De Wereldomroep organiseerde maandag een evenement over microkredieten, en maakte een serie reportages over het onderwerp. Het openingsfilmpje van deze reeks vertelt het verhaal van een Indiase mevrouw die spijt heeft van haar kleine lening. “Het was een vergissing om een microkrediet af te sluiten,” zegt ze. “Ik slaap ‘s nachts niet meer. Ik maak me er zoveel zorgen over.” Vervolgens stelt Rik Rensen hoofdredacteur van de Wereldomroep: “Er worden nogal wat rentes gevraagd bij microkrediet. Rentes van 20, 30, 40 procent, ongekend in Nederland.” De toon is gezet.
De Wereldomroep organiseert de bijeenkomst ”Microfinance: Who profits?’ op 25 januari in het Vredespaleis in Den Haag. Prinses Máxima en Minister Koenders voor Ontwikkelingssamenwerking houden daar een toespraak. Verder buigen gerenommeerde internationale deskundigen zich over de vraag wie van microfinanciering profiteert. De Wereldomroep nodigt internetters uit om via twitter mee te discussiëren. Het debat, dat vandaag tussen 14:00 en 17:00 plaatsvindt, kan live gevolgd worden via deze link. {C}{C} |
11 miljoen procent rente
Worden er inderdaad woekerrentes gevraagd? Volgens Otto Albrecht, woordvoerder van microkredietverstrekker Oikocredit, moet je deze rentes van 20 of 30 procent niet vergelijken met rentes in Nederland. “Banken berekenen de inflatie door. Logisch, want als jij 1000 euro uitleent en die euro’s zijn over een jaar 13 procent minder waard, dan wil je dat gecompenseerd zien. De inflatie is in veel ontwikkelingslanden hoger dan in Nederland, en de rentes dus ook. Tijdens de economische crisis in Zimbabwe was op een gegeven moment een rente van 11 miljoen procent normaal. In India werd vorig jaar vanwege de toenmalige inflatie 21 procent rente gevraagd. Als je de inflatie eruit filtert, hou je een rentetarief van 8 procent over. Dat is ook in Nederland een normaal tarief voor een consumptief krediet. “
Ook Robert Lensink, hoogleraar economie aan de Rijskuniversiteit Groningen, vindt dat de hoge rentes niet het probleem zijn. “Ik denk dat er teveel aandacht is voor de rentediscussie. Het verstrekken van een lening in een ontwikkelingsland brengt grote risico’s met zich mee, daar zijn hoge rentes nu eenmaal bij nodig. En we moeten de rentekwestie per geval bekijken, je kunt niet zomaar stellen dat ‘de rente te hoog is’. Natuurlijk zullen er mensen zijn die microkrediet misbruiken om zichzelf te verrijken, maar ik denk dat het merendeel van de microkredietprojecten met de beste bedoelingen wordt uitgevoerd.”
Maar kun je als je een lening tegen 21 procent of meer afsluit, dat nog wel terugbetalen? Albrecht denkt van wel. “Door de inflatie kun jij voor de goederen die je maakt of de diensten die je aanbiedt ook weer meer geld vragen.” Volgens Albrecht is er veel onderlinge concurrentie tussen banken. Die concurrentie houdt de rente ook laag. “Wij als Oikocrediet proberen die concurrentiestrijd nog eens extra te stimuleren door leningen onder het gangbare tarief aan te bieden.”
Bijeenkomst over microkrediet in India. Foto: CC |
Glimmende wagens
Volgens de Wereldomroep is het toch vooral de vraag wie er nu eigenlijk profiteert van microkredieten. Zijn dat niet slechts de banken die de leningen verstrekken? De omroep noemt het voorbeeld van managers van microfinancierings-organisaties in Ghana, die rondrijden in glimmende auto’s, terwijl de aanvragers van een kleine lening in sommige landen met moeite de 30, soms 40 procent rente kunnen betalen. Is dat gangbaar? Slechte uitzonderingen zijn er volgens Albrecht altijd. “Kijk hier in Nederland maar naar de affaires rond de woekerpolissen en de DSB-bank.”
Hoogleraar Lensink benadrukt dat microkrediet zeker niet alleen goed is voor de banken, maar ook de armsten in ontwikkelingslanden bereikt – zij het dan niet de allerarmsten. “Microkrediet is bedoeld om productieve investeringen te stimuleren. De allerarmsten doen dat niet, zij zetten geen bedrijfjes op. Voor hen is een ander soort steun nodig, bijvoorbeeld ontwikkelingshulp. Maar voor een andere groep armen is microkrediet een goede mogelijkheid,” legt de hoogleraar uit. “Trouwens, er zijn ook microkredietprojecten die bijvoorbeeld de sanitaire voorzieningen in sloppenwijken verbeteren. Op die manier worden zelfs de allerarmsten bereikt.”
Foto: CC |
Wondermiddel?
Otto Albrecht van Oikocredit is het wel eens met de stelling van de Wereldomroep dat je niet met een roze bril naar het fenomeen moet kijken. “Soms wordt microkrediet wel erg verheerlijkt als dé oplossing voor armoedebestrijding. Dat is overdreven. Niet iedereen is geschikt voor een krediet of het zelfstandig ondernemerschap. En alleen microkrediet is niet voldoende voor ontwikkeling, daarvoor zijn ook andere factoren als onderwijs van belang.” Dat neemt volgens hem niet weg, dat microkrediet een belangrijk instrument is voor ontwikkeling. “Het prikkelt de eigen verantwoordelijkheid en het eigen initiatief.”
Ook Lensink stelt dat we kritisch moeten blijven kijken naar microkrediet. “Het idee van microkrediet is prima, maar dat wil niet zeggen dat alles vanzelfsprekend goed gaat. Misschien is de afgelopen vijf, zes jaar, in de hype die rondom het onderwerp gecreëerd is, inderdaad teveel verondersteld dat microkrediet alles oplost. Eigenlijk weten we nog heel weinig wat betreft de effectiviteit, er is nog te weinig onderzoek naar gedaan. Tot nu toe bestaat microkrediet vooral nog uit veel ideeën, intenties en gedachten.”