In levensgevaarlijke gebieden op zoek naar de perfecte foto. Oorlogsfotografe Marielle van Uitert (39) werkt in landen als Syrië, Turkije en Afghanistan om met haar camera vast te leggen wat vrouwen meemaken in een oorlog. Ze vertelt OneWorld over haar ervaringen.
Waarom ben je oorlogsfotografe geworden?
“Ik had vaak banen voor korte tijd, tot ik genoeg geld had verdiend om een tijd te gaan backpacken. Ik wilde vooral de wereld in. Op een reis door Vietnam en Cambodja werd ik geconfronteerd met de beroemde foto van het jonge meisje dat naakt over straat rent na een napalmaanval. Dat beeld heeft de oorlog veranderd. Ik realiseerde me dat ik dat ook wilde, zulke sterke foto’s maken. Ik had er meteen een beeld bij: ik op een tank, met een camera in mijn handen. Bij mijn aanmelding op de fotovakschool vertelde ik dat aan mijn klasgenoten, die het wel heel bijzonder vonden. Maar ik hield altijd al van fotograferen en ik wist het zeker. Nu reis ik de wereld over met mijn rugzak en camera’s.”
Je werk is niet zonder gevaren: onlangs werd je ontvoerd in Aleppo. Ben je wel eens bang?[[{“fid”:”21203″,”view_mode”:”default”,”type”:”media”,”attributes”:{“height”:266,”width”:400,”style”:”margin: 2px; width: 200px; height: 133px; float: right;”,”class”:”media-element file-default”}}]]
“Natuurlijk wel, maar wat is ‘bang zijn’? Je moet geen gekke dingen doen, en altijd zorgen dat je omringd bent door mensen die de situatie kennen en de taal spreken. Als je te bang bent, gebeuren er slechte dingen, die trek je dan aan. Ook al duurde mijn ontvoering maar vier uur, het was de hel. Nadat ik was vrijgelaten, ging het niet goed met me. Ik ben een half jaar thuisgebleven. Toen ik het weer aandurfde, ben ik naar Irak gegaan en daar heb ik weer kunnen werken. De impact van die rotervaring moest slijten. Ik vind het nu nog steeds moeilijk om erover te praten. Dat heb ik voor het eerst gedaan in het interview met Sophie Hilbrand.”
Je fotografeert vooral vrouwen en kinderen. Heb je daar een speciale reden voor?
“Het gaat mij erom de dagelijkse werkelijkheid van oorlog te laten zien. Ik richt mijn aandacht vooral op de vrouwen, meestal moslimvrouwen, omdat zij geen stem hebben in een oorlog die door mannen wordt geregeerd. Ze hebben ook een verhaal dat ze willen vertellen. Via mijn foto’s kunnen ze dat. Ik weet niet hoe het komt, maar ik heb altijd een enorme klik met die vrouwen. Ze zijn onvoorwaardelijk open en vriendelijk. De vrouwen zijn de voornaamste reden waarom ik dit beroep blijf uitoefenen. Zij ontroeren en zijn ongelofelijk sterk. In een vluchtelingenkamp in Hatay, in Turkije, heb ik bijvoorbeeld gesproken met een vrouw die uit Syrië is gevlucht. Ze had kort daarvoor haar baby gekregen in het kamp, dat zwaar bewaakt wordt door het Turkse leger. Ze leeft met haar man achter prikkeldraad en moet haar kleintje opvoeden onder erbarmelijke omstandigheden. Hun hutje is gemaakt van dekens en schroot; ze kunnen amper rondkomen met het schaarse eten en drinken. Ik ben door de politie uit het kamp geschopt, maar wilde nog verder praten met die vrouw. Zij had slechts twee suikerklontjes, maar zette haar keteltje op het vuur en reikte me door de afrastering een glas thee met suiker aan.”
In gevaarlijke omstandigheden wil je natuurlijk ook nog goede foto’s maken. Hoe zou je jouw fotografiestijl beschrijven?[[{“fid”:”21207″,”view_mode”:”default”,”type”:”media”,”attributes”:{“height”:449,”width”:300,”style”:”margin: 2px; width: 135px; height: 202px; float: right;”,”class”:”media-element file-default”}}]]
“Ik probeer de ruwe waarheid vast te leggen in een mooie compositie. Niet geposeerd en vrijwel onbewerkt. Een mooi beeld kan een groot publiek bereiken en de boodschap overbrengen, hoe ernstig de situatie ook is. Ik maak alle beelden handmatig en kijk altijd waar het licht is. Met licht kleur ik het onderwerp in. Het voornaamste is voor mij de emotie. Dat moment moet ik zien te vangen. Op de foto van de vrouwen in Jalalabad in Afhanistan bijvoorbeeld kijkt het meisje dat nog geen burka hoeft te dragen nèt om als ik sta te fotograferen. Het licht valt in haar ogen, haar blik is wantrouwend en trekt de aandacht. De omringende burka’s doen qua compositie en kleur de rest.”
Je hebt nu je eerste overzichtsexpositie, in het Nationaal Monument Kamp Vught. Waarom daar?
Op 5 september is de opening van Marielle van Uiterts eerste overzichtstentoonstelling in Nationaal Monument Kamp Vught, genaamd ‘Blik op de oorlog’. De foto’s zijn onderverdeeld in zes thema’s: strijd, hoop, onschuld, verlies, onderdrukking en bescherming. Er is een bijbehorend fotoboek te verkrijgen met op de kaft de foto van de vrouwen in burka met het jonge meisje dat omkijkt naar de fotografe.
“Ik ben er hartstikke trots op. Zij hebben mij gevraagd en natuurlijk heb ik ja gezegd. Het is voor mij een speciale plek, omdat ik in Vught woon, en omdat mijn opa in dit kamp heeft gezeten tijdens de oorlog. Hij had op illegale wijze een schaap geslacht. Daar werd hij op betrapt en toen heeft hij een jaar vastgezeten. Ik heb hem nooit gekend, maar mijn familie heeft verteld dat hij er nooit meer over heeft gepraat. En nu ga ik op die plek mijn werk tonen.”
Wat zijn je plannen voor de komende tijd? Ga je weer op ‘oorlogspad’?
“Ik wil dit werk zo lang mogelijk blijven doen. Er zullen weer opdrachten komen en ik zal ook weer op eigen initiatief op reis gaan. En daarna, later, wil ik een bakkerijtje beginnen in Vught, lekker met mijn handen in het deeg, met pianomuziek op de achtergrond en boeken tegen de muur. Ja, ik zie het al helemaal voor me.”
Kijktip: op 10 september is Marielle van Uitert de hoofdpersoon in het programma ‘Je zal het maar zijn’ (met Sophie Hilbrand, BNN).
Kijk en lees meer op de website van Marielle van Uitert