De hulpverlening richtte zich in de eerste maanden na de ramp op de zorg voor onderdak, voedsel en schoon drinkwater. Miljoenen mensen moesten worden opgevangen. De 133 medewerkers van CARE Haïti waren full time in touw en binnen enige weken was dat aantal uitgegroeid tot meer dan 900, waarvan de helft vrijwilligers. Zij hielpen in de eerste maanden na de ramp meer dan 290.000 mensen.
Onder omstandigheden waarin iedere maatschappelijke controle is weggevallen en het politieapparaat niet meer functioneert, lopen vrouwen grote kans slachtoffer te worden van verkrachtingen en geweld. Daarmee heeft CARE in haar hulpverlening nadrukkelijk rekening proberen te houden, maar ook met de speciale behoeftes van vrouwen in rampsituaties en in het bijzonder zwangere vrouwen en jonge moeders. Zo kregen vrouwen in opvangkampen hun eigen sanitaire voorzieningen, werden benodigdheden voor een hygiënische thuisbevalling gedistribueerd en werden opvangfaciliteiten voor geweldslachtoffers opgezet. Voor de 17-jarige Tania kwamen de maatregelen om geweld tegen vrouwen te voorkomen helaas te laat. Op 6 februari werd ze tijdens het waterhalen verkracht door het vriendje van een vriendin.
Dr. Franck Geneus, CARE Haïti’s gezondheidscoördinator: "Wij maken ons zorgen over iedereen. Maar vooral dat jonge moeders, bij gebrek aan voedsel en water, stoppen met borstvoeding. Baby’s lopen dan een extra gezondheidsrisico’s."
Een andere zorg was de toenemende kans op het uitbreken van ziektes als cholera. Virginia Ubik, CARE Haiti’s landendirecteur zei daarover in oktober 2010: "De mensen in de kampen leven dicht op elkaar. En ondanks alle maatregelen die we nemen, blijven de hygiënische omstandigheden slecht. Die combinatie maakt de mensen mensen bijzonder kwetsbaar voor ziektes. We mogen van geluk spreken dat we na de aardbeving nog geen grote uitbraak hebben gehad, maar dat zou nu kunnen gebeuren."
Die cholera-uitbraak kwam er tegen het einde van 2010 dan ook. Weliswaar niet zo omvangrijk als gevreesd, maar toch overleden al meer dan drieduizend mensen en werden er bijna 100.000 opgenomen in het ziekenhuis. Onder meer het verspreiden van grote hoeveelheden waterzuiveringstabletten en voorlichting moeten voorkomen dat de ziekte zich de komende maanden verder verspreidt. Yveline, als vrijwilliger actief voor CARE: "Er zouden niet zoveel mensen aan cholera hoeven te overlijden. Het probleem zijn de slechte sanitaire voorzieningen en riolering. Het laatste wat we moeten doen is de zieken aan hun lot overlaten. Zij hebben hulp nodig!"
Die hulp zal CARE in 2011 bieden door te blijven zorgen voor tijdelijk onderdak, water en sanitaire voorzieningen voor hen die dat nodig hebben. Families die terug willen keren naar hun woonplaats krijgen daar hulp bij. In samenwerking met lokale diensten worden de scholen weer van meubels voorzien, zodat er les kan worden gegeven en blijven zwangerschapszorg en het voorkomen van de verdere verspreiding van cholera prioriteiten.
Yveline probeert ondertussen als vrijwilliger mensen een toekomst te geven en hoopt op een eigen toekomst als dokter. "Sommigen denken dat God ons heeft verlaten, maar dat is niet zo. Ik wil zorgen dat anderen straks ook naar school kunnen en hun dromen kunnen waarmaken. Zonder dat ze steeds opnieuw moeten beginnen." Zo goed en zo kwaad als het gaat, baant ze zich een weg naar die toekomst. Waarschijnlijk zal zij haar hele leven nog geconfronteerd worden met de gevolgen van die 12e januari 2010
Op de website van CARE Nederland zijn de uitgebreide verhalen terug te vinden over een jaar hulpverlening in Haiti