Kunnen boeren nog wel leven van cacao?

Cacaoboeren in Ivoorkust leven ver onder de armoedegrens. Ze sluiten zich noodgedwongen aan bij coöperaties waarbinnen ze niets te zeggen hebben. Journalist Selay Marius Kouassi, zelf kleinkind van cacaoboeren, bezoekt boeren op hun plantages.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
In het dorp Kabikro, een rit van ongeveer twee uur over een hobbelige weg vanaf de stad Soubré, heeft zich bij zonsopgang een menigte verzameld. Dankzij de zonnepanelen die vorig jaar zijn geïnstalleerd, kunnen de boeren in Kabikro en omgeving – een van de belangrijkste cacaoproducerende gebieden van het land – nu via de televisie het nieuws volgen en de ontwikkelingen in hun werkveld bespreken.

Deze ochtend gaat het over de op het avondnieuws aangekondigde nationale telling van cacaoboeren. Volgens Kone Brahima, voorzitter van de Conseil Café-Cacao (koffie- en cacaocommissie) zal die telling bijna 6 miljard West-Afrikaanse CFA-francs gaan kosten (ruim 9 miljoen euro). Sommige boeren zijn niet blij met dat ‘enorme’ bedrag. Ze noemen het verspilling van het budget en zijn bang dat de procedure misbruik van publiek geld in de hand zal werken.

Een poging van de Ivoriaanse regering om de cacaosector beter te reguleren eindigde in 'grote zwendel'

“Conseil Café-Cacao probeert ons ervan te overtuigen dat de telling hun accurate cijfers zal opleveren, waardoor ze de sector beter kunnen reguleren en financieel steun kunnen bieden”, zegt Etienne Konan, een 41-jarige cacaoboer uit Kabikro. “Maar wij zijn sceptisch. We zijn al een keer bedonderd, en we zijn bang dat dat opnieuw zal gebeuren.”

In 2008 organiseerde de regering van Ivoorkust eveneens een telling om duidelijker in beeld te krijgen wie wel en wie niet een cacaoboer was, om een lijst van cacaocoöperaties op te stellen en de sector beter te kunnen reguleren. Maar de onderneming eindigde in ‘grote zwendel’. Het geld dat aan de coöperaties was toegewezen, werd doorgesluisd naar fictieve instanties die waren opgericht door de hoogste leden van de commissie zelf, zo bleek uit verslagen.

“Zouden we die 6 miljard niet beter kunnen steken in gezondheidszorg en wegen?” vraagt Konan. Alleen al de reis naar Kabikro is een nachtmerrie, dankzij de onverharde modderige wegen die tijdens het regenseizoen gevaarlijk glad worden. Het kleine cacaogebied is volledig afgesneden van het openbare wegennetwerk van het land.

Op de fiets

Konan, vader van acht kinderen, verbouwt al ongeveer dertig jaar cacao. “Ik werd als kind niet naar school gestuurd, maar hielp vanaf mijn achtste op de cacaoboerderij van mijn ouders. Ik leerde onkruid te wieden, cacaovruchten te plukken en de bonen uit de peulen te verwijderen en te drogen. Op mijn 20e begon ik mijn eigen boerderij”, vertelt hij.

Vijf van Konans kinderen zijn in de basisschoolleeftijd en gaan naar de dichtstbijzijnde lagere school. “Ze bieden er alleen basisonderwijs. Ik hoop van harte dat mijn kinderen ook hoger onderwijs zullen krijgen, en een beroep zullen leren. Dan kunnen ze onze moeilijkheden zowel nationaal als internationaal onder de aandacht brengen. En ervoor zorgen dat de mensen respect krijgen voor ons beroep”, zegt hij.

Slechts enkele cacaoboeren genereren genoeg inkomen om boven de armoedegrens te leven

De ochtendzon schijnt door de dikke witte mist die over het dorp hangt als Konan op weg gaat naar zijn cacaoboerderij van 4 hectare. Hij pompt de banden van zijn fiets op alvorens hij een restje yam-pap van gisteren opwarmt als ontbijt. Chocola stond nog nooit op Konans menu, ook niet op dat van zijn ouders. “We eten meestal dit, maïspasta of bakbanaan als ontbijt”, vertelt hij.

Konan is net als 90 procent van de cacaoboeren in Ivoorkust een ‘kleine’ boer. Door hun beperkte grootte kunnen slechts enkelen genoeg inkomen genereren om boven de armoedegrens te leven. Konan verdient bijvoorbeeld zo’n 1800 euro per jaar; niet genoeg om fatsoenlijk van te leven. Volgens de living income benchmark, een graadmeter voor een leefbaar inkomen, zou dat zeker 2,5 keer zoveel moeten zijn. Daarom doen veel boeren ernaast nog ander werk.

Op het moment dat hij weggaat, komen Konans drie vrouwen net met grote kannen op hun hoofd terug van de rivier, nadat ze kilometers hebben gelopen om drinkwater voor de familie te halen. Het kost ze dagelijks anderhalf uur.

Het ziet er somber uit voor de reputatie van Ivoorkust als 's werelds beste cacaobonenteler

Het is 30 minuten fietsen naar de uitgestrekte cacaovelden. Vrachtwagens hebben geen toegang tot de boerderijen; boeren komen er alleen op de fiets of te voet. Volgens Konan is het slechte wegennet verantwoordelijk voor verlies van een aanzienlijk deel van de cacao-oogst: de bonen kunnen niet snel genoeg vervoerd worden, waardoor ze niet allemaal goed blijven.

In Kabikro blijft het evenwicht tussen behoud van het regenwoud, de biodiversiteit en de uitbreiding van landbouwbedrijven problematisch. Veel boeren zijn niet voorbereid op klimaatverandering, worstelen met de strijd tegen boomziektes of het lukt ze niet om voldoende opbrengst te genereren. Met als gevolg dat veel cacaoboeren overstappen op de teelt van oliepalmen en andere gewassen die veel geld opleveren. Het ziet er al met al somber uit voor de reputatie van Ivoorkust als ’s werelds beste cacaobonenteler.

‘Mijn mensen helpen mee!’

Vandaag gaat Konan de cacaopeulen openbreken. Hij moet op tijd zijn om de mensen die hem komen helpen te ontvangen. Konan geeft aanwijzingen terwijl de vrolijke menigte de berg van ongeveer 1,5 meter hoog en zo’n 10 meter breed inspecteert op bedorven peulen. “Mijn mensen helpen mee!”, zegt hij trots. Zo’n twintig volwassenen, gewapend met stokken en botte machetes, zijn tot zijn zichtbare vreugde zingend voor hem aan het werk.

Vanwege een gebrek aan financiële middelen zijn veel boeren aangewezen op hulp vanuit de gemeenschap. Ook Konan kan geen arbeiders betalen. “Ik weet niet eens of ik genoeg zal overhouden om schulden af te betalen en voor de rest van het jaar in mijn onderhoud te voorzien”, zegt hij.

Een ander voorbeeld van wederzijdse collectieve hulp en solidariteit tussen boeren is het peer-to-peer spaarsysteem dat ‘Tontine’ wordt genoemd. Leden dragen een vast bedrag bij aan een gemeenschappelijke pot en ontvangen om de beurt de opbrengst. Het model kan worden aangepast aan de behoeften van de deelnemers. Het ingezamelde geld kan niet worden gebruikt om grootschalige projecten te financieren of land aan te schaffen. Het kan de armoede niet bestrijden, maar dient als een soort verzekering in noodgevallen.

De cacaoteelt is seizoensgebonden. In het laagseizoen hebben de boeren en hun gezin het vaak moeilijk

Konan vertelt hoe het tontinegeld het leven van de zwangere vrouw van een collega redde, die met ernstig bloedverlies op een motorfiets naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis werd gebracht. “Ze had dood kunnen gaan, maar dankzij het tontinegeld kon haar man snel de medische kosten en onverwachte uitgaven dekken.”

Cacaoteelt is seizoensgebonden, met pieken in oktober en maart. Dat betekent dat inkomsten niet het hele jaar door stabiel zijn, en in het laagseizoen hebben de boeren en hun gezinsleden het vaak moeilijk. “Slechts een paar boeren kunnen geld sparen, de overgrote meerderheid ontbreekt het aan economische veerkracht. Ze lenen geld voor hun dagelijkse kosten en raken verstrikt in een vicieuze cirkel van schulden”, vertelt Konan.

Veel minder kinderarbeid

Konan zegt dat geen van zijn collega-boeren ooit zijn toevlucht tot kinderarbeid heeft genomen. Hij ziet dat in de sector veel positieve ontwikkelingen hebben plaatsgevonden. “De gewoonte om kinderen tussen de 8 en 16 jaar illegaal de velden te laten opruimen, de peulen te laten oogsten en de zware zakken met cacaobonen te laten tillen, begint te verdwijnen.”

Die werkwijze is drastisch afgenomen dankzij een bewustwordingscampagne die werd gesponsord door de regering van Ivoorkust en enkele grote cacaobedrijven. Ook heeft de cacaocommissie kinderhandelaren en boeren met kinderen in dienst opgespoord, waarvan de meesten momenteel vastzitten.

Op de boerderij van Konan worden de peulen nu geplet waarna de bonen worden gescheiden van het vruchtvlees. Ze worden verzameld in manden die op houten kratten zijn geplaatst. De werkers lessen hun dorst met het sap dat uit de pulp druipt. Tijdens het openbreken bespreken ze de problemen die hun dagelijks leven beheersen..

Nalatigheid en loze beloften van de Ivoriaanse regering leiden tot wantrouwen bij de cacaoboeren

Volgens Konan en zijn vrienden is een onderwijs- en gezondheidszorgproject van de overheid voor cacaoboeren louter mooipraterij. De regering heeft een studiebeurs in het leven geroepen om de kinderen van cacaoboeren onderwijs te bieden, maar volgens de verhalen kan lang niet iedereen daarvan gebruikmaken. “Die beurzen worden vaak verhandeld en komen terecht bij niet-cacaoboeren. Daardoor hebben de meesten van onze kinderen geen toegang tot vervolgopleidingen. En als degenen die dit doen al gepakt worden, worden ze bijna nooit volgens de wet berecht”, zegt Gerard Yedi, een 38-jarige cacaoboer met zeven kinderen, en een van Konans oudste vrienden.

Veel klaslokalen in de cacaogebieden zijn verlaten. In vergeefse afwachting van leraren, tafels en stoelen zijn de boeren de lege ruimten gaan gebruiken voor opslag en andere doeleinden. Het gebeurt vaak dat midden in het bos een school wordt opgetrokken, maar dat het bouwproces niet wordt voltooid. “De gemeenschap heeft er niks aan, maar de initiatiefnemers pronken ermee: ze doen zogenaamd hun best om het leven van de boeren te verbeteren”, zegt Yedi. De nalatigheid en loze beloften van de regering leiden tot wantrouwen bij de boeren.

Aanvullende inkomsten

Terwijl de zon ondergaat en een rode gloed over de cacaobomen verspreidt, stoppen de boeren de bonen in jutezakken die ze stevig vastbinden op hun bagagedragers aan de voor- en achterkant van hun fietsen. Eenmaal in het dorp worden de bonen na gisting op schalen en betonnen vloeren in de zon te drogen gelegd. Op weg naar huis komen Konan en zijn gezelschap andere boeren tegen. Ze dragen hun peuters op de schouders en sommige moeders hebben een baby op hun rug gebonden.

Vrouwen hebben een aantal vaste taken in de toeleveringsketen van cacao, waaronder gewasverzorging, gisting en drogen. Tijdens de oogsttijd werken ze meestal samen met hun mannen. Daarnaast hebben ze hun huishoudelijke en verzorgende taken, waarmee ze de productiviteit van de arbeiders bevorderen.

“We cultiveren en verkopen voedselgewassen zoals bakbanaan, cassave, tomaten en kool om het inkomen van ons gezin te verhogen”, vertelt Emillienne Ama, met haar 32 jaar de oudste vrouw van Konan. Maar omdat er weinig overblijft nadat het gezin het schoolgeld voor de kinderen heeft betaald, verkoopt een van de andere vrouwen van Konan ook groenten en zelfgebrouwen alcohol om de inkomsten tijdens het laagseizoen aan te vullen.

Eerlijke handel

Op de vraag wat hij van fairtradekeurmerken vindt, antwoordt Konan vol overtuiging: “Als de minimumprijs en de premies daarbovenop niet in het leven waren geroepen om de cacaoboeren van extra middelen te voorzien, dan zouden de aandeelhouders in de cacaosector dat nu alsnog moeten doen.”

Dankzij de premies heeft Konan gereedschap en een deel van zijn werkkleding kunnen vervangen. “Dat is een goed begin voor mij”, zegt hij met een half lachje. “En ook voor de gemeenschap. Van de premies voor gecertificeerde bonen hebben we een nieuwe flatscreen-tv gekocht en een zonne-energiesysteem. We zijn nu verbonden met de wereld. De komende jaren zullen we hard werken om onze productie te verhogen zodat we koelkasten kunnen aanschaffen en voedselverspilling tegen kunnen gaan”, voegt hij eraan toe.

Organisaties voor eerlijke handel certificeren doorgaans alleen coöperaties, geen individuele boeren

Maar hij uit ook zijn zorgen over de werkwijze van organisaties voor eerlijke handel: “Ze kunnen alleen iets blijven betekenen wanneer ze verdergaan dan nu en direct in contact treden met de boeren.” Konan zegt heel stellig dat de meeste problemen het gevolg zijn van wanbeleid van leidinggevenden van de coöperaties waar de meeste boeren bij aangesloten zijn, en spreekt van ‘de laksheid en zelfgenoegzaamheid van grootafnemers, hun partners en de multinationals.’

Organisaties voor eerlijke handel certificeren doorgaans alleen coöperaties, geen individuele boeren. Die coöperaties zijn zo dominant in de markt dat kleine boeren als Konan weinig keuze hebben; ze moeten zich wel aansluiten. Leden zouden de macht moeten hebben om de leiding van hun coöperatie aan te spreken op slecht gedrag, maar in de praktijk durven de boeren dat vaak niet. Het zijn namelijk vaak de mensen die in een gemeenschap al een autoriteit waren, die coöperatieleider worden. Het zou daarom helpen als kopers en keurmerken meer toezicht zouden houden op het coöperatiebestuur.

Als Konan zich haast naar de overvolle tv-kamer om naar de herhaling van een Champions League-wedstrijd te kijken, zegt hij: “Ik hoop heel erg dat het hele dorp elektriciteit krijgt en dat hier ieder huishouden zich een eigen tv zal kunnen veroorloven.”

Vertaling: Laura Weeda
Dit artikel verscheen eerder in OneWorld-magazine.

Hoe Zit Het Met Cacao? is onafhankelijk tot stand gekomen en financieel mede mogelijk gemaakt door Tony’s Chocolonely, IDH en Stichting Max Havelaar. De overeenkomst tussen OneWorld en deze bedrijven is openbaar en in te zien.

Chocola is een luxeproduct. Waarom behandelen we het dan niet zo?

Het Westen gaf Zimbabwe maïs, vlees en hongersnood

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons