Achtergrond

Ontwikkelingshulp: Weet Afrikaanse Kon het beter dan Nederlandse Jan?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

 

Aan de hand van drie stellingen leidde gespreksleidster Amma Asante het publiek langs verschillende thema’s rondom de ontwikkelingshulp aan Afrika. De vraag is niet of de hulp werkt, maar hoe de aanpak zo effectief mogelijk kan zijn. En natuurlijk: wat de rol is van de Afrikanen zelf – in Nederland of in Afrika. De panelleden, drie jonge, enthousiaste Afrikanen met duidelijk verschillende meningen, laten de zaal de mogelijkheden en onmogelijkheden van ontwikkelingssamenwerking zien. “Wij willen onze stem laten horen,” stelt Fatumo Farah, directrice van de organisatie Hirda. “Het is belangrijk dat we serieus worden genomen, wij hebben immers banden met de Afrikaanse landen.”
 

Stelling 1
Het geven van geld is geen goed idee (doe als de Chinezen, sluit een economische en zakelijke deal)

         

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Paard van Troje

Vanuit Europa klinken mopperende geluiden over de Chinese ontwikkelingshulp. De Chinezen stellen geen vragen en geen eisen. De investeringen van de nieuwe grootmacht in het Afrikaanse continent zijn slechts uit eigenbelang en stimuleren corruptie en uitbuiting. Maar denken de Afrikanen daar ook zo over? Rachel Tocklu, Afrikaanse ondernemer, kijkt vooral naar het resultaat. “Er is misschien eigenbelang, maar er gebeurt wel iets. Het is gemakkelijk om commentaar te leveren, maar door de Chinezen worden er werkelijk wegen aangelegd, bruggen gebouwd. Je kunt wel eindeloos discussiëren, maar daar heeft Afrika niets aan.”

 

Kon Kelei, voormalig Soedanees kindsoldaat en nu afgestudeerd rechtenstudent, gelooft echter niet in de Chinese aanpak. “Europa is gegroeid door alles met eigen handen aan te pakken. De Chinezen bouwen nu een brug, wat gebeurt er als die brug straks kapot gaat? Moeten we dan weer naar China bellen? De Chinezen komen met hun eigen mankracht, en jongeren als ik kunnen slechts toekijken. Er moet onderhandeld worden. Er moet Afrikaanse mankracht gebruikt worden.” Vanuit het publiek wordt de Chinese hulp veelzeggend een ‘Paard van Troje’ genoemd. Eigenlijk is het slechts een nieuwe vorm van exploitatie van het Afrikaanse continent, zo stelt men. Eén van de Afrikanen in de zaal vat de kwestie pijnlijk treffend samen: “Het is voor Afrika nu kiezen tussen twee kwaden. Als ik kan kiezen tussen uitgebuit worden door de Nederlanders, of uitgebuit worden door de Chinezen, dan kies ik de Chinezen. Dan zie ik tenminste nog resultaat.” 

 

Sylvia Borren, ex-directrice van Oxfamnovib en co-chair van de Worldconnectors, wijst de zaal als reactie op een belangrijk onderscheid tussen ‘geven’ en ‘investeren’. “We moeten investeren in mensen, een sociaal vangnet creëren. Het gaat in veel gevallen niet om ontwikkelingshulp, het gaat om internationale mensenrechten. De deal met de Chinezen is enkel goed voor de Chinezen, er wordt geen capaciteit opgebouwd.” Wil Afrika zelf ook kunnen profiteren van deze zakelijke deals met China, dan zal het continent eisen moeten gaan stellen.

 

Stelling 2
Hulp moet direct naar Afrikaanse ngo’s, en niet naar Westerse.

 

 

 

 

 

Partnerschappen

Het wordt duidelijk dat veel aanwezigen nog kritisch staan ten opzichte van de belangen bij ontwikkelingshulp – Chinese, maar ook Europese. Te vaak volgen Westerse ngo’s een eigen agenda. Zou het daarom een goede oplossing zijn om fondsen direct naar Afrikaanse ngo’s te sturen, in plaats van een Westerse ngo de verantwoordelijkheid te geven?

 

debat 24nov 2Het publiek reageert matig enthousiast op dit idee. Want waarom zouden Afrikaanse ngo’s dan geen eigen agenda hebben? En bovendien, zo wordt opgemerkt, gaat het erom dat er een apparaat is dat het beste voor de mensen is. Het maakt niet uit of de ngo’s dan Afrikaans of Westers zijn. Toch klinken er ook positieve geluiden. Want, uiteindelijk weten Afrikanen zelf toch het beste wat goed voor hen is? 

 

Het probleem is volgens Rachel Tocklu en Kon Kelei een gebrek aan capaciteit in Afrika. “Afrika moet leren accountability te hebben,” aldus Kelei. “Wat Europa heeft gedaan in de geschiedenis, met de Marshall hulp, dat kan Afrika ook. De Europeanen leerden accountable te zijn. Daardoor heeft Nederland nu 16,5 miljoen vice-presidenten. Sudan heeft misschien één procent. Als wij nu slechts geld aan Afrika geven, dan zijn mensen niet capabel om daar iets mee te doen. Jullie moeten eerst met mij mee.” Bij deze tweede stelling lijkt samenwerking dus het antwoord: partnerschappen tussen Westerse en Afrikaanse ngo’s, zodat kennis en capaciteit uitgewisseld kan worden.

         

Stelling 3
Diaspora Afrika moet samenwerken met Afrikaanse ngo’s. Frustratie diaspora, niet gehoord.

     

 

 

Afrikaanse betweters

 

 

Ze lijken dus te weten wat goed is voor Afrika, de mensen in de zaal. Maar klopt dat eigenlijk wel, vraagt Amma Asante zich af. “Maakt het feit dat je Afrikaan bent, je direct een expert op het gebied van ontwikkelingssamenwerking? En, ik spreek uit eigen ervaring, zitten de Afrikanen in Afrika wel op de diaspora te wachten? Ze vinden ons maar betweters.”

 

debat2Kon Kelei is echter sterk overtuigd van zijn kunnen. “Ik moet niet naar Soedan teruggaan met een houding als ‘ik ben de baas, ik weet hoe het moet’. Ik moet nederig zijn, duidelijk aangeven dat ik wil helpen en dan samenwerken. Ik ken de taal, de mensen, ik kan werken als een brug. Daarom kan ik het beter dan een Nederlandse ‘Jan’ bijvoorbeeld.”

 

Ook Rachel gelooft in de kracht van de diaspora. “Wij zijn de beste ambassadeurs van Nederland in Afrika, en ook andersom. Zo creëren we een win-win situatie. Ik werk ook alleen met lokale mensen in mijn kantoren in Kenia en Ethiopie. Zij kennen het land, weten hoe alles werkt.”

 

Afrikanen in de diaspora kunnen dus op verschillende manieren een brugfunctie vervullen. Ze zijn zowel link tussen Afrikanen in Afrika en Nederlanders hier, als tussen Afrikanen en het Westen daar.

 

Andere koek

Wat in ieder geval duidelijk wordt, is dat ook ‘Afrika’ erg verdeeld is over wat nu het beste zal werken voor het continent. Terwijl Rachel Tocklu vooral wil inzetten op ondernemen, en de ontwikkelingshulp het liefst zou afschaffen, denkt Fatumo Farah dat hulp juist heel erg nodig blijft, en we daarentegen de regeringen moeten aanpakken. Kon Kelei blijft voor samenwerking vanuit de diaspora, en investeren in kennis zodat “Afrika haar eigen Marshall plan kan gaan uitvoeren.”

 

Wat ook benadrukt moet worden, is volgens de aanwezigen de diversiteit in Afrika of zoals iemand het treffend verwoordt: Ghana is andere koek dan Soedan. Juist de diaspora kan een belangrijke rol vervullen in een succesvolle samenwerking met verschillende landen. “De diaspora moet serieus genomen worden, ze is nu onbenut,” aldus Fatumo Farah.

 

De zaal is het erover eens dat de zaak ‘Afrika’ ontzettend complex is. “Ik kan soms wel huilen, zo complex lijkt het,” verzucht een bezoeker van Sierra Leoonse afkomst. Maar er blijft hoop. Kon Kelei spreekt de zaal toe: “Ik was een aantal jaar geleden precies zo’n jongetje als jullie nu voor ogen hebben bij Afrikaanse armoede. Hopeloos, vol met vliegen. En nu zit ik hier aan tafel. Ik ben nu niet meer minder dan Jan, ik kan hetzelfde. Zo moet het gaan.”

 

 

 

Aanbevelingen voor minister Koenders

          Zakelijke deals met de Chinezen zijn niet per se verkeerd, maar de Afrikanen moeten eisen stellen aan de investeringen. Deze moeten ook de Afrikaanse bevolking ten goede komen. Voorbeelden zijn arbeidsovereenkomsten en investeringen in infrastructuur.

          Samenwerking tussen Westerse en Afrikaanse ngo’s kan de hulp effectiever maken. Zo kan capaciteit en kennis van de lokale bevolking uitgewisseld worden.

          De Afrikaanse diaspora kan een brugfunctie vervullen, Ze zijn zowel link tussen Afrikanen in Afrika en Nederlanders hier, als tussen Afrikanen en het Westen daar. Hun kennis en positie moeten benut worden.

 

 

 

 Ontwikkelingshulp bevindt zich in zwaar weer deze dagen. Er klinkt een roep om verandering. Minister voor Ontwikkelingssamenwerking Bert Koenders spreekt van een behoefte aan innovatie – maar op welke manier? Global Village Media organiseerde in dit kader een reeks van vier debatten met als thema “de nieuwe aanpak van ontwikkelingssamenwerking”. Dit debat was het laatste van deze reeks.

 

 

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons