Opinie

Kunst over uitgebuite prostituees? Volgens sekswerkers is kunstenaar zélf uitbuiter

In het Amsterdam Museum is een expositie te zien over de uitbuiting van ‘geprostitueerde vrouwen’. Sekswerkers, onder wie een vrouw die meewerkte aan de tentoonstelling, zeggen nu echter dat de kunstenaar zich zélf schuldig heeft gemaakt aan uitbuiting. Hoe zit dit?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Het Amsterdam Museum nodigde de Britse kunstenaar Jimini Hignett uit om haar visie op prostitutie weer te geven in de kunstinstallatie Nr. 1 Tourist Attraction. Die visie is uitgesproken: prostitutie is een vorm van geweld, sekswerkergroepen worden geleid door pooiers en het Zweedse model is het juiste prostitutiebeleid.

Onder meer de lokale sekswerkersvakbond Red Light United, belangenvereniging PROUD, de HIV vereniging en het Prostitutie Informatie Centrum (PIC) verwijten het museum incorrecte en stigmatiserende informatie te verspreiden. Ook hebben prostituees zelf bezwaren geuit tegen de werkwijze van de kunstenaar. Die zou foto’s en uitspraken van prostituees gebruiken zonder hun instemming en zich onder valse voorwendselen aangesloten hebben bij activiteiten voor en door sekswerkers. Ondanks deze kritiek en protesten van prostituees blijft het Amsterdam Museum achter de expositie staan.

Senegalese sekswerker veroordeelt expositie

De tentoonstelling vertelt ‘verhalen van overlevers van prostitutie’ uit verschillende landen, waaronder Albanië, Argentinië, Sierra Leone, Senegal en Nederland. Deze verhalen, voornamelijk van zwarte vrouwen, worden op film (vertaald) naverteld door mensen die niet lijken op de geïnterviewde in kwestie. De tentoonstelling wil hiermee de ‘uit het oog uit het hart’-houding van de kijker uitdagen – zodat die zich actief verdiept in iemand die ver van hem of haar afstaat. De geïnterviewden zelf zijn enkel zichtbaar op foto’s waarop ze afgebeeld staan met een kartonnen zak over hun hoofd, als verwijzing naar wat in de tentoonstelling ‘zak over het hoofd’-marteling wordt genoemd.

Een van de geportretteerde sekswerkers heeft zich intussen uitgesproken tegen de voorstelling

Een van de geportretteerde sekswerkers heeft zich inmiddels uitgesproken tegen de voorstelling. Via het Prostitutie Informatie Centrum (PIC) laat zij weten benaderd te zijn door Hignett via een sekswerkerorganisatie in Senegal. De kunstenaar zou haar toen niet hebben verteld waaróm ze haar wilde interviewen en hoe ze het interview en de foto wilde gebruiken. Ook spreekt de geportretteerde sekswerker zich fel uit tegen de visie van de kunstenaar:

‘Ik, noch mijn collega’s, wist dat [Hignett] een feminist is die beweert dat sekswerk uitbuiting is. Ik geef géén toestemming voor het gebruiken van onze gesprekken in haar expositie. Ik ben een activist en pleit voor de rechten van sekswerkers. Ik ben tegen haar tentoonstelling; ik ben tegen het Zweedse model, dat de vrijheid van sekswerkers belemmert.’

Hignett zegt van alle geïnterviewden toestemming te hebben, maar die is nergens vastgelegd

Het Amsterdam Museum laat via woordvoerder Jeanine Fluyt weten niet bekend te zijn met de onenigheid tussen de kunstenaar en de sekswerker. Het museum geeft verder aan dat Hignett naar eigen zeggen van alle geïnterviewden toestemming heeft gevraagd en gekregen, ook al is deze toestemming niet schriftelijk of anderszins vastgelegd. Het museum is niet van plan om aan verdere waarheidsbevinding te doen of de tentoonstelling aan te passen.
Niets over ons, zonder ons

Ideeën over sekswerk en over wat prostituees nodig hebben, komen vaak uit allerlei hoeken van de samenleving, ook vanuit mensen die zelf niet betrokken zijn bij de sector. ‘Niets over ons, zonder ons’ is dan ook een veelgehoorde leus onder sekswerkeractivisten, een uitspraak die ze delen met mensen met een beperking. Ze eisen hiermee een rol in beleidsvorming en hulpverlening voor hun eigen gemeenschap. En dit idee gaat verder. Zo schrijft Lorelei Lee in het essay Cash/Consent over haar behoefte om over haar werk en leven te spreken zonder dat anderen haar verhaal voortdurend opeisen.

Lee: ‘Steeds opnieuw willen mensen weten wat me is aangedaan, hoe ik ben uitgebuit, wat voor trauma of armoede me liet geloven dat ik geen andere optie had dan prostitutie. Óf ze willen horen hoe seks verkopen mijn pad was naar empowerment. Ze vragen me mijn ervaringen te verpakken in het ene of het andere verhaal, of ze eisen de feiten van mijn leven op waarop zij dat voor me doen.’

Hignett in Amsterdam

Kunstenaar Hignett heeft ook in Amsterdam via bijeenkomsten voor en door sekswerkers mensen benaderd. Hierbij deed zij zich voor als supporter van sekswerkerrechten. Zo herkent een Amsterdamse sekswerker* Hignett op foto’s als iemand die een workshop bijwoonde voor sekswerkers en hun medestanders, georganiseerd door de Sex Worker’s Opera. Hignett zocht vervolgens aanhoudend contact om af te spreken.

De sekswerker kreeg een ‘slecht gevoel’ bij Hignett en besloot de boot af te houden. Een andere sekswerker geeft aan dat Hignett aandrong op het bijwonen van een gesloten bijeenkomst die zij organiseerde. Het kostte haar moeite de kunstenaar bij de bijeenkomst weg te houden, en ze herinnert zich nog goed hoe die aanhoudendheid haar stoorde.

Waarom staat het museum beschuldigingen – uitbuiting en ‘pooieren’ – aan het adres van Amsterdamse belangenorganisaties toe?

Het is opvallend dat Hignett interviewkandidaten zocht via sekswerkerorganisaties in en buiten Nederland; in de tentoonstelling neemt de kunstenares namelijk stelling tégen deze organisaties. Zo toont ze materiaal van sekswerkeractivisten, zoals T-shirts van PROUD en PIC. De voorwerpen worden vergezeld van teksten van de kunstenaar, waarin zij stelt dat PROUD en PIC behoren tot de ‘pro-prostitutielobby’. Deze lobby zou regelgeving willen beïnvloeden in het belang van ‘pooiers en uitbuiters, die de kern vormen van deze groepen’.

PROUD is echter een belangenvereniging voor en door sekswerkers; PIC een stichting waarbij geen bordeelhouders betrokken zijn. Wat bewoog het museum om deze beschuldigingen van strafbare feiten – uitbuiting en ‘pooieren’ – aan het adres van deze Amsterdamse organisaties toe te staan?

Pooiers, fake news en George Soros

Het Amsterdam Museum vertrouwt op het bronnenonderzoek van de kunstenaar, aldus Fluyt. De woordvoerder geeft aan dat de uitspraken over pooiers en uitbuiters in Amsterdam worden ondersteund door drie bronnen, die in de tentoonstelling zelf overigens niet aan bod komen: een getuigenis van de inmiddels overleden Ierse sekswerker en activist Laura Lee, een blogpost van de Britse anti-prostitutieactivist Kat Banyard en het artikel Decriminalization of Prostitution: The Soros Effect van schrijver Jody Raphael.

Geen van deze bronnen gaat echter over sekswerkerorganisaties of uitbuiting in Amsterdam. Wel nuanceert de getuigenis van Laura Lee wat er bedoeld kan worden met de term ‘pooier’. In 2014 werd zij door een parlementair comité gevraagd om te spreken over een wetsvoorstel dat klanten van sekswerkers strafbaar stelt. Het comité twijfelde aan haar geloofwaardigheid omdat zij sekswerkers kent die bedrijven leiden en samenwerken, bijvoorbeeld door op verschillende dagen dezelfde flat te huren. Dat komt hun eigen veiligheid ten goede, maar wordt volgens de Ierse wet gezien als uitbuiting en ‘pooieren’.

Opvallend is het artikel van Jody Raphael. Volgens deze schrijver steunt de Hongaars-Amerikaanse miljardair George Soros een ‘decriminalisatielobby’ van pooiers en zou hij fake news en omkoping inzetten opdat organisaties als Amnesty International, Human Rights Watch en verschillende VN-organen sekswerkerrechten steunen. Het idee van een rijk lobbynetwerk van pooiers is een hardnekkige mythe bij anti-prostitutie activisten.

Passend in een langer lopend programma

De kunstinstallatie Nr. 1 Tourist Attraction haakt in op de lopende politieke discussie over het Wallengebied in Amsterdam. Het Amsterdam Museum heeft geen richtlijnen over het innemen van een standpunt in politieke kwesties. Wel geeft het museum via woordvoerder Fluyt aan dat de expositie past in een langer lopend programma rond prostitutie: ‘Daarbij kiezen we voor verschillende vormen en uiteenlopende standpunten om zo in vorm en inhoud verschillende verhalen en verschillende gezichtspunten een stem te geven.’

Dit programma bestaat tot dusver uit een expositie uit 2002 over de geschiedenis van prostitutie in Amsterdam en een voorstelling uit 2010 waarin modeontwerpers en kunstenaars ‘hun eigen kijk op prostitutie’ gaven. Pas vorig jaar kwamen sekswerkers zelf aan het woord, tijdens een eenmalig panelgesprek georganiseerd door het COC als onderdeel van hun jaarlijkse Shakespeare Club-programma. Mede-organisatoren waren gezondheidsorganisatie P&G292 en PROUD – twee organisaties die volgens de huidige expositie ‘worden geleid door pooiers’.

Ongefundeerd ondanks funding

Nr. 1. Tourist Attraction is gemaakt op uitnodiging van het Amsterdam Museum en het Centrum Beeldende Kunst Zuidoost. Hignett werd hiervoor in maart 2019 uitgenodigd voor de kunstenaarsresidentie BijlmAIR residency, een programma dat volgens CBK ‘jonge kunstenaars die aan het begin van hun professionele carrière staan een werkperiode, een woon- en werkruimte, een expositieplek en een bescheiden budget’ biedt.

Mogelijk is de doelstelling van de BijlmAIR residentie inmiddels veranderd. Hignett is immers al decennia actief als kunstenaar en werkt, samen met kunstenaar Patricia Kaersenhout – die eerder al werd uitgenodigd voor eenzelfde residentie – al sinds 2013 aan dit project. Een groot deel van de kunstinstallatie was eerder te zien in andere musea in Europa en Zuid-Amerika. Voor haar project ontving Hignett ook projectsubsidie van het Amsterdam Fonds voor de Kunst (16.236 euro), en twee subsidies van het Mondriaan Fonds (22.128 en 9.643 euro) en Stichting Stokroos. 

Toen ik voor het eerst hoorde over de tentoonstelling, was ik zó overstuur. En nog steeds

PROUD organiseerde op 31 oktober een demonstratie bij het Amsterdam Museum. Sindsdien organiseren prostituees in samenwerking met PIC wekelijks demonstraties. Onder hen ook Kate, die  op de Wallen werkt en aangeeft dat zij met collega’s en medestanders zal blijven demonstreren tot het museum de tentoonstelling annuleert. “Toen ik voor het eerst hoorde over de tentoonstelling, was ik zo overstuur. En nog steeds. Het voelt goed om iets te doen.”

Over de protesten zegt de kunstenaar op haar persoonlijke blog het volgende: ‘Van iedereen die iets te zeggen heeft, lijkt het alsof niemand werkt als ‘sekswerker’, in de prostitutie-betekenis van het woord… Denk daarvan wat je wil.’ De expositie staat gepland tot en met februari 2020.

* De namen van de sekswerkers worden om privacyredenen niet genoemd, maar zijn bekend bij de auteur.

Een prostitutieverbod lost niets op, wat werkt wel?

Hoe banken sekswerkers tegenwerken

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons