betekent: meer vocht in de grond, dus meer water beschikbaar voor de gewassen. En als het blad van de boom valt, komt er meer organisch materiaal in de grond. Een Nederlandse bioloog heeft het volgende uitgerekend: per procent organisch stofgedeelte in de grond, wordt er op een hectare honderdduizend liter water extra vastgehouden. Hij noemt het de goedkoopste vorm van irrigatie.
De vraag is dus: hoe krijg je die bomen daar? De geesten beginnen te rijpen dat ze er niet zullen komen door ze louter aan te planten. Het hele project van de AGGM is daarom bijgesteld. In plaats van één grote gordel wordt er nu veel meer gewerkt aan een mozaïek van verschillende projecten. Het gaat nu meer over de integratie van aanplantingen met projecten voor natuurlijke regeneratie, waterreservoirs die geïnstalleerd worden voor vee, kleinschalige irrigatie, et cetera.
“In gebieden met een lagere bevolkingsdruk verdwijnt de vegetatie nog steeds
“Je moet weten dat er in dat gebied in Zuid-Niger in de jaren tachtig een noodtoestand heerste. Lokale boeren en boerinnen stonden met de rug tegen de muur. Er was amper te eten, en de vrouwen moesten tweeënhalf uur per dag wandelen om brandhout te verzamelen, simpelweg omdat er amper nog natuurlijk bos was. Het werd daarom steeds prangender om dat brandhout op de eigen velden te gaan produceren. Een van de middelen om dat te doen was natuurlijke regeneratie: bestaande bomen en struiken beschermen en beheren.
Je ziet die natuurlijke regeneratie dus vooral optreden in gebieden met een hoge bevolkingsdruk. Meer mensen, meer bomen. In gebieden met een lagere bevolkingsdruk zie je dat de vegetatie nog steeds verdwijnt. Eigenlijk is dat het tegenovergestelde van wat de meeste mensen intuïtief denken: meer mensen doen meer bomen verdwijnen. Maar net het omgekeerde is het geval.
“In Niger werd de wetgeving toegespitst op eigendomsrechten
In Niger lagen al die factoren goed, waardoor het een succesverhaal is. Er was een hoge bevolkingsdichtheid die druk zette op de landbouwgronden, én er was geen natuurlijk bos meer over. De overheid hielp een handje mee. Vijf miljoen hectaren zijn er vergroend.”
“Er zijn twee processen die dat gekatalyseerd hebben. Door de praktijk van arbeidsmigratie trekken jonge Nigerese mannen in het droge seizoen naar Nigeria om te werken. Aan het eind van het droge seizoen komen ze weer terug om hun akkertjes te beginnen bewerken. Nu waren er een paar boeren die te laat terug waren – het regenseizoen was al begonnen en ze hadden geen tijd meer om hun velden volledig schoon te maken. Schoon in de zin van: jonge struiken en boompjes verwijderen.
Dat was nog een idee dat stamde uit de Franse koloniale tijd. De Fransen introduceerden het idee dat een moderne boer geen struiken of bomen op z’n veld heeft staan. Die zijn namelijk hinderlijk voor monocultuur en mechanisatie van de landbouw. De boeren gingen dus planten zonder hun veld op te ruimen.
“Aan het einde van het regenseizoen hadden de boeren die hun velden niet hadden schoongemaakt een hogere opbrengst
Daarnaast moet ik ook het werk vermelden van de agronoom Tony Rinaudo. Die startte in de regio rond Maradi een project, rond 1984. Het was een regio die destijds werd geteisterd, door droogte en hongersnood. Rinaudo zag het belang in van natuurlijke regeneratie, en begon voedsel te doneren aan boeren die de techniek gingen toepassen. Veel boeren tekenden erop in.
Je zou kunnen zeggen dat wat er in Niger plaatsvond, een boerenversie is van de AGGM. Er zijn enorm veel bomen bijgekomen in een heel groot gebied. Vijf miljoen hectare – een gebied bewoond door miljoenen kleine boeren. De impact is enorm.”
Natuurlijke regeneratie lijkt in tegenstelling tot het aanplanten van bomen alleen maar voordelen te hebben.
“Inderdaad. Kijk naar het project van de AGGM — x miljoen hectare aanplanten, waar x miljard voor nodig is, binnen x jaar te realiseren. Dat vereist een gigantische inspanning. De toepassing van de natuurlijke regeneratie in Niger is daarentegen geen geldverslindend project, maar een eenvoudig idee. De boeren zijn dermate expert geworden in hun materie, dat ze helemaal geen buitenstaanders nodig hebben. Er zijn boeren en boerinnen die zich georganiseerd hebben als trainers om andere boeren op te leiden in de technieken van natuurlijke regeneratie.
“Doordat de bomen en struiken ook veevoer leveren, ontstaat een integratie van bosbouw, landbouw en veeteelt
Natuurlijke regeneratie is goedkoop, snel en efficiënt. Ik heb heel erg nagedacht over de negatieve impact, maar ik heb er amper gevonden. Waar boeren landbouwmachines zouden gebruiken, wordt het natuurlijk ingewikkelder. Maar daar is in vele delen van Afrika – en zeker in de Sahel – geen sprake van.”
“Dat gebeurt wel, ten dele. In Mali heeft hetzelfde proces plaatsgevonden, op een half miljoen hectare. En ook in Malawi, op een miljoen hectare. Om het idee verder uit te rollen, hebben we het volgende bedacht. We laten boeren die ervaring hebben met natuurlijke regeneratie een radioprogramma opstarten. Daarin krijgen niet de academici en de experts het woord, maar de boeren zelf. Zo delen ze hun ervaringen met boeren die onder dezelfde omstandigheden produceren. Ik ben ervan overtuigd dat dat een belangrijke motor kan zijn achter de vergroening: boeren die luisteren naar boeren.”
“Nee, maar heel af en toe is er wel een uitzending. Zo hebben we op 1 mei 2018 boeren uit de regio Maradi (Niger) gehad, die hun verhaal vertelden op een regionale radio. Het liep fantastisch. De boer die daar zijn ervaring deelde, heeft nadien een cassette met zijn getuigenis opgevraagd. Nadien is hij met naar andere radiostations gegaan, zodat ook zij de boodschap zouden verspreiden.
Om maar te zeggen dat de boeren zelf zeer gemotiveerd zijn om te vergroenen. Er zit geen groot project achter. Het is iets dat de boeren zelf kunnen doen. Het enige wat ze nodig hebben, is wat nieuwe kennis over het snoeien van de struiken en bomen. Maar boeren zijn boeren om een reden, natuurlijk. Dat is trouwens iets waar een hoop ngo’s en ministeries niet altijd op zitten wachten, om de eenvoudige reden dat die belang hebben bij grote en dure projecten.”
“Bij verwoestijning is niet alleen regen een factor
“Zo scherp zou ik het niet stellen. Veel ngo’s zijn wel gewonnen voor het idee. Toevallig is het zo dat in april de belangrijkste personen die verantwoordelijk zijn voor de AGGM in Senegal een bezoek zullen brengen aan de boeren die leven in het grootschalige vergroende gebied in Niger. Ze willen met eigen ogen zien welke lessen er voor Senegal uit te trekken zijn. Dat is een positieve ontwikkeling.”
Eind vorig jaar verscheen er in NRC een stuk waarin stond dat de klimaatverandering ook positieve aspecten heeft, met de Sahel als voorbeeld: er zou meer regen vallen dan twintig jaar geleden.
“Dat klopt maar ten dele. Er zijn inderdaad jaren dat er meer neerslag valt dan twintig jaar geleden. Dat is waar. Maar de karakteristieken van die neerslag zijn sterk veranderd. Dat zag die NRC-journalist over het hoofd. De regen is veel onregelmatiger geworden – niemand kan het begin van het regenseizoen nog voorspellen.
“De vergroening van landbouwsystemen komt steeds hoger op de agenda te staan
Kunnen we concluderen dat gebieden in de Sahel netto nog steeds ‘verwoestijnen’?
“Ik vind het lastig om daar een uitspraak over te doen. Er zijn zeker gebieden waar het slechter gaat, en gebieden waar het beter gaat. Bij verwoestijning is namelijk niet alleen de regen een factor. Neerslag is niet onbelangrijk, maar het menselijk beheer van de natuurlijke hulpbronnen is een doorslaggevender factor dan de hoeveelheid neerslag.
Mocht neerslag een bepalende factor zijn, dan zou het in het noorden van Nigeria groener moeten zijn dan in het zuiden van Niger. Dat is niet het geval, omdat er in Zuid-Niger veel meer aan natuurlijke regeneratie wordt gedaan.”
“Duitsland investeert in het herstel van gedegradeerde gronden in de Sahel, en ook Nederland heeft ideeën in die richting. De vergroening van landbouwsystemen komt steeds hoger op de agenda te staan. In die zin ben ik optimistisch over de komende jaren, mits we sneller evolueren.”
U bent een van de weinige Sahel-optimisten.
“Ik ben in ieder geval optimistischer dan toen ik in 1978 in de Sahel ging werken. Er was een enorme droogte, en niemand had een idee wat we konden doen tegen de degradatie van landbouwgronden. Er werden zaken geprobeerd die mislukten. Louter de aanplant van bomen is een fiasco geweest. Nu weten we precies wat we moeten doen, én hoe we het moeten doen. De resultaten staan er: de lokale boeren hebben grond zo hard als een bureaublad opnieuw vruchtbaar gemaakt. Dat is pure winst.
Als je het hebt over landdegradatie en verwoestijning, is de standaardreactie: ‘laten we bomen planten’. Eigenlijk tot zeer recent nog. De reden daarvoor is mij een raadsel. Als alle bomen die sinds de jaren tachtig in de Sahel het overleefd hadden, was het daar nu een soort Amazonewoud.”
“Ik weet het echt niet. Voor iemand met een achtergrond in bosbouw is het aanplanten van bomen natuurlijk een standaardproces. Je selecteert de soorten en je plant ze aan. Als je tegen zulke mensen begint over natuurlijke regeneratie valt dat niet altijd goed. In Niger daarentegen, staat de hele bosbouwdienst volledig achter het idee van natuurlijke regeneratie. De Nigerese president wil op maandelijkse basis worden geïnformeerd over de vooruitgang van de vergroening. Dat is politieke ondersteuning op hoog niveau. Daar kunnen andere landen wereldwijd een voorbeeld aan nemen.”
Zou het succes van natuurlijke regeneratie een manier kunnen zijn om ook maatschappelijke problemen, zoals de opmars van het extremisme en de migratie-exodus te voorkomen?
“Het kan in ieder geval één van de bouwstenen zijn, omdat het bijdraagt aan de verbetering van het bestaan. Maar er moet meer gebeuren natuurlijk. Met vergroening alleen ben je er nog niet. Het is een stap in de goeie richting, maar slechts één stap van de vele die nodig zijn.”
Dit artikel verscheen eerder op mo.be.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand